[2] De twaalfduizend engelen begaven zich eerst naar Hanoch, waar zij alleen koning Gurat met de allang vrijgelaten hoofdman Drohuit aantroffen, die juist bezig waren de verslagen te lezen over de tegen God gerichte ondernemingen van Fungar-Hellan.
[3] Deze hemelboden verdeelden zich echter in Hanoch, en slechts honderd begaven zich naar de burcht van de koning; die legde dadelijk zijn oorlogsverslagen ter zijde en ontving deze vermeende afgevaardigden zoals gewoonlijk met de grootste hoofse en politieke hoffelijkheid en vroeg naar hun wensen.
[4] Meteen kwam de engel Waltar naar voren en zei tegen Gurat: 'Gurat, ken je de vermoorde onderkoning niet meer, Waltar, de broer van Agla?'
[5] Hierop schrok de koning, en Drohuit niet minder; want beiden herkenden de onmiskenbare Waltar maar al te gauw en wisten niet wat zij moesten denken van deze verschijning.
[6] Pas na een poosje vroeg de koning aan Waltar: 'Hoe? O Waltar, ben jij niet vermoord door de beulsknechten van je zuster?! Hoe kan het dat je nu leeft? Want de moordenaars hebben immers je onmiskenbare hoofd aan Agla teruggebracht, die het daarop heeft laten balsemen!'
[7] En Waltar zei: 'Ja, Gurat, ik ben helemaal dezelfde Waltar! Maar nu leef ik voor eeuwig in een nieuw geestelijk, onverwoestbaar lichaam dat volledig één is met mijn geest! En zo ben ik nu een bode van God uit de hemelen zoals allen die hier zijn, en zoals nog zeer velen die reeds over de stad zijn verdeeld om het zeer nabije gericht van God aan het volk te prediken, zoals ook wij je hier aankondigen dat jullie nu al bijna reddeloos verloren zijn!
[8] Want jullie oorlogen tegen de volkeren van het hoogland hebben jullie de onvermijdelijke ondergang bezorgd, want jullie hebben door je wetenschap en kennis een middel aangewend waarmee je nu bergen als molshopen volkomen vernietigt zonder te weten wat zich onder de bergen in de aarde bevindt!
[9] Zie, bergen zijn de deksels van grote onderaardse wateren en zijn daarom volgens Gods orde meestal uit hard gesteente samengevoegd zodat de ondergrondse wateren hen geen schade kunnen toebrengen!
[10] Nu, als jullie echter deze machtige bescherming tegen de onderaardse wateren vernielen, zullen de wateren dan niet met geweld naar het oppervlak van de aarde gaan stuwen en weldra boven het hoogste gebergte uitstijgen en jullie allen doen verdrinken?!
[11] Honderdtwintig mijl van hier zijn al twintig enorme stromen begonnen het vlakke land in een meer te veranderen, en vandaag zullen er weer vijf bijkomen, en zo iedere week een paar!- Zeg me, wat zal binnenkort jullie lot zijn?'
[12] Hier keek Gurat zeer verbaasd en schrok geweldig en kon niet spreken; maar Waltar droeg hem op naar de hoogte te vluchten waar hij nog redding kon vinden als hij dat wilde doen.
[13] Wat verder, - hierna!
«« 343 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.