De sfeer van de vierde geest. Het geheim van de Mensenzoon

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)

«« 9 / 101 »»
[1] Kijk, daar staat hij al en hij wenkt jullie uit zichzelf heel vriendelijk om naar hem toe te komen en zijn sfeer binnen te gaan. Gaan jullie maar en let goed op wat jullie in zijn sfeer te zien krijgen. Deze geest zullen jullie ook in zijn sfeer zien en hij zal jullie wat rondleiden in zijn wereld. En, zoals gezegd, let dus goed op alles wat jullie daar zullen zien, want dat zal reeds van grote betekenis zijn.
[2] Welnu, jullie zijn in zijn sfeer en zijn buitengewoon blij gestemd, want jullie zien de geest in wiens sfeer jullie je bevinden, slechts met dit verschil, dat jullie hem buiten zijn sfeer niet konden herkennen. Maar in zijn sfeer herkennen jullie hem wel degelijk daar hij eens op aarde een bloedeigen broer van jullie was. Mijn welbespraakte Anselm zal zijn broer Heinrich heel goed herkennen zodra hij hem zal horen spreken. Om deze reden wil Ik ook dat hij jullie wat rondleidt en uit eigen mond over veel zaken uitleg geeft.
[3] Wel, wat zien jullie? Jullie kunnen dit weliswaar niet uitspreken vanwege de al te grote innerlijke verrassing, maar deze keer wil Ik niet de tolk zijn, maar jullie gids zal dat zijn. En hij (Heinrich) spreekt dus als volgt:
[4] Kijk daar eens mijn lieve broeders, naar deze grote, indrukwekkende tempel voor mij, kijk welk een onbeschrijfelijk schitterende zuilenpracht hem siert. Zie je, broeder, een zuil reikt zo hoog dat je er duizelig van wordt; en kijk eens recht vooruit, hoe deze prachtige tempel door talloos veel van zulke zuilen wordt omringd. Kijk, boven de zuilen verheft zich een rond dak, dat helderder straalt dan duizend zonnen en boven het dak staat een groot vurig kruis, dat zo rood straalt als het heerlijkste morgenrood. Hoe bevalt je deze tempel?
[5] Je zegt: broeder, zijn grootse, onuitsprekelijke pracht ontneemt me ieder woord om jou mijn gevoelens daarover te kunnen meedelen. Maar wat bevindt zich dan binnen in deze tempel? Beste broeder, kun je ons daar niet binnenleiden? - 0 ja, geliefde broeders en vrienden, maar bereid je voor op iets buitengewoons, want de pracht daarbinnen ja, ik zou willen zeggen de heiligheid van deze tempel is zo onvoorstelbaar verheven en zo wonderbaarlijk groot dat jullie haar nauwelijks zullen kunnen verdragen. Jullie weten immers dat ik tijdens mijn aardse leven een grote vriend van Gods woord was. En omdat de apostel Paulus bij voorkeur onze apostel was door wie de heidenen bekeerd werden, had ik hem na de evangelist Johannes ook het liefst. Dat hebben jullie immers vaak van mij vernomen; en deze tempel is gebouwd uit die diepste hoogachting van mij voor het goddelijke woord.
[6] Voordat we er binnengaan, wil ik jullie de betekenis ervan enigszins uitleggen: deze bijna niet te tellen hoge zuilen geven de afzonderlijke schriftteksten van het goddelijk woord aan en stellen het Oude Testament voor. Als jullie nu met mij tussen deze zuilen doorgaan, dan zien jullie voor je een verlichte gang. De gang aan de binnenkant van de zuilen wordt aan de andere zijde begrensd door een rood oplichtende wand. Zoals jullie zien, is deze even hoog als de zuilen en de bovenkant ervan is door middel van stralende, imposante bogen met de buitenste zuilenrij verbonden. Deze ruime gang tussen de zuilen en de wand is het eigenlijke voorportaal van de tempel. Het rondgevormde dak dat jullie zo helder stralend boven de zuilen en de tempel hebben gezien, is het genadelicht uit de hoogte. Het kruis boven het dak geeft het wezen van dit genadelicht weer, dat eigenlijk het allerheiligste is, namelijk de liefde van de Vader in de Zoon!
[7] Daar jullie dit nu weten, lieve vrienden en broeders, gaan we verder door deze gang tot daar, waar jullie een groot licht uit de wand zien stromen, dat zo roodachtig straalt als het rood van de allermooiste lenteroos. Daar is de ingang van de tempel. - Weten jullie wat dit licht betekent? - Dit licht duidt de liefde tot Christus aan en het is niet mogelijk anders in deze tempel te komen dan alleen door de nauwe poort van de liefde tot Christus. Kijk, broeders en vrienden, nu zijn we er. Kijk, daar is de deur. Jullie zijn weliswaar verbaasd dat deze enorm grote tempel alleen maar door zo'n smal poortje toegankelijk is, maar jullie weten ook dat er staat geschreven: wie niet door de smalle poort gaat, zal niet tot de Vader komen, dus ook niet in het rijk van God en evenmin in het engelenrijk van de hemelen. Bukken jullie je daarom maar zo goed en zo diep als je kunt en volg mij, dan zullen we dadelijk het binnenste van deze tempel te zien krijgen.
