Verklaring over het verzamelen en verzorgen van de voor de ark bestemde dieren door de engelen. Over het buitengewone toelaten van grote catastrofen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 345 / 366 »»
[1] Dat deze twaalfduizend bijzondere boden uit de hemelen de dieren evenals hun voer zonder moeite bijeenbrachten is vanzelfsprekend.
[2] Van deze handeling wordt hier echter nader kritisch gewag gemaakt, opdat mettertijd de haarklovers niet meer hoeven te vragen hoe Noach de dieren heeft bijeengebracht en deze geweldige menagerie heeft gevoederd.
[3] Want zoals het Mij, de Heer, altijd heel goed mogelijk is de allergrootste wereldmenagerie dag aan dag te verzorgen, zal het voor Mij destijds toch ook wel mogelijk zijn geweest al de dieren in de ark ongeveer een half jaar te onderhouden!
[4] Dat Mijn engelen in diezelfde tijd voor de vrome Noach en nog vele andere mensen de dienst van het verzorgen zichtbaar verrichtten, maakt geen verschil ten aanzien van de gebruikelijke dagelijkse verzorging van Mijn schepselen; want dat is immers altijd een zelfde zaak van de engelen vanuit Mij, en de zichtbaarheid vormt geen enkel verschil.
[5] Als de mensen van deze huidige tijd ook even vroom waren als Noach, dan zouden zij ook meermaals zien hoe vele engelen dag en nacht volop bezig zijn om Mijn grote wereldmenagerie te onderhouden; maar met de grove, wereldse ogen zullen de huidige mensen, die grotendeels veel slechter zijn dan in de tijden van Noach, dat wel niet meer kunnen zien.
[6] Men zou echter willen zeggen: 'Hoe hebben dan in Noachs tijden zelfs de door en door boze mensen kunnen zien hoe de engelen de dieren naar de ark leidden en daarna hun voer brachten in grote hoeveelheden?'
[7] Daarop zeg Ik: dat doet Mijn barmhartigheid altijd voor een algemene ramp in de wereld, die de domme mensen zich altijd zelf op de hals halen ten gevolge van hun grote onbekendheid met alle dingen van de wereld! Tijdens en voor iedere ramp worden de mensen altijd door buitengewone verschijnselen vooraf gewaarschuwd om die plaats te verlaten en zich vol vertrouwen onder Mijn bescherming te begeven, waar hen zeker geen leed zou treffen; alleen zijn de mensen als gelukkige bezitters daarin steeds doof en blind en zijn dikwijls dommer dan de dieren en laten eerder al het ongemak over zich komen dan dat zij op de tekenen acht slaan en zich onmiddellijk onder Mijn bescherming stellen!
[8] Laat Ik reeds aan kleine, lokale ongelukken buitengewone tekenen voorafgaan, hoeveel te meer zal Ik dat dan bij zo'n grote en algemene wereldramp doen zoals die in Noachs tijden! Zo rechtvaardigt de zondvloed toch wel zeker de eraan voorafgaande zichtbare werkzaamheid van de engelen uit de hemelen!
[9] Zo'n verschijnsel is weliswaar ook een gericht voor de mensen; als men echter twee kwaden voor zich heeft en er een moet nemen, dan pakt men toch eerst het kleinste om daardoor zo mogelijk het grote te ontlopen, - waarbij dan een kleine wond zeker ook eerder geneest dan een grote! Is echter het nemen van het kleine onheil geen bescherming meer, dan moet het grote onheil natuurlijk vanzelf komen, waarin dan het kwade zijn einde moet vinden.
[10] Ik meen dat de reden van deze zichtbare handeling van de engelen nu voldoende is uiteengezet, en daarom kunnen wij nu weer terugkeren naar het verhaal!
[11] Maar wat de engelen in Hanoch voor opzien baarden toen zij de bijeengebrachte dieren er doorheen leidden, dat zal zodra ter sprake komen!
«« 345 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.