[2] De prior is er al en begint te vertellen. Luister, hij zegt: o vriend en broeder, wat om te beginnen de bedoeling van jouw opdracht aan mij was, zal de Heer wel het beste weten, maar ik begrijp er in ieder geval niets van! Want kijk, ik ging in jouw opdracht naar onze in zielenslaap verkerende broeders en wilde hen dan ook, zoals de opdracht luidde, naar hier brengen. Maar wat ik daar gewaar werd was ronduit verschrikkelijk.
[3] Kijk, tussen mij en hen die huilden en weeklaagden, was een brede kloof, waaruit heldere vlammen omhoog sloegen. Achter deze vlammen probeerden mijn broeders voortdurend om er ergens overheen te komen, maar het was tevergeefs. Ik probeerde allerlei voorwerpen over de kloof te leggen om zo voor hen een noodbrug te bouwen; maar wat ik ook over de kloof legde, het werd onmiddellijk door de vlammen gegrepen en verteerd.
[4] Daar ik dus met al mijn inspanning en met de beste wil niet in staat was om jouw opdracht uit te voeren, dacht ik bij mezelf dat wanneer zelfs God toch van niemand het onmogelijke kan verlangen, een door Hem gezonden bode dat nog veel minder kan doen. Want om over deze kloof een brug te bouwen die bestand is tegen dit huiveringwekkende element, was voor mij absoluut onmogelijk.
[5] Daarom keerde ik dus noodgedwongen onverrichter zake weer terug en dacht bij mezelf: ofwel ik heb de opdracht niet goed begrepen, of jij hebt daarmee een tastbaar bewijs willen geven, waardoor ik moet inzien hoe volkomen onbruikbaar en ongeschikt ik ben voor het rijk Gods. Hoe het ook mag zijn, dacht ik verder, een nadere verklaring van jou zou hier alsnog zeer op zijn plaats zijn. Daarom ben ik weer hier en heb je meegedeeld hoe de zaken staan. Doe maar wat je wilt. Ik zie duidelijk in dat wij allen niet in staat zijn om jou te weerstreven. Ook al was je geen bode van boven, dan nog moest onze geringe kracht zich aan de jouwe onderwerpen omdat ze niet in staat is om er ook maar het geringste tegenover te stellen.
[6] Verder stoet ik je nog bekennen dat ik bij de aanblik van de grote ellende van mijn broeders bijna aan jouw goddelijke zending begon te twijfelen, maar dan dacht ik weer dat men eerst het eindresultaat moet afwachten en dan pas moet oordelen. Daarom wacht ik hier nu ook af wat de door jou beloofde oplossing is, waardoor het me duidelijk zal worden, in wiens handen ik mij bevind.
[7] Nu zeg ik: het komt me van jouw kant bezien werkelijk wat vreemd voor dat jij over de brandende kloof geen brug hebt kunnen bouwen, terwijl het opperhoofd van de kerk zichzelf toch de heel indrukwekkende titel van `Pontifex maximus' (Pontifex betekent letterlijk: `bruggenbouwer'.) heeft gegeven, waarna vervolgens ook alle onder zijn bewind staande priesters pontifnces minores zijn. En jij, als zo'n pontifex minor, hebt tijdens jouw aardse leven toch zoveel zielenmissen gelezen, waarvan je dacht daardoor voor de zielen van de overledenen een brug te bouwen van het vagevuur naar het paradijs; maar nu ben je niet in staat om een klein bruggetje over deze smalle kloof te bouwen?
[8] De prior zegt: lieve vriend en broeder, daar gaat me al een lichtje op! Als ik me niet vergis, heb je mij met deze opdracht een beetje laten aanmodderen, opdat ik zou inzien hoe het met onze `zielenmissen' en met de andere altijd te betalen overlijdensceremoniën gesteld is.
