Satans listige plan om de mensen door vrouwelijke schoonheid te verleiden. De stem van boven. Het gezelschap van Horadal bij Adam en Henoch.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 32 / 366 »»
[1] Nu was ook op de hele aarde de volmaakte orde hersteld, en hemel en aarde waren allerinnigst met elkaar verbonden, en zelfs de Satan zei bij zichzelf:
[2] 'Wat zal ik nu doen? De Heer heeft Zijn mensenkinderen Zelf onderwezen en heeft hen vast aan Zich verbonden; ja zelfs mijn laagte heeft Hij tot Zijn eigendom gemaakt en heeft velen op alle gebieden een grote macht gegeven waar ik niets tegen kan doen of ondernemen!
[3] Ik heb wel macht in het gesternte evenals over alle elementen op aarde, maar wat heb ik daaraan als de mensenkinderen de macht in Gods hart hebben en mij daarmee overal waar ik ook maar in opstand zou komen, ontzettend machtig tegemoet kunnen treden?!
[4] Maar toch weet ik wat ik wil doen. Omdat ík het recht heb om te verleiden, zal ik het mensengeslacht een lokaas voorhouden en het zal spoedig blijken of de kinderen van de Heer wel zo standvastig en onwankelbaar zijn als nu het geval bleek onder de eigen persoonlijke leiding van de Heer!
[5] Ik zal bij de verwekkingen van de dochters in de laagte aanwezig zijn en hun vlees zo mooi en bekoorlijk laten worden dat iedereen die zo'n dochter van de steden in de laagte zal zien, helemaal door haar grote bekoring gefascineerd zal worden! Dat kan en mag ik doen omdat het vlees nog in mijn macht is!
[6] Maar wat doe ik als ik dat doe! Het goede of het kwade? Want doe ik het kwade dan zal de Heer me berechten; doe ik het goede dan zal de Heer zeggen: `Het goede is alleen in God!'
[7] Ik weet echter hoe ik het zal aanleggen: in het midden moet het blijven - noch slecht noch goed!
[8] En precies zo zullen de mooie dochters zijn; iemand die sterk en deugdzaam is, zal nog steeds heel goed, God welgevallig, naast hen kunnen voortgaan!
[9] Maar is hij dat niet, dan zal hij in de mooiste dochters op zijn minst een duchtige toetssteen vinden en een prachtige gelegenheid zijn deugdzaamheid te sterken of te verzwakken om zo voor God en mij te laten blijken hoe hij is, - en niet hoe hij zonder moeite en zelfbeheersing zou willen zijn: een heer zelfs over mij en een vorst, machtig in de hemelen!
[10] Dat daardoor menig zwakkeling in de val zal lopen is zeker, maar dat daardoor ook menigeen een grote held van deugdzaamheid zal worden, dat kan men ook als vaststaand aannemen!
[11] Dus - naar beide kanten afgewogen - is dit plan op zichzelf niet slecht maar ook niet bepaald goed te noemen; het is het midden, dus zwevend tussen goed en kwaad!
[12] Daarom zij het vast besloten en in de kortste tijd uitgevoerd!
[13] Maar nog iets: als het plan uiteindelijk nu eens slechter blijkt uit te vallen dan ik nu heb berekend?! Dan zou ik opnieuw op vijandige wijze met de Heer te doen krijgen!
[14] Maar ook hier weet ik wat ik wil doen! Henoch is de rechterhand van de Heer hier op aarde; naar hem zal ik toegaan en mijn plan voorleggen! Hij moet het met de Heer bespreken en mij dan meedelen of het de Heer bevalt!
[15] Dat zou weliswaar goed zijn. Maar wat als Henoch mij met zijn grote macht afwijst?! Wat dan te doen in mijn opnieuw ontwaakte boosheid?!
[16] Hoe zou het zijn als ik eens zelf naar de Heer durfde gaan?! Dat zou toch de kortste weg zijn!'
[17] En er kwam een stem van boven tot het oor van de Satan die kortaf zei: 'Wat voor boosaardigheid beraam je?'
[18] En de Satan sprak: 'Heer, ik wil niets boosaardigs doen, maar slechts een toetssteen zou ik voor Uw kinderen willen oprichten, maar daarbij niemands volle vrijheid ook maar in het minst beïnvloeden; sta het mij daarom toe!'
[19] En de stem van boven sprak: 'Satan, omdat je een man wilde zijn ben je vrij; doe in jouw elementen wat je wilt, en de Heer zal ook datgene doen wat Zijn wil is! - Maar laat Henoch ongemoeid!'
[20] Nu was de Satan volkomen tevreden met dit antwoord en begon weldra aan het voorgenomen werk, dat hem echter nog geruime tijd niet wilde lukken. Want zolang de generatie zoals die nu op de hoogte evenals in de laagte bestond, voortduurde, kon hij met zijn list weinig uitrichten, - maar des te meer bij hun nazaten, zoals het verdere verloop helaas zal aantonen!
[21] Spoedig na deze gebeurtenis kwamen er afgezanten van Horadal bij Adam en benoemden hem in naam van de Heer tot hoogste leider over het volk tussen middernacht en morgen. Het gezantschap bestond uit tien mannen met aan het hoofd de beide zonen van Lamech.
[22] Adam stuurde het gezantschap naar Henoch en Henoch beloofde hen in naam van de Heer om ook over hen het hogepriesterschap uit te oefenen tegen een tiende deel van hun beste vruchten als offer aan de Heer. Toen liet hij hen weer gaan en hield beide zonen van Lamech bij zich en nam hen op in zijn huis.
«« 32 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.