[2] Wie uit liefde tot God in zijn hart een oprecht berouw over zijn zonden heeft, mag niet twijfelen; want God is niet onverzoenlijk zoals een mens, maar hoogst vergevingsgezind!
[3] Wie met berouw en liefde tot de Vader komt, mag niet vrezen; hij zal vergeving van zijn zonden ontvangen!
[4] Indien het hele rijk zou zijn zoals Hanoch nog is, nu weliswaar in nog maar weinig mensen, dan zou God nog wel duizend jaar willen wachten op volledig beterschap; maar ga naar jullie vazallen en naar de twaalf andere steden; daar zul je gruwel op gruwel aantreffen waarover jullie nooit iets horen!
[5] Je hebt het volk wel alle vastgestelde belastingen kwijtgescholden en daarvoor in de plaats onbepaalde en in zekere zin vrijwillige belasting ingevoerd; maar juist die invoering gaf aan al jullie vazallen de gelegenheid aan de niet vastgestelde belastingen zo'n vorm te geven dat geen enkele onderdaan ook maar een uur meer veilig is voor enorm gebedel. En geeft hij zo'n bedelaar niet wat hij verlangt, dan begint deze onmiddellijk de verschrikkelijkste dreigementen tegen de onderdaan te uiten; en stoort de onderdaan zich daar niet aan, dan gaat de bedelaar weg onder het uiten van vervloekingen en de vreselijkste verwensingen.
[6] En zie, er vergaat dan geen dag of alle verwensingen worden aan de onderdaan voltrokken door verkapte alom tegenwoordige natuur- en helletovenaars! Op dit ogenblik worden duizend onderdanen op de meest schandalige manieren gemarteld, en het volgende uur staat dat alweer duizend anderen te wachten!
[7] Moet God bij zulke omstandigheden het menselijke geslacht nog langer ontzien en op beterschap wachten?
[8] Waarlijk, laat de hel het eeuwige verbeteringsoord zijn voor deze duivels in menselijke gedaante!
[9] Heden heeft de Heer, God van hemel en aarde, Noach op de hoogte opdracht gegeven volgens het juiste ontwerp een ark te bouwen en Noach heeft reeds de hand aan het opgedragen werk geslagen!
[10] Wie van jullie gered wil worden moet ware boete doen voor God en ook proberen anderen tot ware boete te bekeren, dan zal hij genade vinden en zal God hem op het juiste ogenblik uit dit land van verderf leiden, opdat hij niet berecht zal worden met de duivels!
[11] En jij, Fungar-Hellan, ga er met je krijgsmacht op uit en verwoest alle afgodentempels als jou aan vergeving van je grote zonde in de ogen van God iets gelegen is; maar onthoud je van te grote wreedheid! Amen.'
[12] Deze woorden die als vanuit de lucht in de zaal kwamen, brachten een angstige verbijstering onder allen, ook Mahal, teweeg; en Fungar-Hellan beval meteen al zijn krijgsoversten binnen maximaal drie dagen de hele krijgsmacht in paraatheid te brengen.
[13] En Mahal zegde hem toe dat hij hem in naam van de Heer overal heen zou begeleiden.
«« 298 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.