De hemelse manier van lesgeven.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 191 / 244 »»
[1] Ook Ebahl en Jarah bevestigden de woorden van Julius en vertelden dat zij juist vanwege deze zeldzame wonderdoener een reis naar Sidon maakten, om hem zo mogelijk daar nog een keer te ontmoeten, omdat de dochter zo naar hem verlangde. Cyrenius deed erg verwonderd, dat zo'n jong, zo gezien pas dertien of veertien lentes tellend meisje al zo verliefd was, waarbij hij tevens opmerkte, dat er al zo'n bijzonder aantrekkelijke en knappe jongeman steeds bij haar was. Het was dan toch des te onbegrijpelijker, dat een meisje met zo'n tere schoonheid, in het gezelschap van zo'n knappe jongeman, toch nog stervensverliefd kon worden op een zekere, toch al wat oudere, menselijke Zeus.
[2] Wie Jarah kent van de eerdere belevenissen in Genezareth, zal zich nog goed herinneren dat juist JARAH niet licht iemand een raak antwoord schuldig bleef, en daarom zei zij ook tegen Cyrenius: "Verheven heer en gebieder! Hoe kunt u nu net doen of u Hem niet kent en Hem om de een of andere waardeloze politieke reden bijzetten in de rij van de dode goden van Rome, -terwijl intussen Zijn goddelijke licht en Zijn genade oogverblindend uit uw hele manier van doen blijkt!?
[3] Kijk, ik voel Zijn nabijheid, en u voelt die net zo goed als ik, -en toch verloochent u hem in zekere zin. Heus, dat is niet zo te prijzen in u, zoals het ook van Julius niet zo te prijzen is dat ook hij in zeker opzicht de Heiligste en Rechtvaardigste tegenover u, o verheven heer , verloochent.
[4] Verder valt het daarbij zeker niet in u te prijzen dat u mij eigenlijk beschuldigt van een platvloerse verliefdheid, want ik heb Hem slechts lief, zoals ieder mens dat zou moeten doen, als mijn Schepper, als mijn God en Heer, en ik aanbid Hem in mijn hart zo zuiver als dat een sterfelijk mens maar mogelijk is. Als dat echter zo is, -hoe kan ik dan alledaags verliefd op Hem zijn? Vraag het maar eens aan mijn begeleider en leraar , die zal het u beter uit kunnen leggen dan ik. Hij is overal veel beter in dan alle wijzen van de wereld en alle helden van alle aardse landen, uitgezonderd die Ene die ik hier zoek. Stelt u dus uw vragen maar aan deze jongeman, dan zult u van hem wel het juiste antwoord krijgen!"
[5] Cyrenius wilde toen aan de jongeman een vraag stellen, maar JOSOË hield hem daarvan af, want hij zei zachtjes tegen hem: "Praat niet met die jongeman, want dat is er net zo een als degene, die mij zo nu en dan bezoekt! Dit soort wezens kunnen niets wat onrein is verdragen, en dus ook geen onwelvoeglijke vraag; hun leven en hun bestaan is gelijk aan Gods vlammende licht."
[6] CYRENIUS zegt tegen Ebahl: "Dat is toch je dochter, en jij bent toch een Jood! Is het dan niet erg verwonderlijk dat zij zo wijs is! Dat kan zij toch niet in een paar dagen van de Meester der meesters en nog minder van die jongeman geleerd hebben!? Want dit soort leraars maken, hoewel ze zeer zeldzaam op aarde voorkomen, ook niet zulke geweldige vorderingen bij ons sterfelijke mensen! Dat weet ik uit ervaring bij mijn zoon Josoë, die ik weliswaar niet verwekt heb, maar toch als mijn zoon heb aangenomen. Bij tijd en wijle komt bij hem ook zo'n rabbi. Maar als ze enige tijd met elkaar omgaan weet je uiteindelijk echt niet meer wie er gelijk heeft, want ondanks heel verschillende meningen hebben vaak genoeg beiden gelijk. Het gehele onderricht is eigenlijk niets anders dan een wedstrijd in wijsheid, waaruit tenslotte beide partijen als overwinnaar te voorschijn komen.
[7] Mijn zoon Josoë is vaak zo heetgebakerd tegenover zijn mystieke meester, dat hij hem gewoon wegjaagt; maar de meester laat zich daardoor niet in het minst van de wijs brengen, houdt vast aan zijn er vaak duimendik bovenop liggende onzin, en laat pas op het eind wat licht doorschemeren. Daarom denk ik dat de knappe rabbi dat bij jouw dochter ook doet!"
[8] EBAHL zegt: " Ja, ja, verheven gebieder, zo is het helemaal. Ik voor mij kan er ten minste nooit zo erg uit wijs worden wie er uiteindelijk helemaal gelijk heeft. Het geheel blijft meestal onbeslist. Van de een of andere positieve leer is nooit sprake. De jonge geest probeert alleen maar verwarring in de begrippen van de leerling te stichten, en die moet die dan uit zichzelf zo goed mogelijk weer in orde brengen. Van hulp is al helemaal geen sprake, en daarom blijft het uiteindelijk altijd onbeslist. Wil de leerling de tegenwerpingen van zijn rabbi helemaal ontzenuwen, dan moet hij wel met zulke onwrikbare tegenargumenten komen, dat de rabbi niet meer naar links of rechts kan. Dat betekent dan dat de leerling helemaal gelijk heeft, maar zonder zulke tegenargumenten heeft de leerling steeds ongelijk -ook al klinken zijn beweringen nog zo overtuigend! Oh, mijn Jarah heeft haar rabbi al heel erg in het nauw gebracht. Hij zou er op het laatst zelf niet meer uitgekomen zijn als het meisje hem niet geholpen had, zoals hij zelf toegaf.
