Agla's heerszucht als koningin van Hanoch en haar wraak op Waltar. Waltars vlucht en dood.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 258 / 366 »»
[1] Maar toen Agla thuis in het paleis van Gurat zag wat haar broer had gedaan, werd haar hart vervuld van toorn en begeerde zij des te meer de hand van Gurat en de kroon, ten einde zich als koningin en medeheerseres van het grote rijk op haar broer te kunnen wreken en in het bijzonder op de godinnen van de schoonheid.
[2] Gurat, die een groot welgevallen had aan Agla, deed dat des te liever omdat hij zich ook des te eerder in de staat van het, naar hij meende, allerhoogste geluk wilde begeven. En zo werd Agla reeds op de derde dag ten volle koningin in Hanoch, de dag nadat haar broer de zeven vrouwen verkreeg.
[3] Deze Agla werd toen uiterst heerszuchtig, en iedereen die haar tegenkwam, moest diep ter aarde buigen voor haar.
[4] Maar dat ontstemde haar broeder Waltar zo erg dat hij daarom van de koning verlangde ontheven te worden van zijn positie om zich ergens in een gebergte te kunnen vestigen, waar hij nooit iets van zijn vreselijke zuster zou vernemen.
[5] Maar Gurat, die gewoonweg bezeten was van Agla, deed nu niets meer zonder haar toestemming en vroeg haar daarom wat zij van het besluit van haar broer vond.
[6] Toen Agla dat hoorde, werd zij boos op haar broer, scheidde hem dadelijk van zijn vrouwen en liet hem naar een diepe gevangenis brengen. Toen dit gebeurde was zij nog lang geen jaar koningin, en haar broer had ook nog niet zo'n lange tijd het echtelijk geluk met zijn zeven godinnen genoten.
[7] De opperpriestergeneraal betreurde het eveneens dat Agla haar broer zonder reden of aanleiding in de gevangenis liet werpen, want de opperpriestergeneraal kon Waltar goed gebruiken omdat hij een zeer wakkere geest bezat. Daarom deed hij heimelijk moeite bij de koning voor de bevrijding van Waltar, maar onder het zegel van de strengste geheimhouding voor Agla, omdat zij anders haar broer kwaad zou kunnen doen.
[8] En de koning zei: 'Dat zou allemaal goed zijn, maar hoe zullen wij de gevangenis openen terwijl alleen Agla de sleutel van deze gevangenis heeft en zij bovendien haar meest vertrouwde wachter voor de gevangenis heeft geplaatst?'
[9] De generaal zei: 'Dat is inderdaad zeer bedenkelijk, maar laat dat maar aan mij over, - ik zal de zaak wel in orde brengen! Ik zal 's nachts met een kleine gewapende eenheid de gevangeniswacht overvallen en de gevangenis met geweld openen, en de vertrouwde wacht zal zich dat dan moeten laten welgevallen!'
[10] Gurat willigde deze raad in, en in diezelfde nacht en na een hechtenis van in totaal twee maanden werd Waltar weer bevrijd.
[11] Maar toen Waltar bevrijd was, wilden de opperpriesters hem in bescherming nemen; hij wenste echter alleen maar te vluchten en dus stond men hem dat ook toe.
[12] Agla hoorde echter al spoedig wat er was gebeurd en zij zond achtervolgers uit om haar broer te grijpen en waar zij hem aantroffen te doden.
[13] En de achtervolgers, hopend op een goed loon, verspreidden zich snel in alle richtingen en haalden Waltar in op weg naar het gebergte en zij sloegen hem neer.
[14] Dat was zijn einde en zijn loon, omdat hij zich van de goede weg van God had verwijderd. En dat was ook het begin van de wreedste regering die ooit in Hanoch had geheerst.
«« 258 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.