De voorgrens van het kinderrijk

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 22 / 101 »»
[1] Jullie vragen: beste vriend en broeder, hoe zullen we dan over dit enorme zeeoppervlak komen, terwijl er nergens een boot of een schip te bekennen is waarvan we gebruik kunnen maken of dat ons kan meenemen? Ik zeg jullie: die zullen we ook niet nodig hebben. Het ligt nu aan jullie of jullie door dit water willen wandelen zoals eens het Israëlische volk door de Rode Zee of zoals Petrus eens met de Heer over het wateroppervlak heeft gewandeld. Het kan op beide manieren, en het zal gebeuren zoals jullie het willen. Jullie zeggen dat ik maar moet beslissen en aangeven wat het beste is.
[2] Wat mij betreft wil ik liever de Heer volgen dan Mozes. Probeer dus met mij het wateroppervlak te betreden en heb niet de minste angst, want we zullen even gemakkelijk over het water lopen als over het land. Kijk, we staan al op het water; hoe vinden jullie deze bodem? Jullie zeggen: men loopt hier bijzonder goed. Overal waar we lopen is de bodem heel fijntjes, maar toch veerkrachtig en laat zich niet indrukken. Het water is heel helder en lijkt ook bijzonder diep te zijn. Maar het boezemt ons toch geen vrees in omdat we elkaar overtuigen dat het stevig genoeg is om ons te dragen.
[3] Dat is juist, beste vrienden en broeders, zolang men nog dicht bij de oever staat, nog een heleboel voorwerpen en het vaste land om zich heen ziet en het wateroppervlak spiegelglad is. Maar wanneer men een heel eind verder is gekomen en het water steeds meer gaat golven, moet men goed oppassen om geen watervrees te krijgen en daarbij zijn evenwicht te verliezen. Maar zo stevig als het water hier is, blijft het overal; daarom proberen we onze reis te vervolgen. Houden jullie je maar stevig aan mij vast en zet geen angstige maar flinke stevige stappen, want met voorzichtige stappen zouden jullie niet veel bereiken. Zoals jullie zien is het wateroppervlak bijzonder glad en als men zijn voeten daar niet stevig op zet, kan men gemakkelijk uitglijden en vallen, en dan kost het heel veel moeite om op deze gladde bodem weer overeind te komen. Welnu, we staan stevig op onze voeten en zoals ik zie, maken jullie goede vorderingen.
[4] Dus maar recht vooruit totdat we de tamelijk sterk golvende plek bereiken die daar aan de verre horizon te zien is. Kijk, we gaan heel goed vooruit. Hier en daar schommelt de bodem weliswaar tengevolge van de algehele beweging van de zee, maar zoals jullie zien, worden onze schreden daardoor niet in het minst beïnvloed.
[5] Maar waarom kijken jullie zo gespannen in het water? Hebben jullie er misschien iets in laten vallen dat in de diepte is gezonken? Jullie zeggen: beste vriend, helemaal niet. We kijken alleen omlaag of er zich onder ons in het water nergens vissen of andere waterdieren bevinden. Ik zeg jullie: maak je daarover geen zorgen, er is hier geen sprake van watermonsters, maar kleine edele visjes zijn er in groten getale. Jullie zouden er graag wat willen zien? Zo ja, dan moeten jullie je een beetje omdraaien, dan zullen jullie meteen zien hoe ze vanaf de morgen naar de avond trekken. Wel, jullie hebben je omgedraaid. Kijk eens wat een enorme hoeveelheid mooie glanzende vissen vanuit de omgeving van de morgen dit hele onafzienbare water verlevendigt! Lijken ze niet op de goudvisjes bij jullie op aarde? Jullie zeggen: o ja, alleen glanzen ze veel sterker.
[6] Jullie zouden wel graag willen weten, wat deze visjes hier te betekenen hebben? Deze visjes betekenen het van de eeuwige morgen uitstromende leven, dat dit element door en door doet opleven en vervolgens als vrij leven naar buiten treedt in alle oneindige ruimten van Gods eeuwige scheppingen.
[7] Aangezien we nu toch even halt hebben gehouden, kijk dan ook even naar het oppervlak van dit grote water. Wel, jullie schrikken en zeggen: in godsnaam, de hele oneindigheid lijkt wel te zijn gevuld met dit water, want nergens valt er nog iets van land te ontdekken. Zo ver het oog reikt, ziet het in de verste verten niets anders dan de golvende en witachtig glanzende oppervlakte van een eindeloze zee. Ik zeg jullie echter: maak je daar niet druk om maar bedenk dat het ons met dit enorme wateroppervlak om ons heen toch niet zo slecht vergaat als eens Christoffel Columbus, toen hij met zijn slechte vaartuigen midden op de Atlantische Oceaan voer en daar angstig om zich heen keek of hij ergens land kon ontdekken.
