[2] En de onderpriester zei: 'Je weet dat sinds de ongunstig uitgevallen poging de hooglanders te verslaan, de opperpriesters in Hanoch in twee vijandelijke kampen verdeeld zijn geraakt, waarbij het ene deel jou tot koning benoemde terwijl het andere kamp in grote woede tegen jou is ontstoken!
[3] Zie, dit deel wil nu een macht van dertigduizend goed geoefende strijders samentrekken en in de grootste verbittering tegen jou optrekken, om je zo mogelijk te gronde te richten!
[4] Toen ik dat besluit van de woedende opperpriesters had vernomen dacht ik bij mijzelf: `Mijn vroegere vriend, nu heer en koning van heel Hanoch, heeft weliswaar een ongeveer vijftigmaal grotere macht, maar deze is over de dagreizen uitgestrekte stad verdeeld en zou daarom op afzonderlijke punten nauwelijks stand kunnen houden tegen een geconcentreerde macht van dertigduizend goed geoefende krijgers!'
[5] Toen ik zo het gevaar dat je liep, berekende, dacht ik bij mijzelf: `Koste wat kost zal ik als raadsman optreden en de opperpriesters allervriendelijkst waarschuwen voor zo'n gevaarlijke onderneming!'
[6] Ik deed dat en schilderde de opperpriesters in de felste kleuren van de wereld het grote en zekere gevaar van het onvermijdelijke mislukken van hun plan, - en zie, zij keken verbaasd op en hun ijver om wraak te nemen bekoelde hoe langer hoe meer en in korte tijd waren zij bereid middels mij met jou te onderhandelen, doordat ik hen dat onder dergelijke omstandigheden als het meest doelmatige voorhield.
[7] En daarom ben ik om drie redenen hier, en wel ten eerste om aan te geven wat er tegen je was besloten, ten tweede als onderhandelaar tussen jou en de opperpriesters en ten derde als nog altijd je oude vriend en raadgever!
[8] Als zodanig raad ik je derhalve aan dat je de opperpriesters, omdat zij toch nog een grote aanhang hebben bij de dommen, met enige doelmatige veranderingen zult behouden als dienaren van de goden voor het volk; wij weten immers wel wat wij moeten denken van zulke dwaasheden, en zien de natuur als de ware god!
[9] Ik denk dat je wel zult begrijpen wat ik daarmee wil zeggen, want je weet even goed als ik dat alleen het blinde, gewone volk tot een god of nog beter tot meerdere absolute bovenzinnelijke goddelijke wezens bekeerd moet worden en die moet vrezen en de koning gewillig moet gehoorzamen om niet de vermeende straffen van de goden over zich af te roepen.
[10] Daar zijn de opperpriesters geknipt voor en zij hebben ook het passende imago voor de illusie van het volk; daarom moeten zij ook niet zo lichtvaardig worden opgeheven!
[11] Wij ingewijden hebben hen evenwel niet nodig omdat wij de krachten van de natuur kennen en de wetmatigheden volgens welke zij werken! - Dat is mijn raad; volg deze op en je zult er wel bij varen!'
[12] Deze bespreking werd ook door de koninklijke opperpriesters aangehoord en zij waren het geheel eens met deze raad.
[13] En de koning zei: 'Broeder, mijn beste, oude vriend ik ben jou veel verschuldigd! Het geschiede volgens jouw raad! En omdat je zo'n scherpzinnige man bent, draag ik je nu op regelingen te treffen met betrekking tot de meest doelmatige veranderingen bij de opperpriesterkaste en die aan mij mee te delen. Ik zal er dan meteen mijn fiat aan geven!'
[14] En de raadgever sprak: 'Laat mij nu weer gaan om met de opperpriesters te overleggen! Dat zij naar mijn pijpen zullen dansen, daar sta ik met lijf en leven voor in; het moet echter lijken alsof zijzelf die veranderingen gemaakt hebben, als we willen dat zij trouw zijn in die nieuwe functie!'
[15] Gurat was daarmee tevreden en de raadgever ging weer naar huis.
«« 233 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.