Fungar-Hellan rijdt tot voor de tempel. Het afgewezen ultimatum. De vurige kunsten van de tempeldienaren.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 306 / 366 »»
[1] Maar nog voor de grote hofstoet op het grote leger stootte, was het grootste deel daarvan al in volle opmars naar de niet zeer ver van Hanoch gelegen tempel van de smeden gods, die zoals reeds bekend ter ere van Thubalkaïn, de uitvinder van de ertsbewerking, was opgericht.
[2] Toen de voorhoede bij de dikke voormuur van de tempel aankwam, maakte zij halt en eiste van de poortwachters onmiddellijke toegang.
[3] Maar de wachters antwoordden: 'Op deze tijd wordt niemand in de tuin van het heiligdom binnengelaten; slechts een doortrapte misdadiger kan zoiets met zo'n heftigheid verlangen! Wat willen jullie dan zo vroeg binnen deze heilige muren?'
[4] En de grote voorhoede gaf brutaalweg als antwoord: 'Wij willen niets meer en niets minder dan juist dit heiligdom op bevel van Fungar-Hellan voor alle tijden der tijden tot op de grond verwoesten en voorts de weerbarstigen onder jullie een beetje doodslaan of ombrengen, - wat jullie het liefste is! Maak daarom niet veel onnodige drukte, want achter ons komt een leger van twee miljoen strijders!'
[5] Toen de poortwachters dat hadden vernomen antwoordden zij veel milder: 'Ja, als de zaken er zo voorstaan, dan moeten wij dat toch eerst aan de opperpriester van deze tempel melden opdat hij jullie als afgezanten van de grote, almachtige Fungar-Hellan waardig kan ontvangen!'
[6] Maar de voorhoede zei: 'De opperpriester mag het niet eerder weten dan dat wij de tempel reeds volledig hebben verwoest; maak daarom de poort maar snel open, anders zullen wij die met geweld openbreken!'
[7] Toen de poortwachters die woorden hadden gehoord riepen zij luid: 'O jullie infame spitsboeven, o jullie uitgeworpenen van de hel! Dat is dus jullie plan! Je wilt alleen maar de heiligdommen van de tempel roven en stelen! Het mooie goud en zilver willen jullie! O wacht maar eens even; die moeite zal je bespaard worden! Wij geven deze muiters nu meteen bij de opperpriester aan, en hun weg zal op een wijze bekort worden waarvan tot op heden zelfs nog geen duivel ooit heeft gedroomd!'
[8] Daarop liepen meteen een paar poortknechten naar de opperpriester en deelden het hem mee.
[9] En deze ontstak in een woede, groter dan die van een tijger, dreef zijn hele krijgsmacht bijeen en stelde onmiddellijk al zijn helse vuurkunsten volop in werking.
[10] Bergen begonnen op verschillende plaatsen vuur te spuiten; de hele tempel werd weldra gloeiend en uit de grote tuinmuur begon ook overal vuur te spuiten, en dat werd allemaal binnen een uur bewerkstelligd.
[11] Toen de voorhoede een dergelijk woeden van het vuur zag, trokken ze terug naar het grote leger dat ook halt maakte, omdat het ook niet in die ware vuurzee durfde door te dringen.
[12] Intussen bereikte ook de hofstoet het leger, en zelfs Fungar-Hellan was verbaasd over dit vuurspektakel rondom de tempel van Thubalkaïn.
[13] Maar Mahal zei tegen hem: 'Laat hen maar een dag lang hun vuurkunsten tonen; morgen zullen wij dan een staaltje laten zien!'
[14] En Fungar-Hellan deelde dat als bevel mee aan het hele leger; en allen keken een hele dag lang naar het enorme spektakel.
«« 306 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.