[2] Pas na een rust van drie dagen deelde Fungar-Hellan nadere bevelen uit met betrekking tot de aanval van deze door de natuur zo buitengewoon goed beveiligde tempel en plaats waarop de tempel stond.
[3] Aanvankelijk wilde Fungar-Hellan het hele meer met een omtrek van vele mijlen door een enkelvoudige linie van krijgers laten omgeven, maar de terreingesteldheid bleek al spoedig onoverkomelijke moeilijkheden op te leveren die zijn plan geheel en al onuitvoerbaar maakten. Want het meer eindigde op sommige plaatsen in uitgestrekte steile rotswanden en op andere plaatsen verloor het zich in onafzienbaar ver uitgestrekte poelen en moerassen.
[4] Daar dus een dergelijk plan noodzakelijkerwijs opgegeven moest worden, werd er spoedig een ander ontworpen, namelijk dat Fungar-Hellan in verloop van zes weken twintigduizend platboomde vaartuigen liet maken waarvan elk gemakkelijk plaats bood aan honderd man. Deze vlotten werden van de mooiste ceders gemaakt, die elk twaalf vadem lang waren zodat dan ook het hele vlot overal dezelfde lengte had en daarbij ook een breedte bezat van zes vadem.
[5] Toen deze vlotten klaar waren en voorzien van de nodige roeispanen, relingen, banken, ijzeren fornuizen en provisiekisten en andere kleine opbergruimten voor allerlei oorlogsmateriaal, werden zij bemand en werd het bevel gegeven het hele eiland te omgeven en er streng op toe te zien dat geen mens het eiland verliet noch dat iemand dit eiland benaderde.
[6] Als de belegeraars door de belegerde eilandbewoners zou worden gevraagd wat dit te betekenen had, dan moesten zij ronduit de wil van de generaal bekendmaken en zeggen: 'Als jullie je onvoorwaardelijk aan de wil van de generaal onderwerpen dan zul je zijn vrienden worden; maar in het tegenovergestelde geval zijn jullie zijn grootste vijanden, die hij door het zwaard zal verdelgen!'
[7] Met die instructie gingen de vlotvaarders naar het tamelijk verafgelegen eiland en belegerden het met hun vlotten zo volkomen dat er geen mens meer op of af kon gaan.
[8] De belegering duurde nog geen dag of de priesters ervoeren al wat er aan de hand was. Zij zonden daarom een afvaardiging naar de belegeraars en lieten vragen of zij meteen de wil van de grote Fungar-Hellan konden uitvoeren, want anders kon de god van de wateren gemakkelijk vertoornd worden.
[9] Toen de belegeraars dat van de afgezanten gehoord hadden, waren zij zeer verheugd en dadelijk voeren tienduizend man naar het eiland en begaven zich aan land. Maar toen zij op de plaats van de tempel aankwamen vonden zij geen spoor meer van een tempel, maar wel overal lieflijke landhuizen waarin heel gewone landlieden woonden.
[10] Toen de tienduizend dat bij het doorzoeken van het hele eiland door hadden zeiden zij: 'Wat doen we hier nu? Hier valt niets te verwoesten; laten we daarom maar liever terugkeren en alles aan de generaal melden!'
[11] Zo gezegd zo gedaan; en toen Fungar dat hoorde verbaasde hij zich daar ten zeerste over en wist niet wat hij moest doen.
[12] Hieronder het vervolg!
«« 316 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.