De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 53 / 366 »»
[1] Lamech werd door de grote wijsheid van de Man geheel verpletterd en loofde en prees God dat Hij de mens zo'n grote wijsheid had gegeven. Na deze uitstorting van zijn hart wendde Lamech zich meteen weer tot de wijze Man en vroeg hem:
[2] 'Wijze vriend en broeder na God en Zijn hogepriester Henoch! Omdat je hebt gezegd dat ik de tempel in de harten van het volk moet wijden en dat mijn wijding dan gerechtvaardigd zal zijn in Gods ogen, - ja ik moet alle hier aanwezigen als broeders en zusters wijden en zegenen, en God zou dan Zelf voor mijn aangezicht de tempel die door de handen van de mensen is gebouwd, wijden en zegenen, - en aangezien Henoch mij ook al eerder een zeer duidelijke wenk gaf toen hij zei: `Hoe zou het dan zijn als wij deze tempel in de harten van het volk voor het eeuwige geestelijke leven uit God inwijdden, omdat zij waarachtige levende tempels zijn, en wij daarbij ook het volgende moesten bedenken: de dode tempel zal op die wijze het beste en in Gods ogen het meest geldig ingewijd worden, als wij de vele broeders en zusters hier zegenen, en voor het leven uit God inwijden!' Aangezien jij mij ook hebt verzekerd dat ik niet op de reeds ondergegane zon hoef te letten, maar alleen op de levende zon van de geest, die de liefde tot God in onze harten is, - zie ik nu heel goed in, dat jij en Henoch in de volheid van alle waarheid uit God volkomen gelijk hebben!
[3] Maar - hoe, op welke manier moet dat dan gebeuren? Zie, dat is een heel andere vraag! Wat moet ik doen, om de harten van het volk te wijden op een manier die God de Heer welgevallig is?'
[4] En de wijze Man gaf Lamech ten antwoord: 'Luister, Mijn lieve vriend en broeder, wat zegt je hart je dan als je deze levende menigte broeders en zusters aanziet, hoe zij ons allen met ogen vol van liefde en vreugde aankijken?'
[5] Lamech antwoordde: 'Ja, ja, - nu gaat mij een helder licht op; want mijn hart brandt van louter machtige liefde tot hen, en wel zo dat ik hen allemaal voor alle eeuwigheden der eeuwigheden wil omarmen en aan mijn hart drukken en ieder van hen zoveel goed wil doen en zozeer zou willen verheffen tot grote eer, dat het voor geen sterveling ooit mogelijk zal zijn de grootsheid van die weldaad te vatten!
[6] Voorwaar, als ik zou weten dat mijn dood hen het eeuwige, zalige leven kon verschaffen, dan zou ik van louter liefde willen sterven voor allen die hier zijn en voor hen die niet hier zijn!
[7] O vriend, is mijn machtige liefde niet al een begin van een in Gods ogen waardige wijding van de harten van dit volk?! - Maar wat moeten er verder nog voor God de Heer welgevallige dingen gebeuren?'
[8] En de wijze Man zei daarop tegen Lamech: 'Kijk naar de tempel en vertel Me dan wat je ziet!'
[9] Meteen keek Lamech naar de tempel en sloeg zijn handen boven zijn hoofd tezamen; want samen met het volk zag hij nu de tempel gehuld in een witte wolk en boven de wolk en boven de tempel een stralend hart helderder stralend dan de zon op het hoogste punt van de middag.
[10] Deze aanblik maakte onze Lamech geheel sprakeloos, zodat hij niet in staat was ook maar één woord over zijn lippen te brengen.
[11] Maar de wijze Man zei daarbij tegen hem: 'Ik ben van mening dat jij met je levende liefde tot God en tot al jouw broeders en zusters hun harten voor God al volkomen waardig hebt gezegend en hen als levende tempels hebt ingewijd doordat de Heer, jouw God, de dode tempel in vuur en vlam heeft gezet met Zijn genade en erbarming!
[12] Ja, broeder, heb je voor God het werk van de tempelwijding op de meest welgevallige wijze volmaakt verricht, en zo heeft dan ook de Heer jou en de tempel gezegend!
[13] Jij hebt uit liefde alle wapens om laten vormen tot nuttige werktuigen, en er is je beloofd door deze tempelwijding het welgevallen van de Heer te ervaren.
[14] Zie, de plaats voor de tempel is nu vrij geworden; ga daarom met Mij en Henoch mee, opdat je zult ervaren wat je is beloofd! Amen.'
«« 53 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.