De symbolische betekenis van de verschijnselen bij de inwijding van de tempel. Gods welgevallen betreffende de armoede. Lamechs grote vermoeden.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 55 / 366 »»
[1] Na deze woorden van de wijze Man gingen alle drie de tempel binnen en wel precies naar het midden, waar een offeraltaar was opgericht.
[2] Toen zij bij het altaar aankwamen, zei de wijze Man tegen Lamech: 'Wel, beste, goede vriend en broeder, sla nu acht op hetgeen de Heer je zal zeggen! - Zie, Hij spreekt al; spits daarom goed je oren!'
[3] Hierop luisterde Lamech; maar behalve de woorden van de wijze Man vernam hij niets. Daarom zei hij ook na een klein poosje tegen de wijze Man:
[4] 'Luister, goede, zeer wijze broeder! Hoe ik mijn oren ook inspan, ik verneem toch niets anders dan alleen jouw, zij het wel zeer wijze, woorden!
[5] Zeg mij daarom, moet ik het woord van de Heer uit jouw mond verwachten of uit de mond van de wijze Henoch of zal ik werkelijk waardig bevonden worden de stem van God in dit heiligdom te horen?!'
[6] En de wijze Man zei tegen Lamech: 'Maar Ik zeg je: de tempel is in lichte wolken gehuld, omdat je niet beseft wie Degene is die met je spreekt!
[7] Zag je in de hoogte niet een stralend hart dat vrij was van iedere wolk? Zie, dat hart stelde niet het hart van jouw God voor, maar je eigen hart!
[8] Waarom dan zo? - Omdat je God nog steeds in de hoogte zoekt en daardoor je liefde en het kennen van God boven je eigen tempel plaatst, die daardoor met wolken wordt omgeven, opdat je in deze bewolking maar niet in staat bent te beseffen Wie er met je spreekt!
[9] Maar je hebt toch niet boven de tempel, maar enkel in de tempel een offeraltaar opgericht; zeg Me dus hoe het bij jou mogelijk is, dat je God boven de tempel zoekt, weliswaar met een uitermate van liefde gloeiend hart waarvan de gloed het vuur van de zon overtreft, en toch voor Hem in de tempel een altaar hebt opgericht!'
[10] Deze vraag verbaasde Lamech geweldig en hij vroeg aan de wijze Man:
[11] 'Luister, meer dan wijze broeder en allerheerlijkste vriend! Deze woorden klinken bij God, de Heer van hemel en aarde, voor een nog zo wijs mens toch wel een beetje te wijs.
[12] Ik vraag je derhalve vol ernst: wie ben je en waar kwam je vandaan, dat je kunt spreken alsof je Gods tong in je mond hebt en dat ieder woord van je zich in mijn hart dringt als een machtige gloeiende lichtstraal?!
[13] Voorwaar, je bent niet uit een vrouw geboren, maar moet rechtstreeks uit Gods hand zijn voortgekomen als een belichaamde geest, of je bent een allerhoogste lichtengel van God, in wiens hart een eindeloze overvloed van goddelijke wijsheid rust!
[14] Zeg me hoe ik naar je moet kijken, opdat ik je zal herkennen! '
[15] En de wijze Man antwoordde de verbaasde Lamech: 'Ik zeg je, haal jouw God zoekende en beminnende hart uit de hoogte weg en plaats het op het nederige altaar, dan zul je meteen met grote helderheid zien hetgeen je graag wilt zien!
[16] Denk je soms dat God een welgevallen heeft aan de hoogte? Ik zeg je: niet in het minst; maar alleen tot het nederige, het kleine wendt Hij Zijn hart!
[17] God wil geen hoge God, geen grote God, geen rijke God zijn ten aanzien van Zijn kinderen, maar een God in alle nederigheid, geringheid en armoede wil Hij zijn ten overgaan van Zijn kinderen. Hij heeft immers alles aan Zijn kinderen gegeven; wat Hij heeft zullen ook zij hebben.
[18] Als dat toch een eeuwige waarheid is, hoe kun je dan God nog boven de sterren zoeken, God, die er zelfs een welbehagen in schept voor Zichzelf een woonplaats in het kleine hart van de mens op te richten?!
[19] Ga eens bij jezelf na, hoe kwam de Heer onlangs naar je toe? - Zie, als een bedelaar! En jij herkende Hem toen aan Zijn wijsheid!
[20] Hoe kan het dan dat een blind makende wolk nu al zo lang je zicht belemmert?
[21] Zie, armoede is de ware wijsheid! Wie dus gelijk God wil worden, zodat hij Hem kan aanschouwen, die moet zelf arm zijn; en pas in zijn grootste armoede zal hij beseffen dat God slechts, als Zelf arm zijnde, aan de armoede Zijn grootste welbehagen heeft, omdat alleen in de armoede van het leven de grootste vrijheid heerst.
[22] Haal jij dus ook je hart van de hoogte terug en dan zul je spoedig erkennen wat je nu nog niet kunt zien, namelijk de door God tot jou uitgesproken lof over je zelfvernedering!'
[23] Hier ging er een groot licht op bij Lamech, hij begon iets groots te vermoeden.
[24] Reeds wilde hij voor de wijze Man neervallen; maar deze verhinderde dat en zei tegen hem: 'Breng eerst je hart op orde en handel dan volgens het zuivere, onthulde zicht! Amen.'
«« 55 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.