De tien geredde verspieders keren terug naar Hanoch, hun verhoor door de priesters en hun sluwe reisverslag.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 202 / 366 »»
[1] En toen deze tien vluchtelingen de stad Hanoch in de laagte naderden, kwamen hen meteen, zoals gewoonlijk, een hele troep gerechtsdienaren en wapenknechten tegemoet om te vragen waar zij vandaan kwamen, wat zij van plan waren en hoeveel schatten zij hadden.
[2] De tien zeiden echter: 'Wij zijn gezanten van deze stad en komen van de ontdekkingsreis terug die wij ongeveer vijf jaar geleden moesten ondernemen. Wij hebben een belangrijke ontdekking gedaan die wij aan de priesters moeten meedelen; laat ons daarom ongehinderd verder gaan als jullie niet morgen als lastdieren verkocht willen worden!
[3] Zoals je ziet, zijn onze tien kamelen met grote schatten beladen; daarom zouden jullie er goed aan doen als je ons van hier tot aan de priesters een veilig escorte geeft! Want wat de kamelen dragen, is voor de priesters, en wij dragen ons eigen goud zelf in de zakken van ons kleed. Ga daarom heen en bescherm ons voor rovers en dieven, dan zul je ten overstaan van de machtige priesters door ons geprezen worden!'
[4] Na deze woorden werden de gerechtsdienaren en de wapenknechten milder gestemd en begeleidden de tien verkenners naar de priesters.
[5] Maar toen het tiental bij de priesters kwam, begon meteen een streng onderzoek dat als eerste bestond uit het keuren van de schatten die zich op de ruggen van de kamelen bevonden.
[6] Pas toen de schatten als volwaardig werden aangenomen, moesten de boden hun zakken laten onderzoeken om te zien of zij wel zoveel bezaten dat het hen voor de slavenstand kon behoeden.
[7] Nu bleek dat zij driemaal meer hadden dan nodig was om hen te vrijwaren voor de slavenstand. Daarom moesten zij tweederde afgeven, want er was intussen een wet gekomen die voorschreef dat iedere kleine burger niet meer goud mocht hebben dan nodig was om hem voor de slavenstand te bewaren. Aangezien deze boden ook uit de kleinburgerlijke stand kwamen betrof de wet ook hen.
[8] Pas na dit onderzoek werd hun gevraagd wat zij voor ontdekkingen gedaan hadden.
[9] En een van de tien, die een goede spreker was en in de politiek niet onervaren, antwoordde:
[10] 'Grootmachtige dienaren van alle goden en getrouwe hoeders van de boeken van Kinkar! Wij zagen landen waar gouden bergen zijn; maar geen ziel bewoont ze. - Maar dat is nog het minste!
[11] Wij vonden rivieren en beken waarin wijn, melk en honing stroomt, en vonden bossen waarin gebraden appels groeien! - Maar dat is ook nog niet het belangrijkste!
[12] Want wij vonden ook de weg die naar de sterren leidt, en vonden daar zulke eindeloos mooie jonge vrouwen dat ons daarbij horen en zien verging!- Maar ook dat is nog niet het meeste!
[13] Wij vonden ook in de buurt van de weg naar de sterren zulke verschrikkelijk reusachtig grote mensen dat indien er maar een van hen hierheen zou komen, hij met één tred onze stad met het grootste gemak zou verpulveren! - Maar dat is nog niet het meeste!
[14] Luister! Nauwelijks een kleine dagreis hiervandaan woont een oeroude man op een berg! Alles daaromheen is allang aan ons onderworpen, - alleen het huis en het volk van deze man niet! Nog nooit heeft hij een stuiver aan ons betaald!
[15] Wij vonden hem en dwongen hem de lang achtergehouden schatting te voldoen.
[16] Maar - o wee! Deze man is beslist een god! Toen wij aan onze eis vasthielden hief hij zijn hand op en meteen werden wij getroffen door duizend bliksems die man en muis neersloegen! Toen stampte hij op de aarde en die opende zich en verslond allen die gedood waren alsook hun kamelen en schatten van onmetelijke waarde.
[17] Maar wij sloegen op de vlucht en de verschrikkelijke man schreeuwde ons na: `Vertel dit aan de duivels in de laagte!'
[18] Hoogst grootmachtige dienaren van alle goden! Dat is ons verslag van a tot z; doe hiermee wat u wilt, - maar laat ons naar huis gaan!'
«« 202 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.