[2] Jullie zeggen nu: het is merkwaardig dat het mannelijke wezen zich hier bijna in dezelfde mooie ronde vormen vertoont als het vrouwelijke, en wel op een manier dat men tenslotte nauwelijks nog weet waarin men als mannelijke geest een groter welbehagen zou scheppen, in de buitengewoon prachtige mannelijke gestalte of in de vrouwelijke. Dat heeft, mijn lieve vrienden, zijn reden in het waarachtige hemelse huwelijk, en wel omdat er in de Schrift staat dat man en vrouw één vlees zullen zijn. Daarom verschillen ze hier ook maar weinig en zijn, zoals de Heer gezegd heeft, allen gelijk aan de engelen van God!
[3] Jullie vragen of er hier bij de geesten geen verschil in geslacht bestaat. Ik zeg jullie: dat is hier net zo goed het geval als op de hemellichamen, en de geesten eten en drinken hier ook en verrichten dus ook hun noodzakelijke behoefte. Verder genieten deze hemelse echtelieden ook de `echtelijke genoegens' zoals op aarde; maar dat alles heeft hier een heel andere betekenis dan op de hemellichamen.
[4] Het eten en drinken wil zeggen: het opnemen van het goddelijk goede en goddelijk ware, en wat jullie onder de zinnelijke geslachtsdaad verstaan, betekent hier de vereniging van het goede van de liefde en het ware van het geloof tot een liefdevolle ontplooiing. Dit alles verhoudt zich hier als oorzaak, werking en doel. Wie aldus wil werken, moet immers eerst het werkende principe dat daaraan ten grondslag ligt in zich opnemen en dat is hier hetgeen onder het opnemen van voedsel wordt verstaan.
[5] Het verteren van deze voeding bewerkstelligt en ondersteunt het voortdurende leven van de geesten. Het leven wil en kan echter niet een geïsoleerd opzichzelfstaand iets zijn, maar het grijpt het object dat hem aantrekt en met hem overeenstemt vast en schenkt daaraan zijn vertrouwen, zodat daardoor als het ware uit twee levens een volkomen eenheid ontstaat. Dit kan men beschouwen als het doel. Het doel wordt dan zinvol omdat een verenigd leven in alle opzichten een krachtiger werking heeft dan een opzichzelfstaand leven, wat niet als een volmaakt leven kan worden beschouwd omdat daarin geen enkel doel en dus ook geen groei tot uitdrukking komt. Begrijpen jullie dat?
[6] Jullie zeggen: beste vriend, ten dele wel maar geheel duidelijk is het ons nog niet. Welnu, ik zal het nog eens wat nader belichten. Jullie hebben ook op aarde reeds een overeenkomstige daad die lijkt op de geslachtsdaad van de geesten.
[7] Wat gebeurt er eigenlijk als een levenskrachtige man een of andere vrouw zogenaamd magnetisch behandelt? Hier gebeurt niets anders dan dat de man met zijn krachtige geest de zwakkere geest van de vrouw binnendringt, deze daardoor opwekt en met zijn kracht ondersteunt, doordat hij zich met haar voor een bepaalde tijd magnetisch verbindt en gedeeltelijk fijnstoffelijk verenigt of anders gezegd met haar een `geestelijke echtverbintenis' aangaat.
[8] Wat is de uitwerking van deze verbintenis? Als jullie maar enigszins de veelvuldige verschijnselen op dit gebied beschouwen dan kunnen jullie onmogelijk wat anders zeggen dan: de kracht van de zwakke vrouwelijke geest is door de daarmee verenigde kracht van de mannelijke geest zeer verhoogd en kan in zo'n toestand dingen tot stand brengen die een geïsoleerde geest in zijn natuurlijke toestand toch hoogst zelden en dan nog slechts heel moeizaam tot stand kan brengen. Helderziendheid, het in zichzelf en anderen inzicht krijgen en, kort gezegd, het krachtige, helder geestelijke doordringen in anders ondoorgrondelijke diepten van de schepping, is het gevolg van zo'n vereniging.
[9] Welnu, precies zo is geestelijk de zogenaamde geslachtsdaad geaard. Het is een elkaar vastgrijpen van twee innig verwante geestelijke potenties en het gevolg daarvan stemt dan ook overeen met de jullie bekende handeling die we zojuist hebben besproken. Nu zeggen jullie wel dat het allemaal duidelijk is, maar jullie vragen nog op welke manier deze handeling hier wordt verricht. Ik zeg jullie: zo'n handeling wordt op dezelfde manier verricht als bij echtelieden maar er is daarbij van een of andere vorm van zinnelijkheid geen enkel spoor te bekennen.
