[2] De ENGEL zei echter: "Gaan jullie maar door met vertellen, ik zal wel gaan zitten als ik moe word van het staan! Bovendien zou het kunnen gebeuren dat er een van jullie het evenwicht zou verliezen, en dan ben ik vlugger bij de hand om iemand weer op de been te helpen."
[3] De ene SCHIPPER zegt: " Jij zeker, vijftienjarige melkmuil! Je bent je luier nog maar net kwijt en dan denk je sterk genoeg te zijn om een van ons op te tillen als hij zou vallen? Mijn waarde, dat getuigt van zelfoverschatting! "
[4] De ENGEL zegt: "Begin nu eerst maar eens volgens de wens van de Heer te vertellen, het andere zullen we dan wel zien als het in het ergste geval nodig zou blijken!"
[5] De wat ruwe schippersknecht neemt daar genoegen mee, en de BAAS van de schippersknechten vertelt het volgende: "Zo ongeveer om de eerste nachtwake werd het vreemd genoeg opeens zo licht als de dag. Wij zagen echter nergens iets dat licht gaf en dachten dat er achter de bergen zeker een reusachtig Bengaals vuur moest branden, waardoor de lucht zo licht werd. Alleen was het licht duidelijk te sterk om afkomstig te kunnen zijn van Bengaals vuur; maar wat het dan ook was het licht duurde bijna de gehele nacht en werd verschillende malen zo sterk dat wij dachten dat het klaarlichte dag was. U begrijpt wel dat het ons daarbij toch wat griezelig te moede was. Uit de stad kwamen er ook verscheidene naar ons toe en die dachten dat de zee zo'n licht uitstraalde.
[6] Maar heel snel werden wij een ander verschijnsel ge waar en dat was nog veel merkwaardiger! Wij wilden nu allen de zee wat nader gaan bekijken. Edoch -ik vraag ons nu niet uit te lachen! -, er zat geen druppel water meer in, en ons schip lag op de droge bodem; wij waren in staat de gehele diepte van de zee te zien. Het was ijzingwekkend! Ons schip rustte op een vooruitspringende rots, maar aan alle kanten van de rots was een afgrond van enkele honderden manshoogten. Daar in de bocht bij Genezareth is het doorgaans slechts ondiep, en daar liepen wij wat rond en verzamelden een hoeveelheid heel mooie en zeldzame mosselen en slakken.
[7] Toen wij echter heel onschuldig met dat verzamelen bezig waren, zagen wij opeens een felle bliksem, waar een ontzettend harde donderslag op volgde. Wij vlogen hals over kop naar de oever, vergaten daarbij onze verzamelde mooie mosselen en dorsten ze toen ook niet meer te gaan halen en ze bleven dus daar waar wij ze vonden, behalve een paar die ik in mijn zak had gestoken. Maar pas nadat, zo ongeveer in de derde nachtwake, de zee weer als voorheen de oevers vulde en bespoelde, begon het ons steeds meer bezig te houden wat er met deze toch behoorlijk grote zee gebeurd zou kunnen zijn, om opeens zo helemaal tot op de laatste druppelleeg te kunnen lopen!
[8] Toen vertelde een oude man, die hier ook woonachtig is, dat de boos geworden berg en luchtgeesten dat deden, om de watergeesten op die manier te straffen! Wij lachten daar wel om, maar in de nood is een slechte verklaring al beter dan helemaal geen. Zo ongeveer in de vierde en laatste nachtwake werd het toen pas wat donkerder, en wij gingen in ons schip om wat te slapen. Toen wij wakker werden stond de lieve zon al tamelijk hoog en gingen wij ontbijten. - Dat is in het kort alles wat wij in deze nacht beleefd en opgemerkt hebben."
«« 160 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.