De sfeer van de zesde geest. De rots Petrus

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 11 / 101 »»
[1] Omdat onze liefdevolle geestelijke gastvrije vriend al hier is, kunnen jullie je zonder veel moeite meteen in zijn sfeer begeven om daar dingen in een ander licht te aanschouwen.
[2] Wel, jullie zijn reeds in zijn sfeer. Waarom kijken jullie nu ineens zo angstig om je heen? Jullie zeggen: omdat we ons op een hoge klip bevinden en om ons heen niets anders zien dan een eindeloze, golvende zee. Dreigend en verschrikkelijk bruist en golft hij om de eenzame klip waarop we ons bevinden en overal lijkt hij bodemloos diep te zijn. Wat zal er van ons worden als deze zee onze zwakke klip met haar sterke golven overspoelt? We hebben slechts onze zekere ondergang voor ogen! Waar kunnen we redding vinden als al die golven over ons heen zouden spoelen?
[3] Maar Ik zeg jullie: jullie hebben je ogen slecht geraadpleegd. Kijk maar eens wat rustiger in de richting van de morgen, waar het grote wateroppervlak rood begint te kleuren, dan zullen jullie meteen op andere gedachten gebracht worden. Jullie kijken al in de goede richting; en, wat zien jullie?
[4] Zoals Ik zie, maakt een nog grotere angst zich van jullie harten meester en jullie zeggen met bevende stem: o Heer en Vader, red ons, anders zijn we helemaal verloren! Want even groot en hoog als de bergtoppen verheffen vreselijke monsters hun koppen boven de eindeloos uitgestrekte golven van de zee en lijken met grote snelheid recht op ons af te stevenen. O jullie kleingelovigen en nog kleinmoedigen; waarom zijn jullie, terwijl Ik bij jullie ben, toch bang voor dingen die niets te betekenen hebben? Ik zeg jullie: gebruik maar naarstig je gezichtsvermogen, want de dingen die jullie nu zien zijn uiterst belangrijk. Span daarom je ogen nog meer in, kijk richting middernacht en zeg Me wat jullie daar zien.
[5] Jullie schrikken nog meer dan eerst en kunnen nu van louter dwaze angst geen woord meer uitbrengen; wat is er dan? Jullie zien de watermassa zich daar splitsen en zien langs de vochtige wanden in de diepte een dreigend vuur, dat steeds meer naar boven komt en de golven van de zee dampend verteert. Te midden van dit vuur zien jullie een grote, vurige draak. Zeven koppen heeft hij en op iedere kop tien horens. Met zijn machtige staart splijt hij de golven en uit vier koppen, die hij reeds boven de oppervlakte van de zee heeft opgeheven, spuwt hij heftig grote vuurkogels naar alle kanten over de oppervlakte van de zee. Jullie zien nu ook hoe een massa van talloze vleermuizen en ander nachtelijk ongedierte in zijn vier wijd opengesperde muilen vlucht en hoe hij deze haastig in zijn vlammende keelgaten laat zakken. Om de koppen zien jullie dreigende stapelwolken hangen, die naarstig om de horens draaien en zich met bliksems vullen, die naar buiten geslingerd worden op het gewoel van de golven. Dat zien jullie en zijn o zo bang! Maar Ik zeg jullie: kijk nog eens tweemaal zo goed; jullie zullen achter de draak nog iets anders zien. Kijk, om zijn staart is een sterke ketting geworpen en daarachter loopt deze ketting uit in ontelbare kleinere kettingen. Kijk hoe aan het eind van zo'n ketting ontelbare menigten zijn samengebonden, die door deze machtige draak op zijn vuurweg worden meegetrokken.
[6] Angstig vragen jullie nu: Vader, wat gaat er met die armzalige slaven van deze draak gebeuren? Maar Ik zeg jullie: kijk nog maar eens heel goed, dan zullen jullie spoedig ontdekken hoe deze slaven achter hun draak met vurige zwaarden in de hand juichen en zeggen: ere zij jou, machtige vorst, dat je de volkeren van de aarde hebt overwonnen en de hemelen aan jou schatplichtig hebt gemaakt! Want zo ben je een machtige rechter geworden tussen God en alle schepselen. Hemel, aarde en alle afgronden moeten voor jou buigen en de verdiensten en werken van de Zoon uit God heb jij overwonnen en jij hebt ze op aarde, boven de aarde en onder de aarde schatplichtig aan jou gemaakt. - Wel, wat zeggen jullie nu tegen deze aanhangers van deze draak nadat jullie dit hebben gehoord? Jullie huiveren tot in het diepst van je wezen. Maar Ik zeg jullie: blijf maar op je nauwe standplaats staan, kijk met vaste blik in de richting van de avond, dan zullen jullie dadelijk een andere scène voor ogen krijgen.