[9] Nu zeg ik: ja, mijn lieve vriend en broeder, deze keer heb je de spijker op de kop geslagen. Weet je wat het enige verlossingsmiddel en dus ook de enige brug van de dood naar het leven is? Je geeft me te verstaan dat je dit niet duidelijk ziet, maar ik zeg je, kijk naar de Heer! Wat heeft Hem ertoe bewogen om het gevallen aardse mensengeslacht te verlossen door voor elke bewoner van de aarde een eeuwig standhoudende brug van de dood naar het leven te bouwen? Was het niet Zijn eeuwig goddelijke, barmhartige Vaderliefde? Je geeft me een bevestigend antwoord; goed, maar ik zeg je nog iets.
[10] Stel dat een koning op aarde gevangenen heeft, en iemand zou deze gevangenen willen helpen. Maar de gevangenen zitten opgesloten in een sterke vesting waarvan niemand behalve de koning de sleutel heeft. De persoon die zich zorgen maakt over de gevangenen, heeft ondervonden dat de koning alleen toegankelijk is wanneer men hem met diepe deemoed en de grootst mogelijke liefde benadert.
[11] Nu we dit weten vraag ik jou: hoe moet deze persoon het aanpakken om de gevangenen uit hun gevangenschap te bevrijden? Welnu, ik zal het je zeggen. Hij zal eerst uit liefde voor de gevangenen de vurige wens koesteren om hen vrij te krijgen. Dit is het eerste bruggenhoofd. Heeft hij dat gebouwd, dan zal hij tot het besef moeten komen dat een koning, die enkel door deemoed en liefde toegankelijk is, een buitengewoon edele, goede en rechtvaardigt vorst moet zijn. Heeft hij dat overwogen, dan zal hij ook al zijn dee-moed en liefde up één punt concentreren en deze de koning als offer aanbieden. Met deze daad heeft hij het tweede bruggenhoofd voltooid.
[12] Aangezien de zeer edele, goede en rechtvaardige koning zo'n offer dan zeker heel welwillend zal aannemen en onze bruggenbouwer met een nog veel grotere liefde tegemoet zal komen, dan zal het toch duidelijk zijn dat de liefde van de koning zich met de liefde van de bruggenmaker op één doel zal richten, en de brug over de vestinggracht zal gebouwd zijn. De koning zelf zal komen, de gesloten vestingpoort openen, alle gevangenen vrijlaten en hen uit deze grote schande wegleiden naar het land van de heerlijkheid!
[13] Wel, nu we dit voorbeeld er nog aan toegevoegd hebben, zal het jou toch wel duidelijk zijn uit welk materiaal en op welke manier een brug gebouwd moet worden die door het vuur van eigenbelang, eigenliefde, zelfzucht, nijd en tweedracht niet kan worden vernietigd. Je zegt nu: ja, ik begrijp het, het is de liefde voor de naaste en de liefde voor God die tot één geheel zijn verenigd.
[14] Goed, zeg ik je, ga dus en bouw met dit materiaal een brug, dan kun je ervan verzekerd zijn dat deze brug een waarachtige, onverwoestbare rots wordt, die elke helse macht trotseert. Ook zal ze de ware sleutel zijn, waarmee jij en een ieder van jullie alle gevangenissen en de ware poort van de hemel kunnen openen.
[15] Je hebt op aarde weliswaar veel missen gelezen en andere kerkelijke functies voor het zielenheil van overledenen verricht, maar je bouwde overal op zand. Jouw bouwmateriaal zelf bestond slechts uit zand, omdat bij al deze functies niet de liefde, maar alleen de winst voor de kerk de basis was.
[16] Jij hebt je er zojuist zelf van kunnen overtuigen, welke vruchten jouw broeders daarvan hebben geplukt, want jouw pogingen om een materiële brug te bouwen kwamen overeen met jouw kerkelijke functies. Ga nu en bouw een brug van de levende rots van Petrus, welke de liefde en haar levende licht is. Dan zul je zeker een ander resultaat zien dan de eerste keer.
[17] Geloof maar, dat niet jij maar alleen de koning de gevangenen kan bevrijden; dan zal er ook gebeuren wat jij vanuit jouw liefde levendig gelooft. Ga dus weer in Naam van de Heer. Amen!
«« 88 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.