Verdere geestelijke symboliek.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 149 / 244 »»
[1] "Maar let nu weer op! De zon verschijnt juist met haar schijf, of liever haar meest westelijke zone, boven de horizon; wat merken jullie nu op?"
[2] De ESSENEN zeggen: "Eigenlijk niets anders dan het stralende vlak, dat vrij snel uit de lichte ondergrond omhoog komt; het spel van de lichtvisjes is nu plotseling opgehouden, en de wolkjes worden dunner en verdwijnen ook de een na de ander. En nu staat ook al de hele schijf of bol boven de horizon, en nu komt er ook een tamelijk koel windje uit het oosten naar ons toe. Maar dat is dan ook alles wat wij opmerken."
[3] IK zeg: "Kijk ook eens naar beneden naar de vlakten en dalen van de aarde en zeg eens wat jullie daar zien!"
[4] De beide ESSENEN kijken naar de diepten van de aarde en zeggen dan: "Wij zien de dalen vol lichtgrijze nevels, ook de oppervlakte van de zee is bedekt met een grijswitte mist, maar de nevel uit de dalen trekt omhoog en bedekt hier en daar al de lage heuvels. -Heeft dat allemaal soms ook de een of andere geestelijke betekenis?"
[5] IK zeg: "Heel zeker! Voor niets en zonder geestelijke impuls gebeurt er niets op aarde! Maar we zullen nu zien welke betekenis dat heeft!
[6] De zon stemt geheel overeen met het wezen van God; de aarde met haar dalen, vlakten, heuvels, bergen, rivieren, stromen, meren en zeevlakten echter geheel met de uiterlijke mens.
[7] De nevels, die zich tussen de zon en de aarde stellen, beelden de veelsoortige onnodige en nietige zorgen van de mensen uit, waar het licht van de zon slechts hier en daar spaarzaam doorheen kan breken, en de nevels stijgen op en bedekken zelfs de bergen. De heuvels en de bergen zijn het beeld van het betere inzicht van de mensen op deze aarde. Dit betere inzicht wordt eveneens vertroebeld door de bekrompen en nietige zorgen van de halfblinde mensen.
[8] Maar daarom komen er nu ochtendbriesjes en die drijven de nevels van de bergen en de velden, opdat zij verdwijnen en de bergen en de velden vrij door de zon verlicht en verwarmd kunnen worden, zodat hun levensvruchten kunnen rijpen. - Ik denk dat jullie deze overeenstemming wel goed begrijpen!?"
[9] De beide ESSENEN zeggen: "Ja Heer, die is zo duidelijk als de zon daar! Oh wat is deze grote heilige leer heerlijk! Oh, wat weten de mensen nog veel dingen niet, die ze toch evengoed zouden moeten weten als het feit dat ze leven! Heer, wij nemen op ons om de ons nu gegeven leer over de echte sabbatsrust in U, bij de mensen te introduceren. Deze overtreft al het hiervoor gesprokene en het door U geleerde, want wij zien in alle voorgaande lessen slechts een voorbereiding tot het gemakkelijker volgen van déze heilige leer! Waarlijk, daarvoor moesten alle hemelen geopend worden om aan de mens deze heiligste leer der leren terug te geven! - Maar nu komt er een heel andere vraag, en nu aan ons!
[10] Hoe moeten wij U, o Heer, nu op waardige wijze danken voor deze puur hemelse leer? Wij voelen in de diepste diepte van ons hart, dat wij haar eigenlijk helemaal niet waard zijn. Alleen Uw genade en Uw liefde konden ons dat geven! O Heer, zeg ons toch hoe wij U daarvoor moeten loven en prijzen!"
[11] IK zeg, terwijl Ik Mijn handen op de schouders van de Essenen leg: "Beste vrienden, pas Mijn leer toe en je zult Mij daardoor net zo'n vreugde bereiden als Ik jullie nu bereid heb! En jullie loon zal niet gering zijn als je ook de andere mensen daartoe over zult halen."
«« 149 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.