[2] De volle omvang, dus het hoogste peil van de vloed duurde honderdvijftig volle dagen.
[3] Hoe was dat dan mogelijk, omdat het volgens de eerste vermelding slechts veertig dagen heeft geregend?
[4] De stromende regen is na veertig dagen wel opgehouden, maar het steeds machtiger wordende water dat vanonder opkwam duurde honderdvijftig dagen en hield steeds dezelfde waterhoogte in stand.
[5] Pas op de honderdvijftigste dag wendde de Heer Zijn aangezicht weer naar de aarde, en de bronnen in de diepte werden afgesloten en de waterzakken van de ether volkomen dichtgebonden; want tot de honderdvijftigste dag had het steeds plaatselijk geregend zoals nu bij onweer een stortregen op de aarde valt.
[6] Pas na deze tijd begon het water weg te lopen, en op de zeventiende dag van de zevende maand (17 juli) kwam de ark aan de grond en zat op de zeer ruime top van de berg Ararat, daarheen geleid door Mahals geest door de kracht van de Heer.
[7] Toen nam het water zichtbaar af tot aan de tiende maand (oktober), en het wezen van alle bergen, zelfs die van nauwelijks zeventig vadem hoog, was sinds die tijd boven het water, dat nu alleen nog de dalen en de lagere heuvels bedekte.
[8] Veertig dagen later, dus op 10 november, opende Noach voor de eerste keer het dakvenster van de ark en liet een raaf naar buiten vliegen. Die vond echter reeds zijn land, vloog van de ene plaats naar de andere en kwam niet meer in de ark terug.
[9] En daar de raaf niet terugkwam, liet Noach al spoedig een duif uitvliegen om te weten te komen of het water op aarde was gezakt.
[10] Maar aangezien alles nog kaal en vochtig was en in de dalen nog enorme watermassa's met razend geweld wegstroomden, vond de duif voor haar poot geen plaats en kwam weer terug om op Noachs hand te gaan zitten die hij uit het raam gestoken had om de duif weer naar binnen in de ark te halen.
[11] Vanaf die dag wachtte Noach nog zeven dagen en liet op de achtste dag weer een duif uitvliegen; deze kwam pas tegen de avond terug en bracht in haar snavel een blaadje mee dat zij van een olijfboom had geplukt, en dat was voor Noach een teken dat het water op aarde was gezakt.
[12] Want alleen zo mocht hij het te weten komen omdat de Heer het hem zo heimelijk in zijn hart had aangeraden.
[13] Na nogmaals zeven dagen liet Noach weer een duif uitvliegen, maar die kwam niet meer terug omdat zij reeds voedsel op de droge en opnieuw begroeide aardbodem vond.
[14] Maar Noach wachtte van toen af nog tot de eerste maand van het nieuwe jaar, toen hij de leeftijd van zeshonderd en een jaar had bereikt.
[15] Toen waren de wateren op aarde voor het grootste deel tot op de normale stand in de grote zeeën gestroomd, en de aarde werd droog door het voortdurend waaien van de warme middagwinden.
[16] Toen ging Noach met zijn zonen op één januari aan het werk, en sloeg het dak van de ark af, en keek toen voor de eerste maal vanaf de hoge Ararat naar de vernieuwde aarde, en hij zag geen water meer en hij zag dat de aarde geheel droog was.
[17] Maar toch wachtte hij tot de 27ste februari op het woord van de Heer.
[18] Toen kwam de Heer bij Noach en droeg hem op, zoals in het eerste boek van Mozes, Hoofdstuk 8, beschreven staat, uit de ark te gaan.
[19] En Noach opende nu de grote deur, en alles vloog en liep en kroop uit de ark en zocht zich een woonplaats op de vernieuwde aarde; en de Heer zorgde dat allen nu weer hun voedsel vonden.
[20] En zo had Noach een jaar en tien dagen met de zijnen in de ark doorgebracht.
[21] Wat verder, - in het vervolg!
«« 360 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.