[8] Welnu, broeders en vrienden, we zijn in het grote heiligdom! Wat zeggen jullie van deze heerlijkheid? - Zoals ik zie, zijn jullie volkomen verbijsterd en sprakeloos. Ik heb jullie daarom ook van tevoren gezegd: bereid je voor op iets heel buitengewoons. Zoals jullie nu zelf met verbaasde blikken zien, is het inwendige van deze tempel te groot en te wonderbaarlijk en zelfs voor mij te onuitsprekelijk verheven om het jullie ook maar enigszins te kunnen schetsen. Het meest fantastische is vooreerst wel de onvermoede, eindeloze grootte van het inwendige.
[9] Jullie dachten: als we in de tempel komen, zullen we daarbinnen evenals op aarde een schat aan ornamenten te zien krijgen. Maar jullie zien hier letterlijk en waarheidsgetrouw eindeloze, uitgestrekte geestenwerelden, en deze werelden, die nauwelijks begin noch einde hebben, zijn tot één rijk verenigd. Jullie kijken met verbaasde ogen over de eindeloze verten, die bezaaid zijn met talloze onvermoede heerlijkheden. Jullie zien tot de hemel reikende bomen, rijkelijk voorzien van heerlijke, sappige en lichtuitstralende vruchten. Jullie zien talloos vele prachtige tempelgebouwen en zien dat ze bewoond zijn door grote scharen zalige geesten.
[10] Daarover zijn jullie hoogst verwonderd. Maar kijk, geliefde vrienden en broeders, daar op die berg met zacht glooiende hellingen in de richting van de morgen staat een heel eenvoudige, bescheiden tempel, maar haar uitstraling is des te groter. Volg me daarheen, en dan zullen jullie iets te zien krijgen dat jullie meer in vervoering zal brengen dan alles wat jullie tot nu toe gezien hebben. Daar gaan we dan! Jullie zien wel hoe ver deze tempel van hier verwijderd is; naar aardse maatstaven zouden jullie eerder de maan bereiken dan deze tempel. Maar wij geestmensen hebben het in dit opzicht veel gemakkelijker, want we hoeven maar te willen en we zijn reeds waar we willen zijn. Wil daar dan ook met mij zijn, en kijk, we zijn al ter plaatse.
[11] Jullie zijn met stomheid geslagen vanwege de enorme grootte van deze tempel en wagen het nauwelijks om dichterbij te komen. Ga toch maar moedig met mij ook deze tempel binnen en jullie zullen zeker goed ontvangen worden door zijn buitengewoon vriendelijke bewoners. Dus volg mij maar! - Deze tempel zal er vanbinnen ook als een tempel uitzien en jullie zullen er als in een buitengewoon gastvrij huis opgenomen worden. - Nu zijn we het voorportaal binnengegaan en we gaan vervolgens door de stralende poort ook het binnenste van de tempel in. Ziezo, geliefde broeders en vrienden, we zijn op de plaats van bestemming!
[12] Kennen jullie daar, tamelijk op de voorgrond, die vriendelijke man die wordt omgeven door een menigte grote en kleine mensengeesten? Kijk, hoe hij hun allervriendelijkst en liefdevol het grote geheim van de Mensenzoon leert en hoe elk woord uit zijn mond als een heldere ster tevoorschijn komt! Maar zie, onze goede gastheer en vriend heeft ons al opgemerkt. Hij staat op van zijn stralende zetel en snelt ons met open armen tegemoet. Kennen jullie hem nog niet? Kijk, hij is al heel dicht bij ons. Bekijk hem maar eens heel nauwkeurig; jullie moeten hem kennen. Als jullie hem nog niet herkennen aan zijn sprekende gestalte, dan zullen jullie hem toch zeker wel herkennen aan zijn oude, altijd dezelfde en getrouwe groet!
