[2] Maar dat Adam tenslotte het huwelijk van Purista met Muthaël tijdens deze bijzondere gelegenheid aan Henoch voorstelde, dat is belangrijk en mag hier niet te weinig aandacht krijgen. En dat is als volgt gegaan:
[3] Na de maaltijd, toen alle gasten van Adam een gepaste lofprijzing aan de Heer hadden gebracht, stond Adam op en zei tegen Henoch: 'Luister naar mij, mijn geliefde zoon Henoch! Zie, in de nagenoeg vijf dagen van je afwezigheid kwam Muthaël, die onlangs tijdens de aanwezigheid van de Heer de vraag over het wezen van de liefde voor vrouwen aan Hem had gesteld en van de Heer daarover ook een hoogst belangrijk antwoord ontving, met een schuchter hart naar me toe en bracht heel omstandig de nood van zijn liefde voor Purista naar voren en voegde er tenslotte het verzoek aan toe om hem hetgeen de Heer hem had beloofd en dus ook al volledig had gegeven, niet om bepaalde uiterlijke redenen te onthouden, maar zo spoedig mogelijk in naam van de Heer zijn liefde te willen zegenen en hem Purista tot vrouw te geven.
[4] Zie, mijn zoon Henoch, dat heeft hier in mijn hut plaatsgevonden! Ik heb Muthaël echter ja noch neen gezegd, en verwees hem ten eerste alleen naar de Heer en vervolgens ook naar jou als je weer aanwezig zou zijn.
[5] Wat denk je nu? - Is deze gelegenheid het juiste moment om Muthaëls verzoek in te willigen, of moet dat naar een later tijdstip verschoven worden?'
[6] En Henoch antwoordde Adam: 'Luister vader, tot nu toe heeft de Heer mij nog niet opgedragen dat nu te doen; maar ik ben van mening dat wanneer Muthaël de geest van mijn zoon Lamech, de man van Ghemela, aanneemt en ons werkelijk de verzekering geeft zijn vrouw niet aan te raken tot de Heer hem dat aanduidt, wij zijn wens toch wel kunnen inwilligen!
[7] Acht hij zich echter te zwak om aan deze voorwaarde te voldoen, dan is het vanzelfsprekend dat wij de zaak van Heer niet lichtzinnig in handen van de menselijke zwakheid kunnen leggen!
[8] Maar ik meen dat het voor Muthaël toch veel beter is niet vooruit te lopen op dingen die van de Heer zijn, want de Heer beproeft diegene geweldig aan wie Hij veel wil geven. Daarom ook moet Muthaël zijn machtige liefde liever helemaal aan de Heer opofferen en behalve Hem niets willen bezitten en op deze wijze liever in alle zelfverloochening zijn geest in God de volste vrijheid verschaffen, en de Heer zal hem dan het beloofde zeker geven wanneer het voor Muthaël de beste tijd zal zijn! - Denk je, vader, op dit punt niet net zo als ik?'
[9] En Adam antwoordde: 'Ja Henoch, je hebt volkomen gelijk, zo moet het zijn! Als hij terugkomt dan zal ik hem dat als noodzakelijke voorwaarde stellen; en wat Purista betreft, voorlopig is het nog niet zo ver!
[10] Ja, dat is goed en volkomen overeenkomstig de goddelijke orde! Maar nu is deze geschiedenis ook afgedaan; dus verder niets meer daarover!
[11] Laten wij nu weer uit de hut gaan! De avond zal vandaag heerlijk zijn; daarom zullen wij ons nu naar de grote witte hoogte boven de grot begeven en van daaruit Gods grote goedheid en almacht aanschouwen! - Laten we dus op weg gaan! Amen.'
«« 91 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.