[2] 'Hoezo heb je het hier over hoogmoed, over een opstandige gezindheid? Zie je mij dan voor een bedrieger en een schandelijke leugenaar aan en voor een angstige lafaard die voor je moet beven zoals het loof van de populier voor de stormwind! - O, dan vergis je je geweldig!
[3] Denk je dan dat ik met behulp van mijn broeders hier buiten een leger bijeenbreng en daarmee hiernaartoe kom om jou van je verzekerde troon te verdrijven? - O, dan zeg ik je dat je niets minder op de wereld hebt te vrezen dan dat!
[4] Denk je soms dat ik niet weet hoe de geest van de Godheid jou zichtbaar in de tempel tot koning heeft gezalfd en je deze tien vuurmannen tot onoverwinnelijke ministers gaf?
[5] Denk je dat al die vuurstormen die deze tien opgeroepen hebben mij ontgaan zijn? - Helemaal niet, want ik heb je door mijn bedienden heel goed laten gadeslaan!
[6] Daarom weet ik nu ook wat me te doen staat! Of houd je mij werkelijk voor zo dom dat ik me met een strijd zou inlaten met degenen die zeggenschap hebben over de elementen, en dat ik zelfs tegen de oude almacht van God te velde zou trekken?
[7] O jij grove dwaas! Vraag jij eerst maar eens aan degene die je tot koning heeft gezalfd om verlichting van je hersenen, opdat je van de mensen die je broeders zijn, zult zien dat zij toch je vrije broeders zijn ofschoon je nu boven hen op de troon zit!
[8] God heeft ieder mens rede en verstand gegeven en daarnaast de vrije wil en in deze drie tegelijk ook drie hoofdwetten, en wel de volgende: door de rede, dat de mens al het goede en ware zal vernemen, door het verstand, dat hij hetgeen hij verneemt ordent en het absoluut zuivere herkent, en door de vrije wil, dat hij het absoluut zuivere vrij kiest, behoudt en daarnaar handelt.
[9] Is het niet zo?! Is dat niet de goddelijke orde waarom God de mens zo schiep en met deze drie hoofdwetten uitrustte om daarnaar te handelen?!
[10] Maar doe ik dan iets anders? Handel ik niet volgens deze goddelijke principes?! Handel ik niet overeenkomstig de goddelijke orde als ik volgens die drie gelouterde grondbeginselen, dus puur redelijk, het verstandig en vrijwillig vanuit mijzelf handel en mij door geen andere wet laat beperken omdat ik het oergoddelijke in mij herken en het hoger acht dan al het menselijke dat reeds niet meer zuiver is, omdat een mens alleen dan een goed onderlegd ander mens een wet op wil dringen als hij het zuiver goddelijke in zijn broeder geen waarde meer toekent - wat zojuist bij jou tegen ons het geval is!
[11] Je waarschuwde mij voor hoogmoed en voor muiterij, maar ik vraag jou: wie van ons is nu hoogmoediger en wie lijkt meer op een muiter?!
[12] Je wilt ons onder je scepter laten buigen, wilt ons met wetten belasten?! Ben je dan niet een opstandeling tegen de heilige goddelijke rechten in de borst van ieder beschaafd mens en ben je niet hoogmoedig als je ons, je broeders, gebogen onder je scepter wilt hebben?!
[13] Ga daarom heen en vraag God om inzicht in de drie grondwetten in je; kom dan pas hier, en oordeel of de onze niet van dezelfde oorsprong zijn als de jouwe!
[14] Leer eerst het goddelijke in je broeders kennen en waarderen, en oordeel dan pas of zij naast de levende goddelijke wetten ook jouw dode wetten nodig hebben!
[15] Dat dien je wel goed te begrijpen; ik heb zo tegen je gesproken uit naam van allen!'
«« 172 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.