De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 153 / 366 »»
[1] De eerste spreker van de raadsheren bij wie het er slechts om ging zijn hielen te lichten, hoefde niet lang na te denken over het bezwaar van degenen die het juiste wilden doen, maar had al meteen het volgende verweer, dat aldus luidde:
[2] 'Weten jullie wat? - Omdat jullie je eigen voornemen raadzamer vinden dan het mijne, doen we als volgt: degenen van jullie die het terecht volledig met mij eens zijn, volgen mijn raad op, halen net als ik hun vrouwen en hun kinderen en hun schatten en laden dat allemaal op onze tamme kamelen en trekken als overwinnaars van het verstand met mij weg!
[3] Maar degenen die hier achterblijven en het juiste willen doen en zo graag door het volk met stenen begroet of in het allerbeste geval op zijn minst uit de stad verdreven worden, die kunnen als ze dat willen al die martelingen hier afwachten en zullen uit de treurige gevolgen de volgende les trekken:
[4] `Het zou toch beter geweest zijn het vege lijf te redden en weg te trekken met de eer van het zegevierende verstand dan met een gestenigde of op zijn minst afgeranselde rug en onder veel schande, bespotting, hoon en verwensingen te blijven!'
[5] Maar ik ben de eerste die gaat! Wie mij volgen wil, die volge; en wie dat niet wil, laat die doen wat hem heilzamer en beter dunkt!'
[6] Hierop stonden er zeshonderdvijftig op en zeiden: 'Wij volgen je raad op; mocht het ons echter bij de poort waardoor wij weg willen trekken, slecht vergaan, zie er dan op toe dat de door jou zo zeker veronderstelde overwinning van het verstand niet te kortstondig wordt!'
[7] Nu namen degenen die wilden vluchten afscheid en gingen naar hun huizen, namen hun vrouwen, kinderen en schatten, belaadden de kamelen en begaven zich nog dezelfde dag op weg.
[8] En er was veel volk in de straten bijeen gekomen en men verbaasde zich over deze karavaan van hun anders zo gestrenge heren. Niemand wist wat dat te betekenen had en iedereen vroeg zich angstig af waar dat op uit zou lopen.
[9] Sommigen zeiden: 'Dat is merkwaardig! De heren trekken weg met vrouw en kind en allerlei bagage, zonder dat er soldaten bij zijn! Wat heeft dat te betekenen?
[10] Want het ziet er niet uit als zomaar een wandeling, en nog minder als een reis naar andere landen, want bij dergelijke gelegenheden trokken er immers altijd hele legioenen wapendragers mee!'
[11] Kortom, het volk bleef maar vragen. Tenslotte ging het de straatkantoren binnen om te informeren, maar ook daar wist men geen antwoord te geven.
[12] En onze raden trokken als verstandsoverwinnaars weg, zonder ook maar ergens opgehouden te worden, want niemand had de moed hen te vragen waar zij heen gingen.
[13] Zij sloegen echter de richting in van het huidige Egypte en streken neer in het bovenste deel van dat land, in de buurt van Elephantine (Aswan), en bouwden daar meteen een kleine stad om in te wonen.
[14] En dat waren de eerste bewoners van dat land.
[15] De verschrikkingen van dat land dwongen hen zich weer tot God te keren, en zo werd dit land spoedig rijk en machtig.
[16] Maar wat deden de achtergebleven raadsheren?- Daarover in het volgende!
«« 153 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.