[2] Toen sprak Mahal, die samen met zijn familie allervriendelijkst door de tien vorsten was opgenomen:
[3] 'Vrienden, jullie aantal is volgens nauwkeurige telling met bijna drie miljoen verminderd, en jullie hebben nu voldoende ruimte in dit grote bergland, dat voor jullie allen in voldoende mate voedsel voortbrengt!
[4] Laat daarom Hanoch met rust! Ik weet wel dat het zich zal voorbereiden voor een geweldige strijd tegen jullie en dat het een leger van meer dan vier miljoen man bijeen zal brengen; maar laat dat jullie geenszins verontrusten! Want als jullie niet naar hen toegaan dan zullen zij het wel voor alle tijden der tijden achterwege laten om naar jullie toe te gaan; want ze zijn wel zo verstandig dat zij inzien dat honderd man in de laagte het niet kunnen opnemen tegen tien man op een rots!
[5] Daarom kunnen jullie hier ook volkomen veilig zijn; want ten eerste zullen de Hanochieten - al was hun aantal nog zo groot - het nooit aandurven tot hier door te dringen, en ten tweede kunnen zij dat ook niet meer, want buiten de plaatsen waar jullie je de weg naar beneden hebben gebaand is er nergens een weg naar boven mogelijk, - behalve over de heilige hoogten van mijn broer Noach! Maar dan zullen de Hanochieten wel overal de weg naar boven moeten opgeven; want in de woestenij van de slacht zal de pest hen al vele uren gaans tegemoet komen en die zal hen allen heel kwalijk ombrengen. En zo zal deze plaats gedurende twintig jaar noch voor hen noch voor jullie te passeren zijn!
[6] Maar wat de heilige hoogte betreft, waar mijn broer woont, die staat onder de almachtige bescherming van God, en tegen Hem optrekken zou voor de mensen wel een zeer vergeefse moeite zijn! Volg daarom deze raad op, en je zult er wel bij varen!'
[7] Toen de tien vorsten die raad hadden vernomen dachten zij na en zeiden: 'Je hebt goed gesproken; maar denk je dat de woede van Fungar-Hellan ons met rust zal laten? Of zal hij, wiens geest een ontzettende ondernemingslust bezit, niet eerder alles doen om zich op duizend andere punten toegangen tot ons te verschaffen - en misschien heeft hij er tot nu toe al wel honderd gemaakt?! En als hij in ons land komt, wat gebeurt er dan met ons?!'
[8] Toen zei Mahal: 'Laat het maar! Meteen aan het begin heb ik jullie gezegd wat mijn broer Noach doet. Waarlijk, eerder dan Fungar met zijn honderd aanvalstorens klaar zal zijn, zal Noach met zijn waterhuis klaar zijn! En wanneer dat klaar is, dan zullen Fungar-Hellan noch zijn torens noch de bergen iets baten; want dan zal de Heer uittrekken ten strijde tegen de hele wereld en zal geen enkel schepsel sparen - vanwege de grote slechtheid van de mensen!'
[9] Na deze woorden van Mahal werden de tien vorsten zeer nadenkend en zeiden drie dagen lang niets; maar zij volgden wel de raad op.
«« 324 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.