[2] Welnu broer Mahal, als je het wilt horen, zal ik je Gods bouwplan voor deze grote ark meedelen!'
[3] En Mahal vroeg hem dat te doen en sprak: 'Ja, mijn waardige broer, doe dat, ik vraag je het nogmaals om daaruit op te maken wat mij te doen zal staan!'
[4] Toen Mahal dat had gezegd zei Noach tegen Mahal: 'Goed dan, luister! Maar ik vraag je om niet boos te worden; want het zou je eigen schuld zijn als je door je eigen toorn zou worden verteerd!'
[5] En Mahal verzekerde Noach plechtig dat hij niet boos zou worden, ook al zou de Heer een brandende doornstruik op zijn naakte rug slingeren!
[6] Daarop zei Noach: 'Luister dan; want zo sprak de Heer God Zebaoth tot mij toen ik het vurenhout volgens Zijn opdracht geveld en bewerkt had:
[7] `Noach! Maak een kist van het dennenhout en maak er kamers in, bestrijk ze van binnen en van buiten met pek; maak de kist als volgt: laat de lengte driehonderd el zijn; de breedte vijftig el en de hoogte dertig el. (Een el was gelijk aan een halve vadem.)
[8] Slechts één venster moet je erin plaatsen, en wel boven bij het dak, en dat moet een el groot zijn (zowel in de lengte als in de breedte, voorzien van een deurtje van planken om het venster goed af te kunnen sluiten.)
[9] De toegangspoort moet je midden in de zijkant van de ark plaatsen! De ark zelf moet van onderen naar boven door drie vloeren in drie verdiepingen verdeeld zijn, zodat de hele kist er dan onderin een heeft, in het midden een en boven een, namelijk de derde vloer boven voor de mens en zijn benodigdheden.'
[10] En ik, Noach, vroeg de Heer nader naar Zijn wil om te vernemen waartoe deze kist dan diende.
[11] En de Heer sprak nogmaals tot mij: 'Noach, zie, Ik wil op aarde een machtige watervloed over de zonde laten komen tot verderf van al het vlees onder de hemel waarin een levende adem is; en alles wat op aarde is zal ondergaan!
[12] Maar met jou wil Ik een verbond sluiten! Jij zult met je zonen, je vrouw en met de vrouwen van je zonen in de kist gaan!
[13] Daarnaast zul je ook allerlei dieren van al het vlees in de kist doen; van ieder elk een mannetje en een vrouwtje, opdat ze in leven blijven bij jou!
[14] Van de vogels naar hun soort, van het vee op aarde naar hun soort, en van allerlei kruipend gedierte op aarde naar hun soort moet van elk een paar met jou in de ark gaan, opdat zij in leven blijven!
[15] Zo moet je ook allerlei spijzen meenemen om te eten en die moet je in de juiste maat verzamelen om jou en de dieren tot voedsel te dienen!'
[16] Ik viel neer voor de Heer en weende en smeekte en sprak: `Heer, hoe moet ik, zwakke mens dat allemaal alleen doen? Waar zal ik al die dieren vangen en waar vind ik het juiste voer voor ze? Waar moet ik voor alle vleeseters het vlees vandaan halen, en waar het gras voor al de grote graseters, en waar de mij onbekende kost voor al het kruipende gedierte? - Wanneer, o Heer zal ik klaar zijn met de grote ark?'
[17] Toen zei de Heer: `Noach, maak je geen zorgen, maar ga enkel aan het werk, en Ik zal je zo helpen dat je de zwaarte van het werk niet zult voelen!'
[18] En zie, broer, ik ging meteen aan het werk en alles voegde zich wonderbaarlijk vanzelf, en ik had met mijn weinige helpers lichte arbeid. De ark groeide flink van dag tot dag en is nu tot op het vensterdeurtje bij het dak klaar!
[19] Zo was het bouwplan dus, en zo is nu ook het werk voltooid!'
[20] Toen Mahal dat hoorde werd hij zeer bedroefd, want hij vernam niet dat ook hij in de ark mocht gaan.
[21] Wat verder, - in het vervolg!
«« 334 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.