Verhouding van een profeet tot God en de mensen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 108 / 244 »»
[1] IK zeg: "Een profeet is net zo'n eenvoudig, met allerlei zwakheden behept, natuurlijk mens als jij, maar omdat hij een bezonnen hart heeft, waarin toorn noch wraak, noch afgunst, noch trots, noch echtbreuk en veelsoortige hoererij zich kunnen nestelen, reinigt de goddelijke geest zijn hart van de veelvoudige wereldse ballast. Als het hart op zich zo gereinigd is, giet de goddelijke geest een hemels licht in zo'n hart.
[2] Omdat de profeet duidelijk onderkent dat dit een hemels licht is, dat zich altijd door helder waarneembare woorden laat horen, behoeft de op deze wijze gerijpte profeet alleen maar met de stem van zijn mond luid na te spreken wat hij in zijn hart helder en duidelijk hoort, en dan profeteert hij al volmaakt profetisch!
[3] Zodra het nodig is, wordt de wil van de profeet door God aangespoord om datgene tot het volk te spreken en voor het volk te doen wat hij in zijn hart hoort, -en dat noemt men dan een echte profetie of voorspelling en deze is net zo goed een zuiver woord van God, als wanneer God Zelf in eigen woorden tot de mensen gesproken zou hebben.
[4] Maar daarom is zo'n profeet voor God niet belangrijker dan ieder ander mens, die deze gave niet heeft. Want de profeet moet uit eigen wil eveneens opvolgen wat de geest van God door zijn hart en door zijn mond tegen de mensen heeft gezegd. Anders komt het gericht net zo over hem als over ieder, die de wil van God hoort, maar niet opvolgt, -en voor een profeet is dat dan erger dan voor een ander mens. Als een ander, in de zwakheid en de duisternis van zijn ziel, het moeilijk heeft met te geloven wat de profeet tegen hem zegt, dan zal zijn oordeel minder zwaar zijn dat hij niet geloven kon wat de profeet tegen hem gezegd heeft. Maar voor de profeet zelf is er geen verontschuldiging, en ook niet voor degene die geloofd heeft en toch uit liefde voor de wereld en haar schatten niet deed wat de profeet bevolen had.
[5] Toch zal eenmaal het loon van een profeet groter zijn dan dat van een ander mens, want een profeet heeft altijd zevenmaal meer te dragen dan ieder ander mens. Allen, tegen wie een profeet gesproken heeft, worden in het hiernamaals aan hem overgedragen, zowel goeden als slechten, en hij zal hen in Mijn naam oordelen over ieder woord dat hij tevergeefs tot hen heeft gesproken!
[6] Wie echter een ware profeet in Mijn naam en in de naam van de profeet zelf opneemt en hem verzorgt en zijn vriend is, zal eenmaal ook het loon van een profeet ontvangen. En wie een profeet ondersteunt, zodat zijn zware taak hem makkelijker valt, zal ook het loon van een profeet ontvangen. Want in het hiernamaals zal de knecht van de profeet op gelijke hoogte naast de profeet staan en zal eveneens de geesten oordelen die aan de profeet zijn overgegeven, en voor altijd over hen heersen, en aan zijn rijk zal nooit een einde komen!
[7] Wee echter degenen, die een profeet verlaten terwille van de wereld, of hem zelfs hier en daar ergens mee verdacht maken! En nog meer wee Voor de vervolgers van een profeet, want die zullen waarschijnlijk God nooit zien! Maar wie de hand slaat aan een profeet zal met het eeuwige vuur in de onderste hel bestraft worden! Want het hart van een profeet is van God, en zijn mond is van God, en ook zijn handen, voeten, ogen en oren! Waar een profeet is, is God ook, en daarom moeten jullie zijn verblijfplaats met diepe eerbied betreden, want de plaats waar hij staat is heilig. In het hart moet men daar rekening mee houden, niet terwille van de profeet, die een mens is, maar terwille van God, die in het hart van de profeet spreekt en getuigt.
[8] De reden waarom een echte profeet alleen maar oordelen verkondigt voor de wereld, is heel eenvoudig deze, dat God slechts dan een profeet opwekt, als zij God heeft vergeten en zich in alle wereldse ondeugden heeft ondergedompeld!
[9] Zeg Me nu eens Ebahl, of je nu het wezen van een echte profeet begrijpt!"
[10] EBAHL zegt: "Volkomen, zeer hooggeachte meester! U bent zeker ook een profeet!?"
[11] IK zeg: "Ik ben geen profeet; want er staat geschreven: 'In Galiléa zal geen profeet opstaan!' Maar Ik ben méér dan een profeet! Want in Mijn borst woont dezelfde geest, die door de mond der profeten gesproken heeft en voortaan nog veel meer spreken zal. Want bij hen, die in het vervolg Mijn naam gelovig in hun hart zullen dragen, zal ook de geest der profetie wonen! Begrijp je dat?"
[12] EBAHL zegt: "Heer en meester! Het schijnt mij toe, dat geen enkel gewoon mens zo spreken kan als u! Er steekt iemand anders achter u, die door uw kleed en uw huid voor ons verborgen is!"
«« 108 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.