[2] IK zeg: "Het geheel is helemaal niet zo gek uitgedacht, beste Josoë, maar er doet zich een complicatie bij voor, en wel dat er duidelijk gelogen wordt, en iedere leugen komt uit het kwade en veroorzaakt weer kwaad. Kijk, een vondeling ben je duidelijk niet, hoe wil je dat dan later voor je ouders en God rechtvaardigen?"
[3] De JONGEN zegt: "Heer, als U glimlacht, is dat zeker een goed teken, en voor U ben ik al gerechtvaardigd zoals eens Jacob met zijn in lamsvel gewikkelde handen tegenover zijn blinde vader Isaäk! Kijk, Heer, dat was toch een grotere leugen dan de mijne, wanneer ik als vondeling bij mijn ouders gebracht wordt, en toch werd Jacobs eerstgeboorte zegen door God als rechtvaardig aangenomen! Als God echter toen een duidelijke bedriegerij, een aanwijsbare leugen, met genadige en zegenende ogen kon aanschouwen, dan zal de huidige vondeling Josoë hem toch niet tegenstaan, daar hij bovendien toch een echte vondeling is zoals er geen tweede is op de hele grote aarde van God! Daarmee bedoel ik, mijn God en mijn Heer, dat er op deze aarde wel niets zo verloren is als iemand, die gestorven is; daarom zou er in de waarste zin van het woord niets kunnen zijn dat meer 'gevonden' is dan een Heer, U begrijpt wel wie ik hier bedoel!"
[4] IK zeg: "Dat heb je goed beredeneerd! Ik wist wel dat je een goede reden zou vinden, maar nu zou Ik ook nog van jou willen horen, hoe je je aan je ouders met allerlei terloopse opmerkingen tenslotte als de echte Josoë voor zult stellen."
[5] JOSOË zegt: "O Heer, dat is toch heel gemakkelijk! Als ik eenmaal in huis ben zal ik er geen moeite mee hebben om mij net zo te gedragen als ik mij vroeger gedragen heb. Geleidelijk aan zal ik naar bepaalde dingen vragen zoals ik dat vroeger gedaan heb, ik zal ook mijn spelletjes opzoeken en die op de bekende manier gebruiken. Dat zal mijn ouders zeker opvallen en tenslotte zullen ze moeten zeggen: 'Dat is onze Josoë, die misschien door Borus met zijn geheime middelen uit het graf is opgewekt en in de loop van de tijd tot op nu helemaal genezen is!' En voorlopig laat ik hen in die mening. Op het geschikte moment zullen ze de waarheid wel vernemen, en volgens mij zal het zo best te regelen zijn. "
[6] IK zeg: "Maar daar zit ook weer een leugen in! Want iemand opzettelijk in het ongewisse laten, is hetzelfde als tegen iemand liegen! Hoe zul je je daarvan dan schoonwassen?"
[7] JOSOË zegt: "Heer, het is altijd en eeuwig een goed teken als U glimlacht terwijl U vragen stelt; ik dacht echter dat er twee heel verschillende soorten leugens zijn. Als men iemand opzettelijk kwaadwillig een leugen als een betrouwbare waarheid opdist, dan is en blijft dat een satanische verdorvenheid! Maar een schijnbare leugen, waarmee men de naakte waarheid slechts zolang omhult, zolang die naakte waarheid voor de betreffende mens nog niet te verdragen is, ja hem zeker meer zou schaden dan baten, kan niet uit den boze zijn, omdat zij ontspruit uit een hart en een wil vol edele, goede en toegenegen motieven!
[8] Anders zou op dezelfde manier iedere gelijkenis, die toch de verhevenste waarheid kan verbergen, een duidelijke leugen zijn. En toch hebben de meest wijze vaders en profeten hoofdzakelijk in zuivere gelijkenissen gesproken! En dat juist Borus hier als de algemeen bekende, beroemde dokter als zodanig in Uw plaats treedt, is in de aard der zaak toch ook niet anders dan toen ten tijde van Abraham de drie naar de aartsvader gekomen engelen Jehova's plaats hebben ingenomen, en helemaal niet anders dan de leugen van Jozef in Egypte tegen zijn koren zoekende broeders, die mij nog altijd heel onbarmhartig toeschijnt! Maar God heeft het zelf zo gewild en rekende Jozef dat gedrag tegenover zijn broeders zeker niet als zonde aan. En daarom denk ik, dat zo'n schijnbare leugen slechts een hemelse wijsheid is, terwijl de echte leugen thuishoort in het rijk van de ergste helse sluwheid!"
[9] IK zeg: "Kom hier, Mijn lieve Josoë, en laat je kussen, want jij bent met al je jeugd nog wijzer dan een oude schriftgeleerde!"
[10] Bij deze woorden loopt JOSOË vlug om de hele tafel heen, omarmt Mij en zoent Mij bijna half dood en zegt dan heel uitgelaten, maar tevens met een zeer wijze blijheid: "Kijk hierheen, alle hemelse geesten, machten en krachten, en bedek je aangezicht! Want dat wat hier gebeurde hebben jullie nog nooit beleefd! De eeuwige heilige Vader, die hier bij ons in de Zoon Jezus persoonlijk aanwezig is, laat Zich tastbaar liefkozen door een van Zijn schepselen!
[11] Zo trekt Hij, die eeuwig bestond, het tijdelijk bestaande .naar Zich toe liefkoost het en maakt het daardoor voor eeuwig aan Zich gelijk! O, ware, enige Vader van alle mensen, hoe zalig smaakt toch Uw liefde!"
«« 78 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.