[10] In de eerste Kerk, de Adamitische, werd de geslachtsdaad bij de mensen, die toentertijd voortdurend met de hemel in contact stonden, eveneens veel meer op een geestelijke dan op een zinnelijke manier verricht. Bij gelegenheid van zo'n daad werden de beide echtgenoten meer dan anders door de goddelijke Geest doordrongen, raakten daardoor lichamelijk in slaap, ontwaakten spoedig uit deze natuurlijke slaap en werden dan één in de geest en daardoor ook volkomen in hemelse vervoering gebracht. Eerst in die toestand verrichtten ze de geslachtsdaad en werden al spoedig daarna weer gescheiden en lichamelijk in de natuurlijke sfeer teruggeplaatst.
[11] Om deze reden werd deze daad toentertijd ook `éénslaap', `medeslaap' of ook `bijslaap' genoemd. Daar de mensen mettertijd echter door allerlei wereldse genoegens aardser en zinnelijker werden, begonnen ze ook zonder geestelijke voorbereiding in hun aardse sfeer de vrouwen zuiver lichamelijk te beslapen, raakten daarbij niet meer in een geestelijke slaap of beter gezegd in een natuurlijke slaap opdat de geest vrij zou worden. Daardoor werden de vruchten als resultaat van oorzaak en werking dan ook zoals de oorzaak en de werking zelf waren. Jullie zeggen immers zelf: `Ex trunco non fit Mercurius'.( Uit een boomstronk ontstaat niets goddelijks.) Hoe is het derhalve dan mogelijk om langs zuiver dierlijk natuurlijke weg vruchten van de geest te verwekken? Ik ben van mening dat, als jullie slechts enigszins acht slaan op deze belangrijke, oudhistorische, volkomen ware beschrijving, jullie je nu ook de zuiver hemelse geslachtsdaad juister en waardiger kunnen voorstellen dan jullie anders mogelijk zou zijn geweest, terwijl jullie deze daad, door zijn tegenwoordige, puur zinnelijke verschijningsvorm, op grond waarvan de wetten van Mozes met betrekking tot de onkuisheid werden gegeven, noodgedwongen als onzuiver en dus ook onheilig moesten beschouwen.
[12] Dit weten jullie nu. Maar wat betekent dan de geestelijke `verrichting van de noodzakelijke behoefte', die met de natuurlijke overeenkomt? Wat betekent dan de natuurlijke? Niets anders dan het wegwerken van de uiterlijke vorm, nadat deze als draagster van levenbevattende substanties, deze substanties heeft afgegeven. Kijk, het leven kan zich onmogelijk anders manifesteren en uiten dan slechts in een met haar overeenkomende vorm. Deze vorm komt overeen met alle uiterlijke vliesachtige omkledingen van de dingen. Ook al zijn de vruchten die jullie hier zien, niets anders dan louter levende overeenstemmende vormen, voortgekomen uit de liefde en de wijsheid van de Heer, maar dan zoals hier zichtbaar wordt, ook als overeenkomstige vormen van waarachtig geloof en daadkrachtige liefde, kunnen ze toch niet zonder een uiterlijke vorm worden voorgesteld, evenmin als een gedachte zich kan manifesteren zonder woorden.
[13] Als jullie dus woorden horen, dan eten jullie geestelijke vruchten. De woorden als vormen worden door jullie weer heel vlug geestelijk weggewerkt, maar de betekenis van de woorden blijft in jullie. Kijk, dit stemt volkomen overeen met deze geestelijke verrichting van de noodzakelijke behoeften.
[14] De vormen zijn de dragers van het levende. Daar het levende echter puur goddelijk en dus het meest innerlijke en allerzuiverst geestelijke is, kan het ook door geen uiterlijke geest volkomen zuiver worden opgenomen. Daarom schept de Heer dan overeenstemmende liefdevormen, die dan dragers van Zijn leven zijn. Willen we derhalve dit leven in ons opnemen, dan moeten we het samen met de vorm opnemen. Pas in ons wordt de vorm als levensdrager vernietigd; het leven wordt daardoor vrij en verenigt zich al spoedig met het eveneens goddelijke leven in ons, sterkt het en houdt het levendig. De vorm zelf, als vernietigde huls, wordt dan volgens de ordening van de Schepper uit ons gehele levende wezen verwijderd.
[15] Bij jullie op aarde noemt men zoiets het `afval' maar hier wordt dat de scheiding genoemd. Bij jullie is de vorm grofstoffelijk, bij ons is het eveneens geestelijk, dus onmiddellijk vervluchtigend en geheel verdwijnend. Daar jullie dit nu allemaal weten zullen we weer terugkeren naar ons grote, wondermooie gezelschap.
