[2] De LEERLINGEN zeggen: "Heer, het maakt ons nu niets uit of wij zonder te kunnen slapen op bed liggen of hier prettig buiten wakker blijven, want het verhaal van vriend Marcus heeft ons zo totaal van onze slaap beroofd, dat we nu voor alles ter wereld niet meer zouden kunnen inslapen! Werkelijk, iedere druppel bloed in onze aderen kookt nu van toorn en woede tegen die genoemde, uit de tempel afkomstige, verscheurende beestmensen! Onder zulke omstandigheden zou je toch veel beter nooit geboren kunnen zijn! Heer, Iaat nu toch meteen vuur van de hemel op deze beesten regenen! Want dat wat wij nu gehoord hebben, overtreft verreweg alles wat wij aan slechtheid ooit over deze beestachtige mensheid hebben vernomen!"
[3] IK zeg: " Juist daarom moeten jullie de dubbele opwinding wat wegslapen! Morgen, als jullie nuchterder zullen zijn en rustiger bloed zullen hebben, zullen we er makkelijker over kunnen oordelen!" -Na deze woorden van Mij gingen allen toen zonder verdere tegenspraak de nodige rust genieten.
[4] De ochtend van de volgende dag kwam vlug, en Ik en de leerlingen stonden weldra op van onze naar omstandigheden goed toebereide slaapplaatsen.
[5] Toen wij buiten kwamen zei SIMON Juda: "Heer, ik heb weliswaar een aardig tijdje geslapen, maar het verhaal van onze gastheer Marcus gaat mij niet uit mijn gedachten. Nee, dat is ongehoord! Zoiets is nog nooit vertoond! Waarlijk, soms kan zelfs ik Uw geduld en lankmoedigheid niet begrijpen! Als ik bedenk dat U zo vaak tegenover ons, die toch zo verknocht aan U zijn als de haren aan ons lichaam, zo kort aangebonden bent. Voordat men er erg in heeft straft U een van ons met een woord of een blik, zodat iemand het later niet licht weer waagt U iets hardop te vragen. Maar zulke gruweldaden kunt U heel rustig enige honderden jaren aanzien, en ze storen U niet! Waar één van ons totaal uit zijn vel zou kunnen springen, kunt U heel geduldig toezien, maar waar óns oog en hart weinig of niets ziet of vindt, dáár bent U er helemaal bij, en doet U of het heil van de gehele schepping er van afhangt!
[6] Kijk, Heer, dat zijn dan toch zaken die wij onmogelijk kunnen begrijpen, en Marcus heeft niet helemaal ongelijk als hij zo denkt over God, als hij zich gisteren heel argeloos heeft uitgedrukt. Het staat wel vast, dat U, o Heer, al zulke martelaren in het hiernamaals voor het minutenlange lijden dat zij op de aarde ondergingen, meer dan voldoende schadeloos kunt en zult stellen - maar ondanks dat is het toch een vertwijfeld erge en heel bittere zaak om door de opzettelijk slechte mensen vaak uitzinnig pijnlijk gemarteld te worden! En Heer, een paar zeer kwellende ogenblikken duren voor de gekwelde ook een kleine eeuwigheid!"
[7] IK zeg: "Ik heb gisteren, zowel tegen jullie als tegen Marcus, al gezegd dat Ik dat tijdens Mijn verblijf hier wel nader uit zal leggen, wacht daarom tot dat moment aangebroken is, dan zal het jullie wel voldoende duidelijk worden! Maar ga nu liever Marcus helpen om zijn gevangen vis aan de oever te brengen, want hij ging vandaag al vroeg aan het werk en Ik heb zijn werk gezegend. Ga daarom en help hem om de vele en goede vissen aan land te brengen en in zijn vishouders over te brengen!"
«« 179 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.