[2] IK zeg: "Nog niet! Dat zijn zieken (Matth. 14:35), maar het zal met lang meer duren, dan zullen de anderen hier ook zijn! De zieken moeten echter tot morgen wachten, want voor vandaag zijn er genoeg.genezen. Maar ga toch maar naar buiten en laat allen, die gekomen zijn in een herberg brengen, en geef degenen, die honger en dorst hebben, wat te eten en te drinken!
[3] Na Mijn woorden gaat Ebahl meteen met zijn te hulp geroepen huisdienaars de grote hof voor zijn huis in en vindt die zo goed als vol met allerlei zieken, waaronder veel Grieken, Romeinen en Egyptenaren. Zij wilden allemaal naar Mij toe om genezen en gezond gemaakt te worden.
[4] EBAHL wees hen echter een herberg aan en liet hen verzorgen, ieder naar behoefte. Na deze taak kwam hij weer in onze zaal en zei: "De Heer zij alle lof! Die zijn voor vandaag verzorgd. Waren die aangekondigde schurken uit Jeruzalem ook maar vast zo verzorgd! Maar dat zal wel niet zo makkelijk gaan!"
[5] Terwijl Ebahl, die vanwege de komende Farizeeën en schriftgeleerden wachten had uitgezet, nog zo half klagend zat te piekeren, kwam er al een dienaar de zaal in en deelde tot schrik van Ebahl mee dat de aangekondigden er al waren. Ebahl snelt naar buiten om ze te ontvangen en zijn twee vrouwen en de oudere dochters volgen Ebahl om hem te helpen, en Ebahls zonen doen hetzelfde, alleen de lieve Jarah blijft bij Mij.
[6] De HOOFDMAN, die ook naast Mij zat, zei: " Als ik Ebahl was wist ik wel wat mij te doen stond! Ik zou mijn knechten bevelen om deze kerels geducht te geselen! Wat zouden ze hem kunnen doen? En het zou zeker niet de eerste maal zijn dat zo'n ontvangst hen ergens te beurt viel! Ik zou heel korte metten met hen maken! En mochten ze hier binnen komen, dan zal ik hen in ieder geval toch zo'n poets bakken, dat ze naar lichaam en ziel zullen staan te trillen op hun benen, alsof ze de koorts hadden gekregen! Ik zal ze vragen op wiens bevel ze zo diep in de nacht in een plaats met een Romeinse bezetting hebben durven komen. Ik zal ze wel eens laten zien dat iedere plaatselijke kommandant het recht heeft een ieder, van welke afkomst en welk geloof hij ook is, gevangen te nemen en, als hij zich niet geldig kan legitimeren, onmiddellijk aan het scherprecht over te geven! Dat zal ik weliswaar niet daadwerkelijk op hen toepassen, maar ik wil hen toch wel een panische schrik op het lijf jagen, zodat het angstzweet tot over hun hielen naar beneden zal lopen!"
[7] IK zeg: "Vriend doe wat je wilt, Ik leg je hier geen beperkingen op, maar als je hier een bepaald ambt wilt uitoefenen, dan moet je nu naar buiten gaan en dat buiten met hen in het bijzijn van enige van je onderaanvoerders bespreken!"
[8] De HOOFDMAN zegt: "O Heer, Iaat dat maar aan mij over, want mijn wetten en mijn rechten weet ik overal te handhaven!"
[9] Na deze woorden roept hij zijn dienaar, die in de voorhof op wacht staat. Deze komt vlug de zaal in en meldt zich bij de hoofdman.
[10] De HOOFDMAN zei tegen hem: "Stuur de koerier naar de legerplaats, en Iaat de onderbevelhebber onverwijld dertig man naar mij toesturen! Ga!" - Na deze woorden verlaat de wachter onmiddellijk de zaal en binnen tien minuten stappen de dertig man met de onderbevelhebber de zaal al binnen en worden door de nog op de straat verblijvende Farizeeën die zich met alle egards laten behandelen, niet opgemerkt. De onderbevelhebber vraagt de hoofdman wat er nu gedaan moet worden.
[11] De HOOFDMAN zegt: "Voorlopig niets belangrijks! Het is alleen de bedoeling de vreemdelingen het respect bij te brengen dat ze in acht moeten nemen, en mochten de Romeinse garnizoenswetten hen vreemd zijn, dan zullen wij hen die inprenten. Gedraag je hier daarom rustig en ernstig en Iet op al mijn aanwijzingen! Het zij zo!"
[12] Spoedig daarna opent Ebahl wijd de deur van de zaal en ongeveer twintig Farizeeën en schriftgeleerden komen binnen. Het spreekt wel van zelf dat die twintig nog een aantal begeleiders bij zich hadden met pakezels en muildieren, die hen en hun vele reisbagage moesten vervoeren. Voor de begeleiders en de dieren en alle bagage moest gezorgd worden. T oen de Farizeeën en schriftgeleerden allemaal in de zaal waren, bekeken zij meteen nauwkeurig het aanwezige gezelschap en vroegen de waard waarom de Romeinse soldaten hier waren.
[13] EBAHL zei: "Zij zullen gehoord hebben dat u hier zou komen, en zij kwamen om u de passende eerbied te betonen."
[14] EEN van de Farizeeën zegt: "Dat hoef je van de Romeinen meestal niet te verwachten! Maar Iaat het zijn wat het is, - wij zijn hongerig en dorstig, Iaat daarom spijzen en drank brengen!"
[15] Ebahl brengt alle handen en voeten, die er maar buiten Mijn Jarah in huis aanwezig zijn, in beweging en in korte tijd staat er een goed voorziene tafel.
[16] De FARIZEEËN wassen hun handen en vallen daarna aan. Heel snel is alles opgegeten en zijn ongeveer zestig bekers wijn leeggedronken. De wijn maakt ze echter spraakzaam en ze beginnen overal naar te vragen, vertellen al gauw de reden van hun komst en vragen naar Mij, zeggend: "Weten jullie hier niets over een zwerver, die uit Nazareth geboortig moet zijn? Deze persoon, waarschijnlijk timmerman van beroep, moet volgens zeggen ongelooflijke tovenarijen uitvoeren, een nieuwe godsdienst propageren, zieken genezen, geesten bezweren en het volk opruien tegen de tempel en de keizer. Voor hem zijn wij op weg naar Nazareth om daar deze zaak te onderzoeken. Omdat hij echter in heel Galiléa actief schijnt te zijn, zouden jullie hier misschien wel iets meer van hem kunnen weten!"
«« 117 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.