[2] Maar de bode van Noach zei: 'Dat moet je nu juist niet doen, want niet alle wegen om het land uit te komen zijn voor jullie afgesneden! Ik ben immers ook van vlees en bloed en toch kon ik een weg vinden om bij jullie te komen! Waarom zouden jullie niet ook deze voor eeuwig onverwoestbare weg uit dit land vinden wanneer het nodig zou zijn?!
[3] En dit land is trouwens zo groot dat het jullie kan voeden, zelfs al waren jullie met honderdmaal meer mensen dan nu!
[4] Wie van jullie kent eigenlijk alle grenzen ervan?! Je hebt wel enkele verkenners hierheen en daarheen uitgezonden, en ieder van hen heeft een deel gezien, maar niemand heeft nog met eigen ogende uitgestrektheden van dit land overal aanschouwd en berekend!
[5] Mij is het hele land echter getoond en ik heb gezien dat het ongeveer vijftig dagreizen lang is in de richting van de morgen en ongeveer tien dagreizen in de richting van middernacht!
[6] Het is wel waar dat Gurat dit land door twee miljoen mensen bijna naar alle kanten ontoegankelijk heeft gemaakt en hij nu reeds gedurende tien jaar veel kosten heeft gemaakt en nog grotere zal gaan maken; maar desondanks heeft dit land toch een vrije uitgang en wel naar de hoogte van Noach, mijn heer!
[7] Van daar strekken zich grote gebieden uit in de richting van de avond en deze hebben weinig en vele nog geen bewoners! Er is dus vooruitzicht en uitweg genoeg wanneer jullie je alsmaar meer zouden vermeerderen!
[8] Maar ik werd niet naar jullie toegestuurd om je deze geruststelling te brengen, maar omdat ik je het naderende gericht van God over alle mensen van de aarde moest verkondigen die zich niet tot Hem willen keren en Zijn gebod niet houden dat Hij in het begin aan de vaderen van de hoogte en de koningen van de laagte heeft gegeven.
[9] Aldus luiden Gods woorden en aldus heeft de Heer honderd jaar geleden tot mijn heer gesproken: `De mensen willen zich niet meer door Mijn geest laten leiden, want zij zijn puur vlees geworden; Ik wil hun toch nog een uitstel van honderdtwintig jaar geven!'
[10] En nogmaals sprak de Heer en zei: 'Noach, zend boden naar alle streken van de wereld, en laat aan alle schepselen Mijn dreigende gericht bekend maken!'
[11] Dat deed Noach, mijn heer, van jaar tot jaar, maar vele boden lieten zich verleiden door het vlees en brachten nooit de boodschap over.
[12] Nu is het tien jaar geleden dat mijn broeder bij jullie was en een andere in Hanoch. De broeder bij jullie kwam wel terug, maar de andere werd in Hanoch gedood.
[13] Van toen af zond Noach jaarlijks in het geheim een boodschapper naar Hanoch en dertig naar de andere steden; maar de boden werden door de afgoden van Hanoch verblind en werden vlees.
[14] Daarom heeft God, de Heer, Zijn geduld verloren en Hij sprak drie dagen geleden weer met Noach en zei: `Noach, trek met je mensen het bos in en laat duizend slanke en rechte sparren vellen en laat ze mooi vierkant houwen, en leg de gekapte stammen bij elkaar en laat ze zo liggen, vijf jaar lang! Dan zal Ik je zeggen wat je ermee moet doen!'
[15] De timmerlieden hebbende bijl reeds aan de wortel gelegd! Honderd jaar zijn vruchteloos verstreken; nu resten er nog slechts twintig jaar!
[16] Keer je daarom in alle ernst tot de Heer als je aan het gericht wilt ontkomen! Want als het twintigste jaar, van nu af, verlopen zal zijn, zal de Heer de sluizen en de vensters openen en zal met grote vloeden al het vlees van de aarde doden!
[17] Zo heb ik nu tegen jullie gesproken, en zo spreekt mijn broeder nu in Hanoch; welzijn voor degene die het ter harte zal nemen! Amen!
«« 251 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.