Mahals opheldering aan Fungar-Hellan. De mislukte lering van de waterpriesters als beeld van het mislukken van de goddelijke liefde bij ons mensen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 319 / 366 »»
[1] Nu Fungar-Hellan en Mahal zich ervan hadden overtuigd dat hier voor de eerste keer het advies van Mahal mislukte, vroeg Fungar-Hellan aan Mahal: 'Broeder in God, de enig eeuwig Ware, - hoe komt het nu dat je raad vruchteloos is en naar het lijkt ook geen juiste basis heeft?'
[2] En Mahal zei: 'Broeder, enkele ogenblikken geleden kwam het mijzelf ook vreemd voor daar ik toch enkel zeg wat tot mij komt vanuit de geest van de Heer; maar nu begrijp ik wel waarom ik zo'n raad kreeg, en waarom die vruchteloos moest zijn!
[3] Zie, deze hele gebeurtenis stelt heel onze verhouding tot God voor!
[4] Deze wellustige, wereldsgezinde priesters stellen ons mensen voor in deze tijd. Wij kwamen met een groot leger naar deze waterdienaren; zo kwam in het begin ook God als een almachtige, onverbiddelijke rechter voor het eerste mensenpaar.
[5] Maar dit paar kreeg berouw over zijn begane zonde ten overstaan van God; en God kwam in een vriendelijk gewaad en plaatste de mens weer in zijn eerste geestelijke welstand. Toen vergat de mens al spoedig weer de toorn van God en zondigde tegen de goddelijke vriendschap.
[6] Maar God wilde Zijn vriendschap niet zo gauw weer in toorn omzetten, maar in een nog grotere liefde, genade en barmhartigheid, en wilde alleen door de liefde het verdorven mensengeslacht weer geheel en al voor Zich winnen.
[7] Alleen - toen de mensen het aangezicht van Gods liefde aanschouwden en haar zoete stem hoorden, waren zij in het begin een en al wederliefde, maar in die liefde zagen zij in de loop der tijd een dermate grote toegeeflijkheid en geduld, dat zij zich gewoonweg niet konden voorstellen dat Hij ooit weer tot een gericht over kon gaan!
[8] In het begin beminden de mensen God zo hevig dat zij met hun zuivere liefde ook alles omvatten wat God had geschapen; maar na verloop van tijd hingen zij met hun liefde hoe langer hoe meer aan de zichtbare schepselen en vergaten langzamerhand weer geheel en al de goddelijke liefde en dat ging zover dat het goddelijk geduld een diepe barst kreeg en het totaal naar buiten gekeerde mensengeslacht weer met een algemeen gericht moest worden bezocht - en nu des te meer zal moeten worden bezocht. Want de mensen weten niets meer van God, zoals deze priesters hier die jij de macht op dit eiland hebt gegeven zoals God ooit aan de mensen over de aarde.
[9] Maar aangezien zij deze macht misbruikten, kwamen wij om die van hen weg te nemen; zij doorzagen ons echter en maskeerden hun omstandigheden zodanig, dat wij hen niets kunnen maken.
[10] Wij hebben ons daarom over hen erbarmd, riepen hen bij ons en wilden hun door het aangename gezicht van de liefde in de persoon van Agla en Kisarell weer de ware liefde en het ware besef van God teruggeven.
[11] Maar welke uitwerking had dat op deze priesters? - Zie, zij werden nog wellustiger en zinnelijker - voor onze ogen zelfs!
[12] En zie, net zo zijn wij mensen tegenover God! Hoe meer liefde en geduld Hij ons bewijst, des te meer keren wij ons zinnelijk naar buiten en worden dan vervuld van eigenliefde, zelfgenoegzaamheid en willen tenslotte buiten onszelf niemand meer hoogachten, en daarom ook God niet!
[13] Al belijden wij God ook met de mond, wij verloochenen Hem echter met iedere daad van ons! Want God verloochent Zichzelf helemaal en keert al Zijn schatten naar ons toe; maar wij doen dat in het beste geval zo, dat wij slechts het kleinste deel aan onze broeders geven en het grootste deel altijd voor onszelf behouden!
[14] Zie, daarom liet de Heer het nu ook voor onze ogen zo gebeuren dat wij daardoor zouden beseffen hoe wij ons nu tegenover Hem precies zo gedragen als deze priesters tegenover ons!
[15] Opdat wij ons in onze zelfzucht niet volledig te buiten gaan, moet God Zich nu ook net zo in Zijn liefde terugtrekken als Agla en haar broeder zich voor deze priesters terug moesten trekken!
[16] Begrijp je nu het mislukken van mijn raad? - Zie, het is het beeld van het mislukken van de goddelijke liefde aan ons mensen!'
[17] Het verdere in het vervolg!
«« 319 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.