[2] 'O broeders, als de dingen er zo voorstaan, dan ben ik volkomen bereid volgens jullie wil te werk te gaan! Maar ik wil je om één ding verzoeken en dat is het volgende:
[3] Wanneer het openen van de tempels volbracht zal zijn, laat mij dan in vrede weggaan en stel mij vooral niet als een soort priester van beide tempels aan; want als zodanig zou ik noodzakelijkerwijs al bij voorbaat een zeker aanzien bij de andere mensen moeten genieten en zou bij hen een zekere achting en gezag moeten hebben.
[4] Ik heb echter gedurende veertig jaar als medeheersend raadsheer zodanig genoeg gekregen van het meer zijn ten opzichte van de andere broeders, dat ik nu ondenkbaar veel liever de allerminste zou willen zijn dan ook maar enigszins in hoger aanzien te staan en meer macht te hebben.
[5] Het is werkelijk een jammerlijk genoegen om een gebieder over de broeders te zijn en er behagen in te scheppen als de arme broeders voor hun gebiedende broeder beven, die maar hoogst zelden iets gebiedt in het voordeel van de broeders, maar des te vaker in zijn eigen voordeel en ter vermeerdering van zijn eigen aanzien!
[6] Zoals gezegd wil ik niets meer van doen hebben met wat voor hogere positie dan ook; want ik heb nu een afschuwelijke hekel gekregen aan ieder hoger aanzien ten opzichte van andere mensen en verheug me er buitengewoon op ergens de allerminste te kunnen zijn.
[7] Verhoor daarom, verheven broeders, in naam van de Heer mijn verzoek en laat mij - zoals ik daarnet heb aangegeven - na het openen van de tempels in vrede weggaan!'
[8] En een van de tien sprak: 'Zie, Ohlad, de vlam om de tempel is uitgedoofd en wij begeven ons naar de poort en openen haar!
[9] In de tempel echter zul je de wil van de Heer vernemen, en Deze zal je zonder ons toedoen duidelijk te kennen geven wat je te doen staat - te blijven of weg te gaan!
[10] Maar wil je waarachtig God welgevallig deemoedig zijn, dan moet je dat volgens Gods wil, maar nooit volgens je eigen goeddunken zijn! Want ben je door je eigen voornemen deemoedig, dan is je deemoed een kind van je eigenliefde en derhalve zinloos en zonder enige waarde voor God, want achter zo'n soort deemoed gaat altijd een verdienstelijk lijkende zelftevredenheid schuil, eigen lof en tenslotte verkapte hoogmoed!
[11] Maar zeg je tegen alles en altijd vanuit je hart: `O Heer en Vader, alleen Uw heilige wil geschiede nu en in eeuwigheid!', dan ben je waarachtig deemoedig in Gods ogen en heeft je deemoed waarde voor de Heer!
[12] Wie zich volgens zijn eigen wil nog zo zeer vernedert en daarbij geen acht slaat op Gods wil, handelt in wezen niet anders dan iemand die zich eigenmachtig tot heerser over het volk opwerpt!
[13] Alleen wie zijn eigen wil gevangenneemt en in de plaats daarvan de zuiver goddelijke wil in zich laat gelden en heersen, die is God welgevallig en zijn deemoed is rechtmatig in de ogen van de Heer.
[14] Het is beter een schurk te zijn volgens de wil van de Heer - dan een held buiten de Heer om! Het is beter je altijd bewust te zijn van je eigen nietigheid en nietswaardigheid, dan overtuigd te zijn van je onberispelijkheid!
[15] Zo is het ook beter een zondaar te zijn vanuit je eigen berouwvolle schuld, dan een rechtvaardige te zijn op eigen rekening!
[16] Want de Heer zoekt alleen wat verloren is, sterkt het zwakke en geneest de ziekte vanuit Zijn erbarming; maar een schuldenaar wil Hij eeuwig ten aanzien van niemand zijn!
[17] Neem dat nu van tevoren ter harte, voordat de Heer je in de tempel meer zal duidelijk maken, en volg ons nu naar de poort! Amen.'
«« 162 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.