De opperpriestergeneraal spreekt voor de raad der priesters over zijn geestelijke beleidsplannen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 241 / 366 »»
[1] Na deze expeditie en na de nieuwe benoeming van de onderpriesters riep Gurat een priesterraad bijeen waarin bepaald zou worden hoe de nieuwe godsleer voor het volk eruit moest zien.
[2] Toen de raad in de burcht van de koning bij elkaar was, stond de opperpriestergeneraal op en zei: 'Mijn koning en mijn heer, laat mij in deze belangrijke zaak spreken, waarvan enkel en alleen jouw en ons aller welzijn afhangt! Want stellen wij de godsleer simpelweg op en kennen er niet de grootste pracht en praal aan toe, dan lijkt zij helemaal niet te bestaan!
[3] Om die reden moeten de goden die aan het volk bekend zijn, gehandhaafd blijven en moeten er nog een heleboel aan toegevoegd worden, maar met de belangrijkste verandering, dat wij op verschillende geheimzinnig uitziende plaatsen grote mysterieuze tempels voor hen bouwen en daarin de godheid zo kolossaal mogelijk uitbeelden, want het kolossale oefent op de beschouwende mens een machtige indruk uit en schokt zijn gemoed.
[4] Voor iedere godheid moeten wij ook priesters in het leven roepen die echter met alle wateren van de geestelijke politiek zijn gewassen en in staat moeten zijn om door middel van natuurlijke toverij hun godheid de eigen specifieke wonderen te laten verrichten. Zulke priesters moeten thuis zijn in mechanica en scheikunde en hoe handiger hij het wonder zal bewerkstelligen, hoe beter zijn positie zal zijn!
[5] Want het zij verre van ons, zo'n priester uit de staatskas te bezoldigen; maar tegen ieder van hen moet gezegd worden: `Zie, de tempel is een vetpot! Je wordt daar als kat neergezet; als je wilt eten dan moet je weten hoe de vetpot aan te pakken!', en wij kunnen er bij voorbaat van overtuigd zijn dat het in ons rijk over enkele jaren zal wemelen van de diepzinnigste meest uiteenlopende wonderen, en het volk zal overlopen van louter eerbied en overgave!
[6] Maar er moet vooral op worden toegezien dat iedere priester van een tempel met een bepaalde godheid de grootste geheimhouding in acht neemt, dat hij op straffe des doods altijd nuchter staat tegenover iedereen uit het volk en dat hij verder moeilijk aanspreekbaar is; en als hij al met iemand spreekt, laat hem dan zo onbegrijpelijk mogelijk spreken, - want wat de gewone verstandsmens begrijpt, ziet hij niet als goddelijk!
[7] Bij iedere tempel moet dan ook een welbespraakte volksredenaar aangesteld worden die de kunst verstaat om de wonderdaden van de tempel en de bijbehorende godheid bij het volk aan te prijzen; scholen om zulke priesters en sprekers te bekwamen zullen er alleen hier in Hanoch zijn!
[8] Ik denk dat wanneer mijn voorstel in praktijk wordt gebracht, wij daarmee voor alle tijden der tijden hebben gezorgd en het volk niet eens directe belastingen op hoeven leggen, want de tempels met de goden en priesters zullen de schatten van het volk vanzelf wel op de onschuldigste manier van de wereld uit de zak kloppen, en de regering zal gezien worden als een regering van duiven en lammeren. Dat de wereld bedrogen wil worden is vanouds bekend; laat haar dan ook bedrogen zijn! -
[9] Maar nu nog iets! Moet jij, koning, de opperste heerlijkheid van de hooglanders erkennen? - Ik zie niet in waarvoor dat goed zou zijn! Ik bedoel, wij staan op de ondergrond en moeten daarom steviger staan dan de hooglanders!
[10] Weet je, koning, wat we doen? - Zie, we nemen de trap weg, en de hooglanders moeten dan maar zien hoe zij naar ons toekomen, dat wil zeggen, wij houwen alle mogelijke toegangen tot het hoogland tot honderd manshoogten loodrecht af, dan moeten de hogen maar vleugels aan laten groeien als zij naar ons toe willen komen!
[11] Meer zeg ik voorlopig niet en laat het overige aan jou over, koning!'
[12] De koning en allen waren uitermate tevreden over deze raad en die werd dan ook zo snel mogelijk en met grote ijver uitgevoerd. Reeds de volgende dag werden alle architecten, bouwers en mijndeskundigen bijeengeroepen.
«« 241 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.