[2] Als jullie een klok bekijken, zien jullie aan dit kleine tijdmetende instrument louter gecultiveerde materie. Jullie zien een goedberekend mechanisme dat zo is gemaakt dat een drijfrad met zijn tanden in de tanden van een ander rad grijpt. Jullie zien hoe het hele tandwieldrijfwerk door middel van een naar verhouding sterke ketting verbonden is met de elastische veer die het hele mechanisme door de in haar wonende kracht doelmatig in beweging zet. Als we dit hele werkje nog nader bekijken, dan ontdekken we nog een heleboel radertjes en asjes. Alles is berekend en heeft zijn doel.
[3] Hebben we het binnenwerk goed bekeken, dan kunnen we de uiterlijke vorm in ogenschouw nemen. Wat zien we daar? Een vlakke wijzerplaat met daarop een paar heel eenvoudige wijzers. Wat doen deze wijzers op die eenvoudige wijzerplaat? Zoals jullie weten, geven ze de uren van de dag en de nacht aan en meten zodoende de tijd. De tijd die door deze wijzers wordt gemeten is toch zeker iets alomvattends en is ook iets allesdoordringends en is ook het centrum van alles, waarheen jullie ook maar willen kijken. Niemand kan zeggen: ik ben aan het einde van de tijd, of: de tijd heeft met mij niets van doen, of: de tijd omgeeft mij niet. Want zo vaak iemand iets doet, doet hij dat midden in de tijd. Waarom dan? Omdat hij door de tijd altijd doordrongen en overal in gelijke mate omgeven wordt. Dat laat ons ook het uurwerk zien. In het centrum van de wijzerplaat zijn de wijzers aangebracht en zij beschrijven met hun uiteinden nauwkeurig een cirkel. Daar ze zich echter vanuit het centrum tot aan de omschreven buitenste cirkel ononderbroken als tastbare materie uitstrekken, beschrijven ze vanuit het centrum een talloze hoeveelheid steeds groter wordende cirkels. Daarom is het ook duidelijk en begrijpelijk dat deze cirkelgang uitgaat van het centrum van het stiftje waaraan de wijzers bevestigd zijn en bijgevolg de hele wijzerplaat beslaat, en tenslotte door de tijd die ze meet als het ware omvat wordt in een eindeloos grote cirkel.
[4] Laten we echter weer teruggaan naar het inwendige van het uurwerk. Daar zullen we een vaste boven- en onderplaat ontdekken en vaste zuiltjes, waarmee de boven- en onderplaat aan elkaar bevestigd zijn. Zo zullen we ook een groot aantal vaste pinnetjes, haakjes en regelschroefjes ontdekken. Ligt er in deze onbeweeglijke dingen van het werktuig ook al iets van de uiteindelijke bestemming, die op de wijzerplaat tot uitdrukking komt? Ja, ook aan deze onbeweeglijke delen ligt de uiteindelijke bestemming stilzwijgend ten grondslag.
[5] Wanneer we echter verder kijken in het uurwerk, dan zien we de radertjes op verschillende manieren bewegen; allereerst een monter slingertje, dan het dichtstbijzijnde radertje. Het slingertje is nog erg ver van de eindbestemming af want het kan nog geen volledige cirkel beschrijven, maar wordt steeds heen en weer gedreven hoewel het de snelste beweging maakt in liet hele mechanisme komt het toch niet verder. liet eerstvolgende radertje, dat klaarblijkelijk door het drukdoende slingertje beheerst wordt, bespiedt de vrolijke sprongen van het slingertje en glipt bij elke sprong een treetje verder in zijn cirkelgang en maakt daardoor wel een tamelijk snelle, maar toch voortdurende cirkelbeweging. Men merkt bij deze beweging nog wel het springen van het slingertje op, maar dat doet geen afbreuk aan het geheel. De cirkelvormige beweging is toch bereikt. Het volgende radertje beweegt zich al veel regelmatiger, beschrijft een rustige cirkel en is al veel dichter bij de eindbestemming. Het hierop volgende rad beweegt zich nog langzamer, regelmatiger en rustiger en is daardoor nog veel dichter bij het hoofddoel, ja, het houdt er al helemaal verband mee. Met het laatste rad is het einddoel bereikt; het geeft daarvan mechanisch gezien al blijk, maar dat valt als zodanig aan het mechaniek zelf nog niet te herkennen.
[6] Maar juist hier, waar zich als het ware in het verborgene de eindbestemming al in het materiële mechanisme kenbaar maakt, komt uit het centrum van het mechaniek een spil door het midden van de wijzerplaat naar buiten. Aan deze spil zijn de wijzers bevestigd, die in grote eenvoud tenslotte de uiteindelijke bestemming van het gehele kunstig samengestelde mechanisme tot uitdrukking brengen.
[7] Zien jullie niet al heel duidelijk in, welke richting het allemaal uit zal gaan? Al het nog zo veelsoortige en samengestelde toont in zichzelf de uiteindelijke eenwording tot één hoofddoel; en er mag geen enkel onaanzienlijk pinnetje ontbreken, wil het einddoel volkomen bereikt worden.
