[2] Jullie staan op een stralende wolk. Met verbaasde ogen zien jullie een enorm aantal bovenaardse werelden in eindeloos grote cirkels voorbijtrekken. Jullie zien ze overal omgeven door de meest grootse wonderwerken, die op elk van die werelden ontelbaar zijn. Elk van deze werelden lijkt eindeloos groot te zijn en toch kunnen jullie ze met één blik van pool tot pool overzien. Talloze scharen gelukkige wezens zien jullie op deze voorbijtrekkende werelden, af en toe jubelend, rondwandelen. Elke nieuwe wereld die jullie nadert, is weer met andere onbeschrijflijke wonderen bezaaid. Maar jullie zeggen: als ze maar niet zo vlug voorbij zouden trekken, deze grote allerprachtigste woonplaatsen voor talloze scharen van zalige geesten! O wacht maar, ook dit kunnen we meteen verhelpen. Kijk, daar gaat juist een buitengewoon grote stralende, op een hoofdmiddencentraalzon lijkende wereld. We zullen haar tegenhouden zodat jullie haar nader kunnen bekijken. Daar is ze al.
[3] De sterke glans verblindt weliswaar jullie ogen en jullie kunnen vanwege het te sterke licht haar wonderbaarlijke rijkdom nauwelijks aanschouwen, maar ook dat zullen we verhelpen. Kijk, het sterke licht is reeds milder geworden en jullie zien dat deze grote wereld er uitziet als een eindeloos grote, onbeschrijflijk mooie tuin. In de tuin zien jullie veel echt sierlijke woningen en rondom de woningen wandelen gelukzalige geesten, die vreugdevol genieten van de buitengewoon smakelijke vruchten uit deze grote tuin.
[4] Daarginds zien jullie lofzingende geesten zich verheffen in de lichtende ether. Elders zien jullie weer geliefden, die samen heel vriendschappelijk en gelukkig arm in arm wandelen. Ginds zien jullie weer een gezelschap van wijzen, die met stralende gezichten Mijn grote liefde, genade en ontferming bezingen. Op de takken van de veelsoortige heerlijkste fruitbomen zien jullie een glinstering als van lichtende sterren.
[5] Jullie vragen: wat is dat? En Ik zeg jullie: bekijk het maar eens van dichtbij, dan zullen jullie weldra merken wat er achter deze sterren schuilgaat. Maar jullie verbazen je alweer, want nu zeggen jullie: grote, heilige Vader, wat is dat toch? Toen we zo'n ster nauwkeuriger bekeken, dijde ze samen met de boom uit tot een eindeloze grootte. De vorige grote wereld evenals de omvang van die enkele boom kunnen we vanwege de al te onafzienbare grote omvang niet meer zien, maar dit sterretje is tot een nieuwe, grote wereld uitgegroeid en we zien deze wereld weer vol nieuwe wonderen. O Vader, zeggen jullie verder, waar is toch het einde van Uw onafzienbaar grote wonderbaarlijke scheppingen?!
[6] Maar Ik zeg jullie: jullie hebben gelijk dat jullie zo vragen. Ik zeg jullie: de eindeloze rijkdom en grootheid van Mijn scheppingen heeft begin noch einde, want overal waar jullie er een zien, geloof Me, daar ligt iets oneindigs verborgen! Dus heeft niets van hetgeen jullie nu geestelijk zien, iets eindigs in zich, maar alles is oneindig. Zou het niet zo zijn, dan zou het niet uit Mij voortkomen, niet geestelijk zijn en het eeuwige leven zou je reinste leugen zijn. Als de deling van natuurlijke lichamen jullie reeds aantoont dat hun deling tot in het oneindige doorgaat en in een zaadkorrel oneindig veel zaadkorrels verborgen liggen, waarom zou dan het geestelijke ergens aan een begrenzing onderworpen zijn?
[7] Overtuig je aan de hand van deze nieuwe wereld. Kijk, daar wandelt een geest in onze nabijheid; treed zijn sfeer binnen en jullie kunnen je er meteen van overtuigen welk een eindeloze overvloed aan nieuwe, wonderbaarlijke rijkdom hij bezit, en geloof Me, dat gaat door tot in het oneindige. Jullie kunnen dat door middel van een natuurlijk voorbeeld begrijpen. Ik heb er weliswaar al eens eerder een aangegeven; maar jullie kunnen het nu weer in je herinnering terugroepen.
[8] Het voorbeeld bestaat hieruit: plaats twee buitengewoon goedgeslepen spiegels tegenover elkaar en zeg Mij wanneer de wederzijdse weerspiegeling een einde neemt.
[9] Kijk, zo is het ook hier. Iedere geest heeft iets oneindigs in zich en dat in eindeloze veelvuldigheid. De ene geest is echter voor de andere als een spiegel door zijn innerlijke liefde voor Mij en vanuit deze tot zijn broeder. Zodoende is er ook een eindeloos en eeuwig heen- en weerstralen. En juist dit heen- en weerstralen is de grote, heilige, almachtige band van Mijn liefde, waardoor al deze wezens met Mij en met elkaar allerzaligst verbonden zijn.
