[2] IK zeg: "Dat valt onder jouw regeerverantwoordelijkheid, en Ik kan je daarop noch met ja, noch met nee antwoorden. Doe daarin, wat je wilt; maar verzwaar daarmee Mij en de Mijnen het noodzakelijke reizen met!"
[3] CYRENIUS zegt: "Natuurlijk niet; want kunstenaars, artsen, wijzen en profeten vallen daar buiten! Hun getuigschriften, hun daden en woorden zijn voor hen een geldige reisvergunning, en op straffe van de dood mag niemand hen daarbij hinderen. Maar U geef ik meteen een officiële verklaring mee, en niemand zal U aanhouden als U hem die verklaring laat zien!"
[4] IK zeg: "Ik verheug Mij over jouw altijd goede wil, maar bespaar je desondanks deze moeite! Want zolang Ik rond wil trekken zal geen macht ter wereld Mij dat kunnen beletten! Als Ik echter eenmaal Mijn leven voor de gehele mensheid zal willen geven, zal ook geen macht ter wereld Mij bescherming kunnen geven; en wanneer zij Mij die aan zou bieden, dan zou Ik die toch niet aannemen! Want, vriend: Hij, aan Wie hemel en aarde gehoorzamen, zal toch zeker wel machtiger zijn dan alle mensen op deze aarde, die Mij nauwelijks tot voetenbank kan dienen!? Doe jij daarom maar wat je wilt, maar het zal weinig opleveren! Want al maak je nog zo'n volmaakte wet, dan zul je toch maar al te gauw ge waar worden hoe handig de mensen die wet zullen omzeilen, en daar zul je niets tegen kunnen doen.
[5] Gods geboden, die door Mozes aan het volk zijn gegeven, zijn beslist net zo alomvattend, als iets volmaakts maar kan zijn, maar mensen hebben, zoals deze tijden aantonen, Gods geboden zo handig in hun eigen slechte wetten weten om te vormen, dat de hedendaagse mensen zich er nu helemaal geen gewetenszaak meer van maken om de geboden van God te overtreden, als ze zich maar houden aan hun wereldse wetten!
[6] Als de mensen dit echter al aan het groene hout doen, wat zullen ze dan doen met een dorre stronk uit Rome!? - Doe daarom dus maar wat je wilt, en Ik zal het goed vinden; maar Ik zeg je ook:
[7] Hoe meer wetten, hoe meer misdadigers waarvoor na verloop van tijd jullie kruisen en gesels wel eens niet toereikend zouden kunnen zijn!"
[8] CYRENIUS zegt: " Alles wat U mij nu zegt is ontegenzeglijk waar, maar ik vraag U toch nog terwille van mijzelf: Wat kan men dan doen tegen de weerspannigheid van de mensen, die net als deze Nazareeërs aan geen God en geen hogere openbaring meer geloven en de geboden van God met hun handelingen publiekelijk honen?! Moet men die dan ook nog zonder strenge wereldse wetten laten, zodat ze zonder enige vrees hun losbandige lusten naar believen kunnen botvieren? Daarbij houden ze zich al sinds lang niet meer aan welke goddelijke wet dan ook, en onder elkaar, en met hun buren, beginnen ze zich erger te gedragen dan de verscheurende dieren uit de woestijn en de bossen! Ik vind strenge wereldlijke wetten geheel op hun plaats, teneinde zulke totaal verwilderde mensen weer tot de orde te roepen en hen daardoor tot de kennis van God terug te brengen!"
[9] IK zeg: "Zeker, want in dat geval is er geen andere weg mogelijk en denkbaar dan die van de dwang van de wereldse wet! Maar daarbij is het zeer belangrijk, welke wetten men aan de mensen moet geven!
[10] Daar heeft men een zeer grondige kennis van de menselijke natuur voor nodig; en de wetgever mag nooit de ware reden van de ontaarding van de mens uit het oog verliezen, -anders lijkt hij op een dokter, die met een en dezelfde medicijn alle bij de mensen voorkomende ziekten wil genezen, maar niet bedenkt, dat de geheel verschillende ziekten die het menselijk lichaam kan krijgen, ook geheel verschillend van aard zijn en allemaal een andere oorsprong hebben. Zo'n dokter zal zo nu en dan wel hier of daar een zieke tegenkomen waarvoor zijn medicijn deugdelijk blijkt en die daardoor geneest, maar honderd andere zieken die aan een andere ziekte lijden, worden van die medicijn niet beter, maar veel zieker en sterven er zelfs aan!
[11] Als het nu al bij een ziek lichaam, dat iedere dokter toch zien en betasten kan, moeilijk is te bepalen wat de goede medicijn is, hoeveel moeilijker is het dan om voor een zieke mensenziel een goed medicijn te vinden en te omschrijven!
[12] De wet is een goed medicijn, als de juiste leer, waarvoor die wet gehouden moet worden, er mee samenhangt; maar denk nu zelf eens over het volgende na:
[13] Hier heb je een opvliegende ziel, daar een bange, dan weer een arglistige, een afgunstige, gierige en tot bedriegen geneigde ziel; ook zul je een zoekende ziel aantreffen, en tegenover deze een trage en slaperige; in één huis zitten vier gehoorzame deemoedige zielen, in een ander vijf weerspannige -en dat gaat zo maar door met ontelbare eigenaardigheden, zwakheden en hartstochten.
[14] Jij geeft nu voor al deze ontelbaar vele karakters een zelfde wet; wat zal hen dat baten? De bange zal vertwijfelen, de toornige op wraak en revolutie gaan zinnen, de lauwe zal lauw blijven, en de onderzoeker zal alle moed verliezen en stoppen met zijn nuttige werk; de gierige zal nog gieriger worden, en de hoogmoedige zal samenspannen met de toornige, en de sluwe zal hen beiden zijn diensten aanbieden! .
[15] Als je deze en duizend andere zeer treurige gevolgen bedenkt, die moeten voortkomen uit een domme, grove wet, dan zul je naast de noodzakelijkheid van een wet ook de andere noodzaak inzien, dat een wet bijzonder scherp en grondig onderzocht moet worden of deze wel heilzaam is voor alle mogelijke karakters!
[16] Is een uit te vaardigen wet vooraf niet daarop onderzocht, dan moet deze niet aan de mensen opgelegd worden, omdat dat in het algemeen beslist meer schade dan nut te weeg zal brengen.
[17] Kijk, God, de wijze schepper, heeft in Zijn eindeloos grote wijsheid in zekere zin slechts tien voorschriften gevonden, die voor alle karaktersoorten der ziel bruikbaar zijn, en ieder mens kan ze ook zeer goed in acht nemen, als hij maar wil. Als God Zelf nu maar tien voorschriften vindt, die met de natuur en de hoedanigheid van iedere mensenziel zodanig corresponderen dat men daar alle nut van kan verwachten, hoe is het dan mogelijk dat een heidens keizer in Rome meteen honderd voorschriften vindt, waarvan het navolgen aan de mensenzielen hun heil moet brengen?"
«« 26 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.