Noachs vermanende woorden aan de morrende Mahal. De bouw van de kleine ark voor Mahal en de zijnen.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 349 / 366 »»
[1] Nadat Noach de Heer een uur lang had geloofd en geprezen omdat Hij de verloren dochter van zijn broer zo buitengewoon allergenadigst had opgenomen in het eeuwig levende rijk van de geesten uit God, stond hij weer op, wendde zich tot zijn broer Mahal en zei tegen hem:
[2] 'Broer, ik hoop dat je niet weer tekeergaat tegen God de Heer omdat Hij je zo'n eindeloos grote genade heeft bewezen?! Zie, het is niets anders dan pure, verborgen hoogmoed die in je schuilgaat!
[3] Zie, heimelijk steekt het je dat de Heer mij en niet jou voor de bouw van de ark heeft uitverkoren, en dat je niet bij iedere gelegenheid in het bijzonder geroepen en uitverkoren wordt! En omdat je verder niemand hebt met wie je daarover kunt twisten, laat je de woede van je hoogmoed op de Heer Zelf los en wil je zelfs bij iedere gelegenheid in opstand komen tegen Hem!
[4] Maar vraag jezelf eens af of een dergelijk gedrag tegenover Hem, die je vier jaar geleden zo liefdevol Zijn zoon noemde, passend en gerechtvaardigd is! Denk je soms dat de Heer Zich door jou iets zal laten afdwingen?!
[5] Zie, Satan stelt zich al sinds ondenkbare tijden hoogmoedig op tegen de Heer! Wat heeft hij daar echter mee gewonnen?! Want alles wat hij wil, doet de Heer nooit! En zo blijft Satan steeds de verslagen slaaf van zijn eigen koppigheid, die een vrucht van zijn dwaasheid is; maar de Heer blijft eeuwig de Heer en doet wat Hij wil zonder Zich daarbij aan het geschreeuw van de wereldse narren te storen!
[6] Broer, is het dan zo moeilijk om je voor de heilige, allerbeste Vader te verdeemoedigen en je Zijn heilige orde te laten welgevallen?!
[7] De Heer heeft je toch onmiskenbaar getoond dat Hij de ark van Zijn liefde, genade en erbarmen nog nooit voor jou heeft gesloten en daarom ook zeker deze ark niet!
[8] Maar als je jezelf door een innerlijke woede wilt uitsluiten, denk je dan dat de Heer je er bij je haren in zal slepen?! O, verander je dwaasheid en stel het geduld van de Heer niet steeds opnieuw op de proef, dan zul je hier in de ark ook spoedig een cel voor jezelf vinden!'
[9] Deze zeer welgemeende woorden van Noach hadden weinig invloed op Mahal, en hij stond erop dat er een eigen ark voor hem werd gebouwd.
[10] En Noach handelde volgens de wil van zijn broer en liet voor hem een kleine ark van vier vadem lang en twee vadem hoog bouwen; alleen waren er geen cellen in aangebracht.
[11] Wat verder, - in het volgende!
«« 349 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.