[8] Laten we onze reis maar weer vervolgen. We zijn de golven al tamelijk dicht genaderd. Als we er zijn, moeten jullie je maar goed aan mij vasthouden, want we zullen daar diepe waterdalen en hoge waterbergen moeten passeren.
[9] Kijk nu, de golven komen steeds dichterbij. Houd je nu vast, nog een paar passen volgens onze geestelijke manier van voortbewegen en we zijn bij de golven. Wel, daar is al de eerste golfrand. Kijk, wat een diep waterdal en zie eens hoe het water in dit dal naar beneden stort; en kijk hoe daar een waterberg met schuimende golven zich bijna tot aan het firmament lijkt te verheffen.
[10] Jullie zeggen: o, beste vriend en broeder het zal wel onmogelijk zijn om daar overheen te komen, want het ziet er hier toch wel angstaanjagend uit! Daar slaan een paar hemelhoge golven over elkaar. En daar vormt zich een waterkloof zo diep alsof men vanaf een hoge berg in een huiveringwekkende diepte kijkt!
[11] Maar ik zeg jullie: hier zal het ons best goed vergaan, want zoals jullie zien, stroomt het waterravijn alweer vol; daarom kunnen we nu onze weg heel gemakkelijk vervolgen. Voordat we deze voor ons zwevende waterberg zullen bereiken, zal het water ook daar weer geëffend zijn. Kijk, hij is alweer omlaag gekomen; nu is onze weg weer geëffend. Maar daar is alweer een groot waterravijn; wild schuimend storten de natte wanden in de diepte. Laten we maar even geduld hebben. Dit ravijn zal spoedig weer een effen bodem worden. Kijk, de wanden hebben zich alweer samengevoegd en wij kunnen onze weg verder vervolgen. Daar komt alweer een enorme waterberg op ons af en achter ons heeft zich zojuist alweer een nieuwe watervallei gevormd. Jullie zeggen: deze enorme waterberg zal ons zeker meesleuren in het waterravijn. Maak je geen zorgen; de berg zal het ravijn alleen maar opvullen en wij zullen weer een vlakke weg krijgen.
[12] Kijk nou, na onweer en regen komt zonneschijn. Met deze waterberg zijn we ook de hele golvenpartij van deze zee al gepasseerd en we hebben alweer rustig water voor ons. Maar daar heel in de verte, waar jullie een massa sterren boven het water zien, komt nog een gevaarlijke plek met grote draaikolken. Ook daarover hoeven jullie je geen zorgen te maken; zij zullen ons evenmin schaden als de golven. Kijk eens, na onze versnelde reis zijn we ook al bij deze kolken. We moeten hier steeds over de rand van de kolken verder lopen, dan kunnen ze ons niet deren. Schrik niet van het donderend geraas van deze kolken en kijk omhoog naar het firmament, hoe we ons reeds onder de sterren bevinden die we kortgeleden nog zo van veraf zagen. Spannen jullie je ogen nu nog eens goed in en kijk recht vooruit. Wat zien jullie?
[13] Jullie roepen: land, land! Welnu, dan was deze zee toch niet zo eindeloos als jullie je nog kort geleden hebben voorgesteld. Kijk, daar op een landtong, die tamelijk ver in zee uitloopt, staat alweer een zuil. Jullie vragen wat deze betekent? We zullen er dadelijk zijn en jullie kunnen het opschrift zelf lezen. Nog maar een paar stappen en we zijn alweer op het droge. Kijk, daar is de zuil ook al!
[14] Wat staat er op geschreven? `Voorgrens van het kinderrijk: Nu weten jullie waar we ons bevinden. Jullie zeggen: maar in hemelsnaam, dat is toch wel een ontzettend bergachtige streek! Moeten we ons soms ook nog dieper in dit bergland begeven? O ja, dat is juist de hoofdzaak; daarvoor hebben we de verre reis naar hier gemaakt. Dat moeten jullie zien want pas hier wordt de ware betekenis van de avond bekend gemaakt. Daarom zullen we ons de volgende keer in deze bergstreken wagen. En dus rusten we vandaag bij deze zuil weer uit.
«« 22 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.