Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 13 / 366 »»
[1] Deze woorden van de Heer brachten onze Adam weer tot betere gedachten. Deemoedig ging hij naar de Heer en sprak: 'O lieve, heilige Vader, Uw woord heeft mij weer in een ander licht geplaatst, en in dit licht zie ik in dat ik gloeiend heet ten aanzien van U gezondigd heb. Daarom vraag ik U, o lieve, heilige Vader, reken mij toch deze, beslist mijn allerlaatste fout ten aanzien van U en Uw gehele schepping niet te streng aan, maar vergeef mij, zwakke oude grijsaard, deze laatste dwaasheid!'
[2] Hierop wendde de Heer Zich tot Adam en zei tegen hem alsook tegen alle anderen die hetzelfde dachten als Adam: 'Luister nu allemaal, en jij, Mijn zoon Adam in het bijzonder: Ik wil nu ten overstaan van jullie allen iets tot Mijn eigen verontschuldiging zeggen, Mijn kinderen, opdat jullie, wanneer je in de toekomst toch nog Mijn raad zou vergeten, weten dat niet Ik, maar jullie zelf de dwaze en blinde scheppers van jullie gericht zijn en daarom ook van jullie verderf en dood, indien jullie niet, zoals gezegd, de door Mij, jullie allerwijste Schepper en liefdevolste, heilige Vader aangegeven weg bewandelen! Luister nu naar Mij:
[3] Jullie, en de hele eindeloze schepping, zijn noodzakelijkerwijs door Mij reeds sinds eeuwigheid zo ingericht dat jullie het einddoel en zodoende de sluitstenen van de gehele zichtbare en onzichtbare wereld zijn. En daarom moet ook alles zowel in zijn geheel als in de afzonderlijke delen heel precies en naadloos met jullie overeenstemmen.
[4] En als dat nu onmiskenbaar zo is, dan volgt daaruit vanzelfsprekend het volgende: is de mens het einddoel van de hele schepping, en stemt deze schepping in alles geheel met hem in de meest innige verbinding overeen, dan is hij ook even noodzakelijk als heer over de schepping gesteld, vanuit welk standpunt hij dus evenzeer op de hele schepping inwerkt als de hele schepping omgekeerd op hem! Let nu allen goed op:
[5] Alle schepping die aan jullie schepping voorafgaat, heeft absoluut geen vrije wil, maar alles in haar is gericht met het doel jullie te dienen, dus in alles heerst een volslagen onvrij 'moeten'.
[6] En alleen Ik, als de grote Werkmeester van al Mijn schepselen, weet hoe alle processen in de schepping zijn ingericht en hoe ze onderling samenhangen, en Ik kan jullie daarom ook de enig deugdelijke middelen geven om je zo te gedragen, dat jullie je vrij op dit hoogste niveau kunnen handhaven, waarop jullie als meest verheven einddoel van Mijn hele schepping staan.
[7] Blijven jullie in deze door Mij, de Schepper, voor jullie gegeven orde, dan zal ook de hele aan jullie voorafgaande schepping jullie in de mooiste orde volgen; blijven jullie echter niet in deze orde, maar vormen en maken jullie eigenmachtig een andere, dan ben Ik als Schepper en jullie aller heilige Vader toch zonder enige schuld wanneer de hele voorafgaande schepping jullie navolgt en omslaat in de werking van het gericht dat in haar ligt, jullie vervolgens in haar greep krijgt, in haar eeuwige noodzakelijke gericht trekt en jullie tenslotte zelfs doodt.
[8] Moet een steen niet zwaar zijn om vastheid te kunnen geven op en in de aarde? Zie, dat is een gericht van de materie van de steen!
[9] Zolang jullie volgens de orde over de steen lopen, zijn jullie ook heer over de steen; maar als jullie een zware steen over je heen zouden wentelen, dan zal de steen jullie heer worden en je zijn zwaarte geven, zijn gericht en zo ook zijn dood.
[10] En zoals het voorbeeld met de steen laat zien, is het ook met de hele zichtbare en onzichtbare schepping.
[11] Jullie alleen kunnen haar zegenen volgens Mijn orde, maar haar ook buiten mijn orde tot jullie onheil verderven.
[12] De liefde tot Mij is Mijn eigenlijke orde. Houd je daarom altijd werkelijk aan deze liefde, dan zullen jullie nooit in een gericht terugvallen; maar mocht je die liefde verlaten, dan zullen jullie de sluizen openen voor het gericht, en dat zal dan noodzakelijkerwijs over jullie heen komen zoals de steen en zal je in zich begraven.
[13] Neem dat dus in je op en houd het altijd voor ogen; maar weet dus ook dat Ik, de Vader, niemand richt! - Dit moeten jullie allemaal begrijpen! Amen.'
«« 13 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.