De woorden van de Heer tot de tien boden en hun ultimatum aan de honderd achtergebleven raadsheren. De raadsheren in het nauw.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 155 / 366 »»
[1] Maar de Heer zei tegen de tien boden: 'Ga nu naar de honderd raadsheren die er nog over zijn, verhoor hen en stel hen dan Mijn zaak voor!
[2] Stel een termijn van zeven dagen en zeg tegen hen: `Als jullie niet binnen deze tijd de wil van de Heer zullen vervullen, dan kunnen jullie het voorbeeld van je voorgangers volgen; maar als je de wil van de Heer vervult dan zal onze vuist jullie beschermen!''
[3] Zo sprak de Heer tegen de tien, en dezen begaven zich ijlings naar de honderd raadsheren die er nog over waren.
[4] Toen deze de tien schrikaanjagende mannen zagen, schrokken zij zo erg dat zij beefden alsof zij reeds aan de rand van de eeuwige afgrond stonden.
[5] Maar de tien zeiden: 'De vrede van boven zij met jullie! Vrees ons niet te zeer, want wij zijn immers geen ongeluksboden voor jullie, maar wij zijn alleen door God gekozen overbrengers van Zijn wil aan jullie allen.
[6] Het oogmerk van ons eeuwig ware gezantschap is jullie tijdelijke en eeuwige welzijn; daarom vermanen wij jullie te doen wat je onlangs van ons hebt vernomen, en stellen jullie daarvoor een termijn van zeven dagen bedenktijd om al of niet te handelen volgens het woord van de Heer!
[7] Doen jullie dat niet, dan kun je je voorgangers volgen of je zult met je eigen vuisten en de vuisten van je medestanders jezelf moeten beschermen; maar als je het woord van de Heer zult vervullen, dan zul je door onze vuisten worden beschermd!
[8] Zo luidt de wil van de Heer, en zo ook het woord!
[9] Vervul het vrijwillig, dan zul je ook vrij worden; vervullen jullie het als knechten, dan zul je ook knechten blijven; vervul je het onder dwang dan zul je voortaan onder dwang staan zoals de dieren in het bos en de vrijheid zal jullie nooit ten deel vallen! Vluchten jullie echter, dan zul je vluchtelingen blijven tot aan het einde van alle tijden!
[10] Wee echter iedere leugenaar onder jullie, want wie liegt, zal door de Heer getuchtigd worden met een vlammende roede! Amen.'
[11] Hierop verlieten de tien de raadsheren weer. Toen zij weg waren, stond een van de nog honderd raadsheren op en zei:
[12] 'Vrienden, broeders! Nu staan en zitten wij hier van alle kanten ingeklemd!
[13] Een termijn van zeven dagen! Doen wij wat wij zelf willen, dan zijn vuisten, of eeuwige vlucht, of eeuwig knechtschap, voortdurende dwang of zelfs vlammende roeden ons deel!
[14] Er blijft dus niets anders over dan van al het aangebodene het kleinste euvel te kiezen, en dat is volgens mij zonder meer vluchten! Laat echter ook jullie mening horen, opdat het merendeel van ons het eens wordt!'
[15] Hierop gingen de raadsheren zich drie dagen lang beraden; en het vervolg zal duidelijk maken tot welk besluit zij uiteindelijk zijn gekomen.
«« 155 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.