[8] Nu gaan we weer terug naar onze zon. Beschouw dit grote, gouden uurwerk als meter van voor jullie ondenkbaar lange tijden. We hebben het veelsoortige mechanisme van dit reusachtige uurwerk gezien. We zagen dat ook hier Mijn liefde de almachtige, levende drijfveer is, die tussen de twee grote platen, die eeuwigheid en oneindigheid heten, dit grote werk in beweging zet. We hebben de talloze tandwieltjes gezien en alle pinnetjes en zuiltjes. We kennen nu het mechanische werk. Uit de veelsoortigheid van zijn delen is de uiteindelijke hoofdbestemming even moeilijk op te maken, als wanneer iemand zonder de wijzerplaat te raadplegen de in uren verdeelde tijd nauwkeurig zou willen bepalen alleen door te kijken naar de verschillende bewegingen van het raderwerk. Dat is waar en er is niets tegenin te brengen, zal menigeen zeggen, maar de vraag is: hoe komen we dan bij dit grote mechanisme op de centrale spil die zich uit het materiële verheft en uitstijgt boven de grote wijzerplaat van de uiteindelijke enige grote bestemming? Ik zeg jullie: maak je daarover niet bezorgd, want niets is makkelijker dan juist dit, als men een werk maar eerst zo grondig heeft onderzocht dat men alle onderdelen ervan door en door kent. Daar we het uurwerk nu eenmaal als een goed voorbeeld hebben gekozen, zullen we ons ook aan de hand van dit voorbeeld naar de grote oppervlakte verheffen.
[9] Wie ooit een uurwerk heeft bekeken, zal hebben ontdekt dat daarin drie dingen praktisch dezelfde beweging maken. Het eerste is het capsulewiel waarin de drijfveer zit opgeborgen, het tweede is het hoofddrijfwiel dat door middel van de ketting met het veercapsulewiel is verbonden en het derde is het centrale spilwiel dat de wijzers op de wijzerplaat in beweging zet.
[10] Willen wij op de grote wijzerplaat uitkomen, dan moeten we weten waar deze drie wielen mee corresponderen. Waarmee correspondeert dan het veercapsulewiel? Het ligt voor de hand dat dit overeenstemt met de liefde, dat de veer de liefde voorstelt doordat ze ligt opgesloten en in zekere zin van binnenuit het leven in het hele mechanisme tot stand brengt. Zo ligt dus in de liefde reeds geheel en al de hoofdbestemming van het mechanisme besloten.
[11] Waarmee correspondeert dan het tweede wiel dat dezelfde beweging maakt en dat door middel van een ketting met het veerwiel is verbonden? Dit wiel komt overeen met de wijsheid, die uit de liefde haar leven ontvangt en dus ook daarmee in nauwste verbinding staat. Waarmee correspondeert het centrale hoofdspil wiel? Met de eeuwige ordening, die uit de eerder genoemde twee wielen duidelijk naar voren komt en waardoor het hele mechanisme in al zijn delen zo wordt ingericht, dat alles zich tenslotte moet schikken voor het bereiken van het hoofddoel, dat vanuit de liefde en de wijsheid juist in deze ordening tot uiting komt. Kijk, nu hebben we reeds het geheel. Het spilwiel is gevonden en heet ordening. Langs deze spil zullen we dus ook omhoogklimmen en de grote, uiteindelijke bestemming van de dingen aanschouwen, zoals deze tot uiting komt precies in overeenstemming met de eeuwige liefde, wijsheid en de uit beide voortkomende orde.
[12] Nu hebben we met ons voorbeeld ons doel volkomen bereikt. We bevinden ons daarom ook al op de geestelijke zon, zonder dat jullie nog vermoeden of inzien hoe en op welke manier. Maar Ik zeg jullie: ga maar eens vluchtig de gegeven voorbeelden na en jullie zullen, te beginnen bij het bewerken van de bomen tot en met het uurwerk, gemakkelijk ontdekken dat we juist met deze voorbeelden als het ware incognito heel monter rondlopen op de geestelijke zon, terwijl jullie nog steeds wachten om erop te komen. We zijn al op de wijzerplaat en hoeven dus niet meer langs de spil omhoog te klimmen.
[13] Jullie vragen: hoe dan? Het klinkt allemaal als een raadsel. Maar Ik zeg: waar de betekenis van de dingen, al is het ook neer in het algemeen dan in het bijzonder, wordt getoond, waar aangetoond wordt hoe tenslotte alles aankomt op de eenwording, waar zelfs deze eenwording door allerlei aanschouwelijke voorbeelden wordt uitgebeeld, daar schijnt niet meer de natuurlijke, maar de geestelijke zon. Wat nu volgt zal alles in een helder licht plaatsen en dan zullen we daaruit heel duidelijk kunnen opmaken dat we ons reeds op de geestelijke zon bevinden.
[14] Als iemand een fakkel in zijn hand houdt, zal hij toch ook wel weten waarvoor de fakkel gemaakt is. Als hij nog in het duister wandelt, wat is dan gemakkelijker dan zich van een fakkel te bedienen? Men hoeft de fakkel maar aan te steken en de duisternis zal bliksemsnel verdwijnen. Wij hebben immers de fakkel in de hand. De gegeven voorbeelden zijn de fakkel. Wat is er verder nog voor nodig om deze fakkel met een klein vonkje liefde aan te steken, zodat hij de grote, betekenisvolle wijzerplaat van de geestelijke zon weldra helder zal verlichten. Daarom zullen we voor de volgende gelegenheid ook niets anders doen dan onze goede fakkel met de scintilla amoris* (Iiefdesvonkje) aansteken en bij dit prachtige licht de grote betekenis van de dingen op de geestelijke zon beschouwen. En zo laten we het voor vandaag hierbij.
«« 3 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.