[2] De zwakkeren echter werden eerst een paar weken lang gevoed zodat zij weer op krachten kwamen; pas daarna werden ook zij geoefend in het gebruik van wapens.
[3] Maar wat de reeds zeer bejaarde slaven betrof - natuurlijk zowel mannen als vrouwen -, aan hen werden weliswaar ook lichte wapens gegeven, maar zij hoefden zich niet te oefenen in het gebruik daarvan en hadden alleen maar voor zekere huishoudelijke zaken te zorgen en toezicht op de jongeren te houden.
[4] Dagelijks kwamen er ook afgezanten van de opperpriesters naar het tiental om te zien wat er gebeurde; het waren echter tegelijkertijd ook geheime spionnen die afluisterden wat er hier en daar besproken werd, om te controleren of dat niet van verraderlijke aard was.
[5] Maar het tiental wist al op de derde dag van die slinksheid van de opperpriesters en zij wisten zich ook zo te gedragen dat er niet één woord bij het hele enorme leger voorkwam dat voor de hoogst achterdochtige opperpriesters verdacht zou kunnen zijn.
[6] Hoe meer de slaven geoefend werden en hun behendigheid aan de dag legden, des te meer geheime spionnen verschenen er van de kant van de opperpriesters, die daar alles bekeken en besnuffelden wat er werd gezegd en gemaakt en ondernomen.
[7] Dat ergerde de tien, zodat zij op een dag naar de hogepriesters gingen, waar zij met veel lof werden ontvangen. Toen hen door de opperpriesters werd gevraagd wat zij op hun hart hadden, antwoordden zij:
[8] 'Jullie weten heel goed dat wij goede bedoelingen hebben en ook hoe ver onze scherpzinnigheid en schranderheid gaat! Jullie weten hoe de groten tot groot nadeel van henzelf naar ons inzicht en onze raad moesten handelen, want nu heeft iedereen wel een paar pond goud meer in zijn kast, maar daarvoor moet hij nu zelf werken en in het zweet van zijn aangezicht zijn beetje brood eten of hij moet dagloners aannemen die hij ongetwijfeld duur moet betalen.
[9] Wij hebben echter een onoverwinnelijke macht in onze handen, waarmee wij altijd de schatkisten van de groten kunnen ledigen wanneer we maar willen; en al hun goud is dan reeds zo goed als geheel het onze!
[10] Zie, dat hebben wij allemaal berekend en bij het vrijkopen van de slaven reeds bedacht: `Verlang zoveel als jullie willen! Heden zullen we het je betalen, maar morgen halen wij een viervoud daarvan bij jullie terug!'
[11] Is dat niet alleen al een met geen goud te betalen plan in jullie voordeel, nog geheel afgezien van de grote onderneming die voor ons ligt?! En desondanks moeten wij van jullie kant dagelijks omgeven zijn met duizend geheime spionnen die onze scherpzinnige woorden helemaal niet begrijpen en jullie dan vaak ook nog op een kwaadaardige manier de slechtste berichten over ons kunnen overbrengen.
[12] Zie, dat weten wij precies en daarom zijn wij nu ook gekomen om onze taak aan jullie terug te geven omdat jullie ons niet vertrouwen, want van het ene wantrouwen komt het andere! Vertrouwen jullie ons niet, dan vertrouwen ook wij jullie niet en leggen daarom liever ons ambt neer om een einde te maken aan het wantrouwen ten aanzien van ons!'
[13] Hierop begonnen de opperpriesters het tiental weer tot bedaren te brengen, bedachten hen rijkelijk en verzochten hun met klem hun ambt weer op te nemen - en nu met het voordeel hun wapenoefeningen nog een kwart jaar voort te mogen zetten en er dan pas in actieve dienst opuit te trekken.
[14] Hiermee was het tiental tevreden omdat zij weer hadden bereikt wat zij feitelijk wilden bereiken, en zij vertrokken toen weer naar hun grote leger.
«« 216 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.