[7] Welnu, jullie kijken al. Wat is daar dan weer voor angstaanjagends te zien? Met een bijna vertwijfelde stem zeggen jullie: Heer, als dat zo verder gaat, dan zijn we reddeloos verloren, want de draak heeft zich als een machtige, onafzienbare grote slang in een wijde kring op de golven van de zee gelegd. Als door een onafzienbare, grote, vurige ringmuur zijn we door hem omgeven. We zien nergens meer een uitweg; dus zijn we onvermijdelijk zijn buit! We kunnen niet vanaf onze standplaats omhoog komen; wat zal er van ons worden? Aan alle kanten zien we de wijd uitgestrekte oppervlakte van de zee al sterk gloeien. Talloze kolken worden zichtbaar op het gloeiende en geweldig dampende zeeoppervlak. Vurige orkanen werpen gloeiende golven hemelhoog door elkaar. O Vader, help ons voordat al deze kwellingen steeds dichterbij komen, anders gaan we zonder meer ten onder! En als de gloeiende golven, vol pestilentie en stank, vol vloek en vol verterend vuur, ons zullen verslinden, zult U ons dan wel uit die eindeloze, eeuwig verderfelijke afgrond trekken?
[8] O jullie kleinmoedigen, waarom zijn jullie zo erbarmelijk en angstig aan het jammeren! Kijk maar eens naar de middag en jullie zullen zo dadelijk een andere scène te zien krijgen. Zien jullie hoe daar achter de wijde en machtig gloeiende slangenring reusachtige engelgeesten met machtige zwaarden gewapend staan te wachten op slechts één teken, één kleine wenk van Mij om de slang onschadelijk te maken? Kijk maar eens rond naar alle kanten en tel de richtende engelgeesten. Zijn het er geen twaalf? Ja, zo is het! Kijken jullie nu maar eens om je heen. De engelen hebben de wenk gekregen. En kijk, de slang ligt daar gedood en in stukken geslagen. Haar stukken zinken in de diepte van de gloeiende golven; de golven storten er van alle kanten donderend overheen. En kijk nu eens, waar zijn de golven, waar de zee?
[9] Vredig land komt op de plaats van de afschuwelijke vloed tevoorschijn. En kijk, van alle kanten komen lieftallige boden, die Mijn levend woord in hun handen dragen en het als tarwekorrels overal uitstrooien. En kijk daar richting morgen: een nieuwe, heerlijke zon komt op! Uit de hemelen valt overvloedige dauw op de nieuwe grond van Mijn genade en ontferming, en nieuwe, heerlijke vruchten ontkiemen overal. Begrijpen jullie het beeld dat jullie zagen? Ik zeg jullie: dit beeld is jullie zeer nabij; het speelt zich voor jullie ogen af. Daarom moeten jullie ook niet angstig zijn, want jullie hebben in dit beeld van hogere geestelijke waarheid het einde gezien van de schandelijke hoererij. Kijken jullie nu nog eenmaal om en kijk naar de geest in wiens sfeer jullie dit allemaal hebben gezien. Kennen jullie hem?
[10] Jullie zeggen: o Heer en Vader, hij komt ons heel bekend voor, maar toch weten wij nog niet goed wie hij is. Wilt U ons daarom zeggen, wie onze gastvrije vriend, die ons in zijn sfeer zo'n huiveringwekkend en heuglijk gastmaal heeft bereid, nu eigenlijk is? Dan zeg Ik jullie: deze gastvrije vriend moeten jullie toch gemakkelijk herkennen als jullie maar een beetje letten op de plaats waarop jullie je nog bevinden. Tegen wie heb Ik eens gezegd dat hij een rots is waarop Ik Mijn kerk wil bouwen, die door de poorten of machten van de hel niet zal worden overweldigd? Jullie zeggen: tegen Simon, die daarom Petrus werd genoemd. Welnu, hij is dus ook onze geestelijke gastvrije vriend. Hij ziet Mij en ziet ook jullie. Maar als Ik met jullie spreek, zwijgt hij volkomen, doordat hij vol liefde voor Mij is.
[11] Treden jullie nu maar weer uit zijn sfeer, want er nadert alweer een andere, de zevende geest, in wiens sfeer wij weer heel andere dingen zullen zien. Deze zesde geest zullen we echter eveneens in ons gezelschap houden. Overdenk goed, wat jullie vandaag hebben gezien, dan kunnen jullie daarvoor bij de volgende gelegenheid een gedegen oplossing verwachten. En hiermee is het genoeg voor vandaag.
«« 11 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.