[10] Maar nu vragen jullie weer: zijn die geesten, die we gezien hebben en nog zien vanuit de sfeer van onze gastvrije dienstbare geest, ook werkelijk zelfstandige geesten of zijn het enkel verschijningsvormen die in dat heen- en weerstralen van de werkelijke geesten hun oorsprong vinden? Ik zeg jullie: ze zijn het beide tegelijk. Jullie verwonderen je over dit antwoord, maar in het rijk van de geesten is het nu eenmaal niet anders omdat daarin alles levensecht bepaald is.
[11] Wanneer jullie omhoog in Mijn oneindige sfeer zouden kunnen treden, dan zouden jullie het hele oneindige rijk der hemelen slechts zien als een geestmens. Maar als jullie dan in zijn sfeer zouden treden, dan zou deze ene mens zich spoedig oplossen in talloze geestenwerelden, die er dan zouden uitzien als talloze afzonderlijke sterren, uitgestrooid in de hele oneindigheid.
[12] Zouden jullie dichter bij zo een ster komen dan zou ze er spoedig uitzien als een afzonderlijk, volmaakt mens. Wanneer jullie dan weer in de sfeer van deze mens zouden treden, dan zouden jullie in zijn plaats meteen weer naar alle kanten toe een nieuwe, met ontelbare sterren bezaaide hemel zien. En als jullie weer zo een ster zouden naderen, dan zou ze er vanaf een zekere afstand weliswaar weer uitzien als een mens, maar zouden jullie deze mens steeds meer naderen, dan zouden jullie het bijna uitschreeuwen van verbazing, net als eens de zeevaarder Christoffel Columbus toen hij het vaste land van Amerika naderde! Want dan zullen jullie eveneens een grote hemelse pracht en wonderwereld te zien krijgen. Als jullie je echter helemaal op deze wereld zoetden begeven, dan zouden jullie stomverbaasd zijn, deze door talloze scharen van geesten bewoond te vinden. En zouden jullie je dan in de sfeer van de een of andere daar wonende geest begeven, dan zouden jullie weer nieuwe heerlijkheden ontdekken. Tevens zouden jullie ook, maar dan niet een meer gelouterde blik, de oorspronkelijke wereld als eigenlijke woonplaats van deze geesten aanschouwen.
[13] Zo gaat het steeds maar door en iedere afzonderlijke geest is bijgevolg weer een volmaakte hemel in het klein.
[14] Jullie moeten het eigenlijk zo begrijpen dat de gehele hemel een hemel vol hemelen is. En zoals de gehele hemel op zich oneindig is, zo is ook iedere afzonderlijke engelgeest-hemel als zodanig oneindig. Daaruit valt op te maken, zoals in de Schrift staat: het rijk van God komt niet met uiterlijk vertoon, maar het is in u!
[15] Op grond hiervan zal ook iedere geest dat rijk bewonen, zien en benutten, dat hij in zichzelf heeft verworven door zijn liefde voor Mij.
[16] Zo staat er ook geschreven: het rijk der hemelen is gelijk een mosterdzaadje. Dit is een van de kleinste onder de zaden. Als het echter in het aardrijk, dat wil zeggen in een van liefde vervuld hart gezaaid wordt, dan groeit het uit tot een boom waarin de vogels van de hemel hun nesten zullen bouwen.
[17] Zien jullie nu dat mosterdzaadje? Iedere afzonderlijke geest die een zalige is, is zo'n mosterdzaadje, wat zoveel betekent als: hij is een schepping van Mijn liefde en van deze liefde dus een levend woord. Als dit woord in het aardrijk van de liefde, die uit Mij vrij naar buiten werd gebracht, opbloeit, dan wordt het een door en door levende boom vol liefde en leven uit Mij.
[18] Als jullie in de sfeer van zo'n boom treden, kan het jullie zeker verbazen dat je daarin een eindeloze wonderbaarlijke rijkdom van de hemelen aanschouwt, die evenals Mijn liefde, genade en ontferming in iedere afzonderlijke geest oneindig is.
[19] Dat moeten ook jullie je geheel volgens Mijn ordening eigen maken, dan pas zullen jullie er werkelijk innerlijk voordeel van hebben en zullen jullie tenslotte in het heldere licht in jezelf ervaren dat Mijn geschreven woord op zichzelf gelijk is aan Mij en tevens het levende oneindige rijk der hemelen bij jullie, te midden van jullie, en, als jullie het werkzaam in je harten willen opnemen, levend in jullie is.
[20] Wat zich hieruit nog allemaal voor nieuws en wonderbaarlijks zal openbaren, zullen we in de sferen van andere gastvrije geesten voldoende te zien krijgen. Treden jullie daarom weer uit de sfeer van deze derde geest, die eveneens aan jullie verwant is. We zullen ons bij een volgende gelegenheid dadelijk in de sfeer van een vierde geest begeven. Voor vandaag zullen we het weer hierbij laten.
«« 8 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.