[2] De opperpriesters spraken echter tot de tien: 'Nu is het eerste werk af! Alle slaven van het mannelijke en het vrouwelijke geslacht uit alle delen van ons rijk zijn vrijgekocht. Onze grote paleizen langs de muur van onze stad zijn vol met slaven en ze worden daar verzorgd. Maar wat moet er nu gebeuren?'
[3] En het tiental zei: 'Geef ons nu vierduizend mannen die geoefend zijn in het hanteren van de wapens! Met hen zullen wij erheen gaan en om te beginnen de vrijgekochte slaven meedelen waarom zij werden vrijgekocht. En ten tweede zullen wij in ieder paleis vier wapendeskundigen onderbrengen door wie alle slaven van beiderlei geslacht in de kortst mogelijke tijd het gebruik van wapens volledig zal worden aangeleerd, en wel het mannelijke deel in het voeren van de zwaardere en het vrouwelijke deel in het voeren van de lichte wapens; want zonder zo'n opleiding zijn zij niet te gebruiken!'
[4] Maar de opperpriesters zeiden: 'Dat is allemaal goed en wel, maar waar halen wij opeens zo veel stompe wapens vandaan? Want om daarvoor nu meteen de nieuwe scherpe wapens uit onze grote arsenalen te nemen, zou toch wel enigszins onverstandig, erg duur en zelfs gevaarlijk zijn! Want deze kaste heeft een oude wrok tegen ons; als zij nu opeens scherpe wapens in handen krijgen, dan kon het ons wel eens niet goed vergaan!
[5] Daarom moeten zij naar onze mening eerst met de gewone botte wapens van hout en van stro geoefend worden; en als zij die weten te hanteren en zich verder ook de juiste discipline van een vechter eigen hebben gemaakt, pas dan, menen wij, moeten hun de juiste wapens worden toevertrouwd! Denken jullie ook niet?'
[6] En het tiental zei: 'Teveel voorzichtigheid is even slecht als te weinig! Als jullie aan een eventuele wraak van deze mensen denken, dan zijn er helemaal geen wapens nodig voor een menigte van meer dan vier miljoen mensen! Wanneer zij tegen ons in opstand komen, verdrukken zij ons alleen al door hun gewicht; en zouden de slaven dat van plan zijn geweest dan hadden zij ons al overvallen!
[7] Laat alles maar geheel onbezorgd aan ons over, en wij staan er met ons leven voor in dat je na verloop van een maand alle slaven goed bewapend zult zien wegtrekken, zonder dat er ook maar een vlieg door hen wordt gekrenkt!'
[8] Na deze woorden stemden de opperpriesters in met het meteen verstrekken van de scherpe wapens en gaven de tien de vierduizend in wapens geoefende mannen.
[9] Met hen ging het tiental reeds de volgende dag naar de in gespannen afwachting verkerende slaven, die nog niet wisten - zoals aan het begin reeds vermeld -, wat hen met deze gebeurtenis (namelijk hun vrijkoop) te wachten stond.
[10] De tien verdeelden zich zodanig dat ieder van hen honderd paleizen onder zijn hoede nam, en nog op dezelfde dag deelden zij de oefenmeesters in.
[11] En toen de tien in de paleizen de slaven bij zich lieten komen, werden zij onmiddellijk bestormd met angstige vragen over wat er met hen zou gebeuren.
[12] En de tien zeiden overal: 'Wees geduldig; wij zijn jullie redders en bevrijders uit jullie harde slavenketenen!
[13] Nu zullen jullie gedurende een maand geoefend worden in het hanteren van de wapens en goed te eten krijgen; dan zullen we weggaan om een groot volk te verslaan dat slechter is dan alle duivels, maar verder heel laf, dom en verwekelijkt is! Dan zullen wij, terwijl we nu de laatsten zijn, de heren zijn in de wereld! Pas wanneer jullie geheel kundig zijn in het hanteren van wapens zullen jullie meer te horen krijgen!'
[14] Dit bericht bracht de slaven bijna buiten zichzelf van vreugde en de tien werden welhaast door hen aanbeden.
«« 215 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.