[16] Kijk, ons vroegere stamouderpaar staat reeds bij ons. Hij komt naar mij toe en zegt: machtige bewoner van de eeuwige morgen en toch zeker een heel geliefde vriend van de Heer, zie, we hebben nu alles verlaten en ons gehele bezit en onze kostbaarheden op jouw aanraden weggegeven. Je ziet dat we met velen zijn en toch is er niet één onder ons die anders gezind zou zijn dan ik ben. We staan hier nu deemoedig voor je; zeg jij, die hier in Naam van de Heer bent, maar wat je wilt en wat de wil van de Heer is, dan zullen wij het doen!
[17] Nu zeg ik tegen hen: geliefde broeders en zusters, heb geen spijt dat jullie gekozen hebben voor de liefde voor de Heer en volg ons in Zijn Naam! Kijk daarginds, aan de andere kant van de rivier waar jullie op min of meer onherbergzaam lijkende heuvels op gepaste afstand van elkaar kleine onaanzienlijke huisjes zien liggen, daar zal ik jullie naartoe brengen en ieder zijn eigen woning geven. Jullie zullen daar weliswaar niet zo aangenaam en mooi wonen als hier in dit prachtige paleis, maar daaraan zullen jullie moeten wennen, want in de eeuwige morgen in voortdurende tegenwoordigheid van de Heer woont men niet in zulke paleizen, maar in heel eenvoudige kleine hutten. Ook is men daar niet zo schitterend gekleed als hier maar de waarachtige kinderen van de Heer lopen bijna geheel naakt rond. Daar mag niemand werkeloos zijn, want de Heer weet zijn kinderen voortdurend volop bezig te houden.
[18] Hier hadden jullie `zalige rust' en genoten heerlijk en vredig van alles wat jullie in zo'n rijke overvloed bezaten; daar wordt men echter niet zo onderhouden. Men moet er werkelijk ijverig werken om zijn dagelijks brood te verdienen.
[19] Hier hoefden jullie nergens om te vragen of voor te danken, want de Heer gaf jullie alles vrij uit Zichzelf in de grootste overvloed, maar daar zullen jullie altijd de Heer en de Vader moeten vragen en danken.
[20] Hier had iedereen als zelfstandig heer zijn eigen tafel en kon eten en drinken naar eigen welgevallen. Daar heeft niemand een eigen tafel, maar moeten allen bij de Vader aan tafel komen.
[21] Hier kunnen jullie eten wat je wilt, maar daar is de regel: eet wat jullie op tafel wordt voorgezet.
[22] Als jullie met deze ruil tevreden zijn, volg me dan! Daardoor zal evenwel jullie wil niet het geringste geweld worden aangedaan.
[23] Luister, nu zegt het hele gezelschap: o grote lieve vriend van de Heer, al bezaten we hier duizend van zulke paleizen, dan zouden we deze toch verlaten als we dicht bij de woning van onze grote heilige Vader mogen zijn als de slechts allerlaatste en allergeringste dienaren! Alle voorwaarden die je ons hebt gesteld, zijn toch te groot en te verheven voor ons. Als we maar waardig worden bevonden de broodkruimels van de tafel van de Heer te mogen ontvangen, dan zouden we daardoor reeds onuitsprekelijk gelukkiger zijn dan hier, omdat we bij al deze grote pracht precies datgene moeten ontberen wat enkel en alleen voor alle engelen de allerhoogste zaligheid uitmaakt, namelijk het aanschouwen van de Heer, die vooral een voortreffelijke, heilige Vader is voor hen die bij Hem in de morgen wonen.
[24] We worden de Heer hier ook wel gewaar in de heilige genadezon boven ons, maar de Vader te midden van Zijn kinderen kunnen wij niet aanschouwen!
[25] Breng ons dus maar waarheen je wilt en geef ons een plaats volgens jouw hemelse inzicht. Wij zullen je volgen!
[26] Nu zeg ik: volg me dan over deze rivier naar het gindse heuvelland. Laat je niet afschrikken door de golven die jullie eerder niet konden dragen, omdat jullie grondbeginsel niet de eigenlijke `grondslag van het leven' was, namelijk de liefde voor de Heer. Maar nu is deze liefde jullie basis geworden, zodat het water van deze rivier jullie zal dragen, want dat vertegenwoordigt immers jullie basis. Kijk hoe allen ons nu volgen en hoe het water van de rivier hen draagt als een stevige bodem!
[27] Zodoende zullen we ons gezamenlijk naar het heuvelland daarginds begeven en ons gezelschap daar installeren. Daarna kijken we nog wat zich daar allemaal zal afspelen en hoe tevreden het gezelschap daar zal zijn.
«« 45 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.