[2] Maar de dienaren zeiden tegen de koningin: 'Grote, machtige heerseres! Dit durven wij niet zo goed aan, want het grote volk heeft veel met deze godinnen op en wanneer wij hen te zeer verschrikken en beledigen en ze zich dan bij het volk beklagen, zou dat zeer kwalijke gevolgen hebben voor zowel ons als voor uwe majesteit, grote, machtige heerseres!
[3] Want wie wreed wil zijn, moet tactisch te werk gaan opdat men hem de wreedheid niet aanrekent; anders loopt hij weldra groot gevaar en wordt er aan zijn doen en laten beslist paal en perk gesteld! Laat uwe majesteit deze keer onze raad opvolgen en deze lijken ergens heimelijk laten begraven, dan zal alles goed en onopvallend voor het grote volk gebeuren!'
[4] Na deze welgemeende tegenspraak van de dienaren sprong Agla als de bliksem op en trok haar dolk voor iedereen die haar niet ogenblikkelijk stipt gehoorzaamde.
[5] En de achtervolgers moesten doen wat de koningin wilde.
[6] De lijken werden dus losgemaakt en elk in een zwarte doek gewikkeld en op klaarlichte dag ook op eenentwintig kamelen naar de grote tuin gebracht en daar in de tempel van Naƫhme geheel ontbloot tentoongesteld.
[7] En nadat de beulen de lijken hadden uitgestald, gingen zij er als dieven vandoor en lieten de kamelen en alles in de steek, en zij zeiden tegen elkaar: 'Deze keer zijn wij er heelhuids vanaf gekomen; voor alle volgende soortgelijke opdrachten moet die furie van een koningin andere dienaren zoeken! Wij zullen haar, evenals de koning, niet meer dienen!'
[8] De opperpriestergeneraal had echter via geheime inspecteurs reeds alles vernomen wat Agla deed en stuurde meteen een sterke troep soldaten naar de godinnen.
[9] Op hun terugtocht liepen de dienaren van de koningin precies in de val van deze soldaten en ze werden meteen gevangen genomen. Als gevangenen moesten zij nu weer meteen omkeren en de soldaten naar de plek brengen waar zij de lijken hadden neergelegd.
[10] Toen de soldaten met de dienaren in de tempel aankwamen en de nog door geen van de godinnen aanschouwde lijken zagen, vroeg de aanvoerder aan hen of zij die heerlijke vrouwen hadden neergestoken.
[11] En de achtervolgers vertelden de toedracht van deze zaak.
[12] Daarop riep de aanvoerder van de soldaten uit: 'Bij alle goden en bij de Oergod Zelf! Deze koningin is de levende Satana zelf waarvan in de boeken van Kinkar melding wordt gemaakt, want een dergelijke wreedheid is ongehoord!
[13] Maar hoe kunnen wij van deze slang der slangen bevrijd raken? Zij zit op de troon; de hele hel staat haar ten dienste! Dat zal binnenkort een leven worden in deze stad waarvoor tijgers en hyena's op de vlucht slaan!'
[14] Daarop wendde de aanvoerder zich tot een van de soldaten en zei: 'Hier moet een voorbeeld gesteld worden! Laat de balsemers komen! Ik wil de lijken laten balsemen opdat zij niet vergaan, en zal ze ter algemene aanschouwing hier in de tempel in glazen zerken leggen met het opschrift: `Het helse werk van de koningin!'
[15] En jullie dienaren, graaf onmiddellijk het hoofd van Waltar op; dat moet ook worden gebalsemd, en ik zal het dan in een aparte glazen urn boven de doodskisten van zijn vrouwen plaatsen met een passend opschrift!'
[16] En alles gebeurde meteen volgens de vaste wil van de aanvoerder.
«« 260 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.