De geestelijke ontwikkeling van de mens.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)

«« 217 / 244 »»
[1] "Zoals het met de planten gaat, zo gaat het ook met de dieren en vooral met de mensen.
[2] Neem nu eens een jong meisje, dat fysiek vroegrijp is. Zij is nauwelijks twaalf jaar, maar haar hele lichaam is al zo gevormd, dat zij er uitziet als een huwbaar meisje. Zo'n meisje bekoort dan iedere wat zinnelijke man meer dan honderd nog zo mooie meisjes van rijpere leeftijd. Zo'n vroegrijp meisje staat lichamelijk aan honderd gevaren bloot, en haar ouders zullen erg moeten oppassen om hun te vroeg rijp geworden dochter voor al de vijanden te bewaren, die haar vanwege haar grote aantrekkingskracht achtervolgen. Als zij te vroeg aan een wellustige man wordt uitgehuwelijkt, kan zij gemakkelijk haar vruchtbaarheid verliezen. Als zij te veel wordt opgesloten en weggehouden wordt van alle kwade begeerte, wordt haar lichaam, zoals men wel zegt pafferig. Zij wordt bleek, kwijnt weg en wordt zelden oud. Geeft men haar weinig te eten, en geen vet eten, dan wordt zij treurig en kwijnt tenslotte ook vroeg weg; als men haar goed te eten geeft, wordt zij nog vetter en onbeholpener en daardoor traag, zodat haar bloed weldra afbreekt en zij er uit gaat zien als een lijk, en daardoor zal haar lichaam zeker vroeg moeten sterven.
[3] Zo gaat het ook bij een te voortijdige overdreven geestelijke ontwikkeling. Als kinderen met vaak geringe talenten terwille van de studie zo streng behandeld worden alsof er een wereld vanaf zou hangen, dan worden zulke zielen mat, omdat zij eerder geen tijd hadden hun lichaam zo te ontwikkelen dat het onder alle omstandigheden te gebruiken was!
[4] Daarom heeft alles volgens de orde van God zijn tijd nodig en nergens kan men een semester overslaan.
[5] Tijdens de lichamelijke geboorte uit het lichaam van de moeder wordt de eeuwige levenskiem als een vonkje van de zuivere geest van God in het hart van de ziel gelegd, net als bij de vrucht van een plant wanneer zij de bloem heeft afgeworpen en zich begint te wapenen en te beschermen. Is het lichaam eenmaal ontwikkeld, dan begint de ontwikkeling van de geest in het hart van de ziel. De ziel moet er dan alles aan doen om de geest in haar te laten ontkiemen en moet hem daarbij de helpende hand bieden.
[6] De ziel is dan de wortel en de halm, en het lichaam de aarde; zij moet de geest geen onzuiver water als voedsel geven.
[7] De ringen, die de geest aanlegt, zijn de deemoedigingen voor de ziel. Als de laatste ring eenmaal gelegd is, ontwikkelt de geest zich verder zelf en neemt alles wat in de ziel met hem verwant is in zich op, beveiligt zich en neemt als laatste de gehele ziel en wat in het lichaam met de ziel verwant was, in zich op en is dan voor eeuwig geheel onverwoestbaar , zoals wij dat verloop ook bijna bij iedere plant meer of minder goed kunnen waarnemen.
[8] Als de vrucht op de normale weg bijna. volrijp geworden is, worden levenskiemvonkjes in de in haar opgeborgen zaadjes gelegd in tere, al klaargemaakte hulsjes; dan sluit de kern zich gedurende enige tijd geheel af van het andere deel van de vrucht en beveiligt zich in zichzelf, maar gebruikt daarbij toch steeds voor de helft de levensether van de haar omringende vrucht.
[9] Na verloop van tijd begint de buitenste vrucht te verschrompelen en te verdrogen. Waarom is dit? Omdat haar ziel geheel overgaat in het leven van de kiemgeest in de kern. En als de levenskracht van de vrucht tenslotte geheel overgegaan is in de levensgeest van de kiem, dan wordt de eerder geheel levende halm in al zijn stadia droog en dood. Maar eerst heeft al het leven van de plant zich met het kiemleven tot één leven verenigd en kan zo nooit vernietigd worden, of het nu met de materie van de kern verbonden is of niet.
[10] En zo zie je steeds dezelfde orde overal in alle dingen en in dezelfde stadia."
«« 217 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.