[9] Heus, de echte hemelse manier van lesgeven is vaak heel vreemd! Daarbij geeft de leerling meestal les aan de leraar, en de leraar is steeds erg tevreden als hij iets geleerd heeft van de leerling. Maar het gaat wel altijd op een hemels vriendelijk manier, en ik ben graag bij dit soort onderwijs aanwezig, want men leert dan in een uur meer dan bij de wereldse rabbi's in een jaar.
[10] Bij de wereldse rabbi's is en blijft de leerling lichamelijk en geestelijk altijd een slaaf van zijn rabbi, want hij kan alleen maar datgene leren wat zijn vaak lichamelijk en nog vaker geestelijk kreupele rabbi zelf kan en weet. Of het nu verkeerd of goed is, daar mag een leerling, wil hij geen straf krijgen, niet naar vragen! Waarom zal zo'n opgeblazen wereldse rabbi zich bekommeren om de geestelijke aanleg en kunde van zijn leerling?! Er is alleen maar sprake van: Vogeltje, eet of sterf! Kortom het onderwijs van deze tijd lijkt precies op een helm die op alle hoofden past, en een bed waarin alle mensen prettig moeten slapen! Reus Goliath zou raar opkijken als men hem een wieg als rustplaats aanwees!
[11] Vaak heb ik kinderen gezien, die al in hun prilste jeugd blijk gaven grote geestelijke gaven te bezitten. Wat zou er uit hen hebben kunnen groeien als men bij hun opvoeding rekening gehouden had met hun gaven, en hen overeenkomstig onderricht zou hebben gegeven! Maar men leerde hen, net als de zwakkeren, manden vlechten en liet hun geest op die manier verkommeren! En dat vind ik een groot onrecht! Want wat zou iemand, die zijn geestelijke gaven had kunnen ontwikkelen, de mensheid niet een diensten hebben kunnen bewijzen! En -wat is hij zonder ontwikkeling waard? Hij vlecht manden en vangt daarna vissen en mosselen!
[12] En juist daarin zie ik het ontzettende verschil tussen het onderricht van de ijdele en meestal domme wereldse rabbi's, en de nu zo wonderbaarlijk bij ons verblijvende hemelse rabbi's. Zij voeden de geest vrij op en helpen haar in zekere zin op de been, door haar met allerlei op menselijke wijze gestelde vragen wakker te schudden. De wereldse rabbi's proberen de geest echter alleen maar te onderdrukken en te doden -en voeden daarom het slijk slechts op terwille van en voor het slijk! -Ik vraag u, verheven gebieder over geheel Azië, heb ik gelijk of niet?!"
[13] CYRENIUS zegt: "Helemaal, zeer gewaardeerde waard Ebahl! Dat is mij ook al lang duidelijk geworden, maar wat kon daar tot nog toe aan gedaan worden? Ik zeg openlijk: Niets, helemaal niets! Want wij hadden zelf geen basis, en waar moesten de wereldse leraars die dan vandaan halen? Die arme duivels moeten toch alle kinderen alleen maar dat leren, wat zij in zekere zin eerst zelf van ons hebben geleerd, -en zodoende zijn ze onvermijdelijk blinde leiders van blinden!
[14] Wij hebben nu door de Ene de grote heilige waarheid leren kennen, en wij kunnen nu het licht heel goed onderscheiden van de duisternis, maar eer alle mensen van de aarde in ons licht zullen delen, zal er nog menige mand door een grote geest worden gevlochten! Zeg me eens wat de toekomst van je zo wonderbaarlijk lieve dochtertje zal zijn!? Zij heeft een bijzonder hoog geestelijk niveau en wordt daarbij nog door een hemelse rabbi onderwezen. Zeg eens, wat zal ze worden!? Huisvrouw lijkt me toch onwaarschijnlijk!"
[15] EBAHL zegt: "Verheven gebieder! Kijk eens naar onze meisjesscholen! Hoe zijn die vertegenwoordigd? Werkelijk, verheven gebieder, dat is toch voor de mensheid een grote schande! Daarom vind ik: Een goede meisjesschool zou erg wenselijk zijn. Want een moeder, een wezen dat alleen maar uit een meisje kan ontstaan, is toch altijd de eerste en voortreffelijkste lerares voor de kinderen. Als zij geest, hart en hoofd op de juiste plaats heeft, zoals men dat zegt, dan zullen ook haar kinderen hun gebouwen zeker niet op het zand van de zee bouwen en voortaan nauwelijks op een dwaalspoor gebracht kunnen worden. Maar als de moeders, zoals het tot op heden jammer genoeg maar al te vaak het geval was, vaak nog dommer zijn dan een regenworm, dan is er van het moederonderricht heel weinig of helemaal niets te verwachten! - Zeg mij, verheven gebieder, of ik daarin ook gelijk heb of niet!"
«« 191 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.