[2] Chiwar haalt direkt het grote trouwboek en schrijft beiden in als voor God en de wereld wettige echtgenoten!
[3] Maar de overste vraagt aan Chiwar of dat in dit geval wel gaat, omdat Borus toch duidelijk een Griek is.
[4] CHIWAR zegt: "Vriend, hier bij ons gaat alles, en het zou dwaasheid zijn om een echtpaar niet te willen trouwen, dat God al veel eerder getrouwd heeft!"
[5] De OVERSTE zegt: "Hoe weet je dat dan?"
[6] CHIWAR zegt: "Zoals ik heel veel weet wat jij nu nog lang niet weet, zo weet ik dat ook, ook al weet jij het nu nog niet! Maak je nu dus maar niet druk, want hier wordt alles anders behandeld dan in de tempel!"
[7] De overste glimlacht en is gerustgesteld.
[8] Borus haalt dan een zware buidel met goud uit zijn zak en voldoet daarmee volgens voorschrift zijn bijdrage, die evenwel in de verste verte niet zo groot was als wat hij in de buidel had gedaan, en gaat meteen daarop weer weg.
[9] Als Borus de eetzaal verlaat tilt de overste de buidel op en zegt: "Dat zijn toch meer dan vijf pond goud in zuiver geslagen Augustusstukken, - ook zijn er nog een paar Tiberiussen bij! Is dat hier dan zo gebruikelijk? In de tempel zou een pond goud al een eregift zijn!"
[10] CHIWAR zegt: "Zulke gaven zijn hier niet zeldzaam, maar Borus, die na Jezus zeker de grootste dokter ter wereld is, is een te groot man van eer en daarbij te rijk dan dat hij zich bij welke gelegenheid dan ook gierig zou tonen!"
[11] De OVERSTE vraagt verder: "Wie was dan zijn ongemeen mooie en beminnelijke vrouwtje?"
[12] CHIWAR zegt: "Dat is de dochter van overste Jaïrus, waarvan ik je al heb verteld dat de wonderdokter Jezus haar tweemaal na elkaar uit de dood heeft opgewekt. "
[13] De OVERSTE zegt: "Misschien was ze slechts diep bewusteloos, wat bij zulke tere, bekoorlijke wezentjes echt niets nieuws is!"
[14] CHIWAR zegt: "Oho, als men meer dan vier dagen in het graf ligt te vergaan en de lijklucht maar al te goed tot iedere nog zo afgestompte neus doordringt - zoals wij allen ondanks alle zalfjes maar al te grimmig ondervonden hebben toen wij haar naar de groeve begeleidden en daar de klaagliederen ten einde toe zongen, dan is er van bewusteloosheid geen spoor meer aanwezig! Maar Jezus, de goede Heiland, kon wonderbaarlijk wat alleen God kan. Hij riep haar slechts door een woord, zonder enig hulpmiddel, ogenblikkelijk weer in het aangename leven terug, en thans is zij levendiger en gezonder dan zij ooit in haar hele leven was, -want zij is nog zeer jong en telt nauwelijks zestien lentes!"
[15] De OVERSTE vraagt: "Hoe lang is het dan al geleden dat zij uit de dood werd opgewekt?"
[16] CHIWAR zegt: "Hoogstens zes of zeven dagen! Heel precies zou ik de tijd niet aan weten te geven, maar het is wel zeker, dat zij in het begin van de afgelopen week uit de dood tot leven is gewekt."
[17] De OVERSTE zegt, buiten zich zelf van verbazing: "Dat is werkelijk iets, wat op aarde nog nooit beleefd werd! Dit aanvallige vrouwtje met haar blijmoedige onbedorvenheid van nu en toch al als lijk vier dagen in het graf!? Waarlijk, dat is ongehoord, vooropgesteld dat jullie mij wel de gehele waarheid zeggen, waaraan ik nu niet meer wil twijfelen want deze plaats schijnt van louter wonderen aan elkaar te hangen!"
[18] CHIWAR zegt: "Ja, het is werkelijk zo! Vooral de genoemde Heiland Jezus trekt alle mogelijke aandacht, want Zijn prestaties overtreffen in hoge mate alles en al datgene wat ooit door Mozes over de aartsvaders is geschreven en alles wat wij over de grote profeten weten! Want zoiets is er nog nooit geweest! Je kunt je geen nog zo kwaadaardige ziekte indenken, die Hij niet door een enkel woord geneest, zonder de zieke te zien of aan te raken! Als Hij iets anders wil, dan gebeurt dat ogenblikkelijk!
[19] Zo is bijvoorbeeld het aftreden van Jaïrus dat vier dagen geleden plaatsvond en de op hetzelfde moment aan de hogepriester in de tempel te Jeruzalem aangeboden ontslagbrief, toch zeker meer dan een wonder! Langs natuurlijke weg zou deze oorkonde misschien op z'n vroegst nu pas in handen van de hogepriester gekomen zijn, maar nu kon jij al twee dagen geleden in Kapérnaum en vanmorgenvroeg daarvandaan hier aankomen, -en daarbij is beslist geen fout tegen de regels en de oude traditie gemaakt! Op wonderbaarlijke wijze ben jij nu officieel opperpriester over geheel Galiléa, en het ontslag van Jaïrus is compleet met alle nodige bijlagen en verklaringen in handen van de opperpriester in de tempel, en alles kostte maar een en hetzelfde ogenblik! Zo is ons ook door betrouwbare getuigen verteld, dat deze zelfde Jezus pas een paar weken geleden een zeer zware storm op zee bestraffend toesprak, -en de zee en de winden gehoorzaamden ogenblikkelijk het woord van de Heiland! Van zulke waar gebeurde verhalen zou ik je er nog vele kunnen vertellen, maar dit is niet het geschikte moment daarvoor. Men zou kunnen veronderstellen dat deze mens een huurling van de satan was, ware het niet dat Zijn woorden, lessen en milde, ernstige vermaningen het tegendeel leerden!