[13] Luister, hij spreekt: o geliefde broeders, de genade van onze Heer Jezus Christus zij met jullie en de liefde van de Vader in de Zoon en in gemeenschap van de Heilige Geest! Wat heeft jullie bewogen om hier te komen? Wie was jullie gids? Jullie durven niet te spreken, maar ik vermoed het wel in mijn hart, wiens liefde zo groot is dat zij de door haar verlosten naar de heilige bron van het eeuwige leven leidt! 0 lieve broeders, ik zeg jullie in de naam van mijn boven alles geliefde Heer Jezus Christus, houd je vast aan Hem, houd vast aan Zijn liefde en je zult niet, ja eeuwig niet te gronde gaan. Zalig zijn weliswaar degenen die geloven dat Hij Christus is als waarachtige eeuwige Zoon van de levende God, maar alleen zij die Hem boven alles liefhebben, zullen in Hem de heilige Vader aanschouwen; want pas door de liefde worden wij waarachtige kinderen van God.- En daarom zeg ik, de oude Paulus tegen jullie: houd je aan de liefde dan hebben jullie het eeuwig leven in je! Gegroet, de genade van onze Heer Jezus Christus in de Vader en in de Geest zij met jullie! -
[14] Wel, geliefde vrienden en broeders, hebben jullie gezien hoe gastvrij en liefdevol de oude vriend en apostel van de Heer ons heeft ontvangen? Kijk hoe hij zich alweer temidden van zijn leerlingen bevindt en hen onderricht in de liefde voor de Heer. Jullie zouden wel willen weten wat dat voor kinderen en geestmensen zijn. Kijk, het zijn louter heidenen en heidense kinderen. Maar dat zijn ze nog lang niet allemaal, die jullie hier zien. Ga maar weer met mij naar buiten, in de vrije ruimte van de grote tempel. En daar we ons nu alweer buiten bevinden, zien jullie overal in de wijde omgeving de vele nauwelijks te tellen tempels oplichten. Het zijn louter leerscholen voor allerlei heidenen, en veel apostelen en leerlingen van deze apostel Paulus zijn hun leraren.
[15] Er is weliswaar in deze grote tempel waarin we ons bevinden, nog oneindig veel om jullie te laten zien. Maar daar jullie nog met het aardse in verbinding staan, zouden daartoe zeker vele miljoenen jaren nodig zijn om met jullie ook maar het kleinste gedeelte oppervlakkig door te nemen! Eens in de geest zullen jullie dit allemaal net als ik door de eindeloze genade van de Heer volkomen helder aanschouwen. Daarom verlaten we nu de tempel weer. Kijk, we zijn reeds bij het poortje van het voorportaal, en we hebben weer vrij zicht op de grote zuilenrij en het stralende dak met het grote kruis.
[16] Nu echter nog iets. Dat kunnen jullie me wel zeggen, want ook hier is er veel dat wij geesten of moeilijk of soms zelfs helemaal niet begrijpen. De wijze van jullie bezoek, of voor jullie duidelijker gezegd, het feit dat ik jullie nu zie en met jullie kan spreken is voor mij wel begrijpelijk, want jullie waren in jullie geest reeds vaker bij me en hebben met mij gesproken zoals nu, alleen mocht zo'n samenkomst niet in jullie herinnering blijven. Daarom is jullie bezoek op dit moment voor mij dan ook heel goed te begrijpen. Onbegrijpelijk is me echter, en ik kan het absoluut niet verklaren, waarom ik me deze keer zo onbeschrijfelijk gelukkig voel in jullie nabijheid. Jullie kunnen mij als je oprechte broeder geloven, dat ik zo'n gelukzaligheid nog nooit heb ondervonden zolang ik bewoner van dit zalige oord ben. Zeg het me toch, zeg het toch, als het jullie tenminste mogelijk is!
[17] Maar nu zeg Ik weer tegen jullie: dat moeten jullie hem niet meedelen, want hij moet op het moment waarop hij Mij zal aanschouwen, worden voorbereid, anders zou hij die zaligheid niet verdragen. Er zijn hier geesten die Mij zo geweldig liefhebben dat Ik hen op grond van hun liefde maar geleidelijk aan zichtbaar kan naderen. Zeg hem dus dat hij nog wat moet volharden in zijn wens; over een poosje zal de reden van zijn geluksgevoel wel onthuld worden. Zeg hem dit dus in je geest. Kijk, hij heeft het al van jullie vernomen en is daarmee tevreden en wacht dat vol spanning af. Zo'n toestand heet: het geduld van de liefde!
[18] We zijn alweer op het plekje van ons gezelschap; treed daarom weer uit de sfeer van jullie broedergeest en kijk maar even toe. Ik zal Mij voor een kort moment aan hem zichtbaar maken. Kijk, nu ziet hij Mij. Hij valt neer op zijn aangezicht en bemint, bidt en weent; en het is goed zo! Voorlopig slechts voor één ogenblik. Maar wij zullen ons voor een volgende gelegenheid weer van de sfeer van een vijfde geest bedienen. Ook deze broedergeest van jullie zal jullie leiden zoals deze, hier nog wenende en biddende, die echter ook in ons gezelschap mag blijven. En zo laten we het hierbij voor vandaag.
«« 9 / 101 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.