[20] Ik zeg je eerlijk, trouwen waarachtig: Zijn daden zijn onbeschrijflijk wonderbaar, maar ze vallen als bijkomstigheden in het niet bij de wonderbaarlijke macht van zijn spreken en Ieren! Je hoort waarheden, waar nog nooit een profeet van gedroomd heeft! Hij Iaat je het leven van een mens op zo'n manier zien, dat geen mens er maar de geringste twijfel over kan hebben of zijn ziel sterfelijk of onsterfelijk is. De onsterfelijkheid wordt je op zo'n tastbare manier voorgesteld, dat je er geen moment aan kunt twijfelen, dat er na de lichamelijke dood een eeuwig voortleven der ziel is door de in haar wonende goddelijke geest.
[21] Kortom, deze Jezus is een mens met zulke buitengewone vermogens, dat men naar eer en geweten moet zeggen: Zo'n mens heeft de aarde sinds Adam nog niet als bewoner gehad! Alle elementen gehoorzamen Hem; myriaden geesten staan steeds voor Zijn dienst klaar, en zo heb ik ook van Zijn leerlingen gehoord, dat Hij op Zijn reis van Sichar naar Kana in Galiléa midden op de dag de zon in een oogwenk verduisterd heeft, en haar daarna binnen enkele ogenblikken weer net zo helder als voorheen heeft laten schijnen!
[22] Zo vertelden ons Roban en een paar honderd getuigen, die wij ondervraagd hebben, dat Hij in Sichar twee oude vervallen huizen, het oude huis van Jozef en Benjamin en het oude slot van Ezau, dat nu in bezit is van de rijke koopman Jaïruth, door Zijn woord in een oogwenk heeft gerestaureerd. Dat heeft Hij zodanig gedaan, dat alle daar wonende bouwmeesters heel openlijk toegeven dat zij voor de restauratie der beide oude huizen ondanks alle inspanning tien volle jaren nodig gehad zouden hebben, als zij zo'n herbouw langs natuurlijke weg hadden moeten klaren! Bovendien stond niet alleen het zeer uitgebreide gebouw voor wat betreft de bouwkundige materialen in een oogwenk daar, maar ook nog naar alle mogelijke behoeften ingericht, en wel in zo'n doelmatige en tevens zeer schone stijl, dat men zoiets van de hand van bouwlieden wel nergens op deze aarde kan vinden!
[23] Ook vertelde mij een zekere Griek uit Kana in Samaria -zijn naam was Philopold -bijna ongelooflijke dingen, die ik echter toch moest geloven omdat hij mij dat door vele getuigen liet bevestigen.
[24] Als echter naar mijn mening, die alleen maar voor mij geldt, een mens zulke dingen doet, dan houd ik hem voor meer dan een mens en voor meer dan een groot profeet! Hij zei weliswaar een paar dagen geleden -ik geloof bij een visvangst aan de zee, die ook heel wonderbaarlijk te noemen was -, dat ieder mens dat zou kunnen, als hij een vast, onwankelbaar geloof had. Maar ik denk dat zo'n geloof net zo wonderbaarlijk zou zijn als het grootste wonder zelf, want zo'n geloof kan alleen maar een gevolg zijn van het zich duidelijk bewust zijn van het kunnen, waardoor alle denkbare succes verzekerd is.
[25] Wie zijn krachten kent, kan daarop ook vertrouwen voor zover hij uit ervaring de zekerheid heeft gekregen, dat deze krachten voldoende zijn om iets te volbrengen. Als de mens echter zijn geloof in het gelukken groter zou maken dan zijn krachten reiken, zal naar mijn mening dat geloof meteen begeleid worden door twijfel als hij een opdracht ziet, waarvan hij zich maar al te zeer bewust is, dat zijn krachten daarvoor verreweg niet toereikend zijn.
[26] Als ik een steen van ettelijke ponden voor mij op straat zie liggen, die mij in de weg ligt, dan zal ik echt geen ogenblik betwijfelen dat ik, als ik maar wil, de steen kan verwijderen. Als er echter een rotsblok van zo'n honderdduizend pond ligt, dan geloof ik dat een geloven zonder twijfelen heel moeilijk staande te houden zal zijn. Al zou ik mijn wil nog zo inspannen, dan zal dat waarschijnlijk niets geven, omdat mij de subjectieve overtuiging geheel moet ontbreken dat men met een hefvermogen van hoogstens tweehonderd pond ook een gewicht van honderdduizend pond meester kan worden.
[27] Maar voor deze Jezus is, net als voor God, alles mogelijk! Voor Zijn wil is een berg net zo nietig als een zonnestofje! Aarde, lucht, wind, water en vuur gehoorzamen Hem als lammetjes hun herder, en de bliksem leidt Hij duizend keer beter dan de beste schutter de pijl van zijn boog! -Wat volgt hier echter uit? Nu vraag ik u, als onze overste daarover ons uw mening te geven!"
«« 87 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.