Ieder leven heeft vanuit de liefde van de Heer bepaalde wegen te gaan

Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)

«« 121 / 127 »»
[1] Heeft de gast zo'n tafereel van een van zijn voornaamste passies doorgemaakt, dan begint hij gewoonlijk te walgen van zo'n oppervlakkig genoegen omdat hij ervan overtuigd raakt dat het niets reëels is. Jullie moeten weten dat zulke geesten ook in het hiernamaals seksuele gemeenschap hebben, maar in plaats van een lustgevoel ervaren zij een hevige pijnprikkel en dit merkwaardige verschijnsel maakt dat zij des te eerder een afkeer van hun passie krijgen.
[2] Is die passie op deze manier overwonnen, dan zoekt de geest in zichzelf naar iets dat hem op aarde ook veel genoegen verschafte, bijvoorbeeld een spel. In dat geval verlangt hij naar speelgenoten. Ook deze wens wordt ingewilligd. Hij komt in gezelschap van bekende vrienden en bij de eerste samenkomst gaat het verlangen alleen maar uit naar het zo vlug mogelijk arrangeren van een spel. En al gauw wordt hij in een toestand verplaatst waarin hij alles vindt wat voor het spel nodig is, precies zoals in zijn eigen huis op aarde: kaarten, geld en dergelijke. Het spel begint, maar eindigt gewoonlijk met het verlies van al zijn geld en zijn huis. Dat hij daardoor een hekel aan het spel begint te krijgen is vanzelfsprekend; maar helaas krijgt hij ook een hekel aan de spelers die hem alles afhandig hebben gemaakt. Maar dan zijn onze begeleiders alweer onmiddellijk bij de hand, tonen hem het nietige van zijn hartstocht en hoe hij zich daardoor steeds meer van God verwijdert in plaats van Hem naderbij te komen.
[3] Op deze manier komt in onze nieuwe gast alles wat hij vanaf zijn kindertijd heeft uitgevoerd, weer naar boven. Zelfs de muziek, als zij een meer zinnelijke hartstocht was die meer vanuit een met hoogmoed gepaard gaand winstoogmerk werd beoefend, wordt daar eveneens als verderfelijke passie aangemerkt en op dezelfde manier weggewerkt. Ook schilderkunst en poëzie, kortom alles waardoor de mens op aarde door een bepaalde graad van voortreffelijkheid tot hoogmoed en eigendunk werd verleid, moet op dezelfde wijze worden weggewerkt.
[4] Maar dat alles moet de geest uiteindelijk vrijwillig doen, want niemand wordt ooit op wat voor manier dan ook tot iets gedwongen en in zekere zin geoordeeld, maar hij moet zichzelf dwingen en zichzelf oordelen.
[5] En het is nu juist vooral de taak van deze leidinggevende engelgeesten, dat ze iedere nieuwaangekomene geleidelijk aan helemaal in zichzelf binnenleiden, om hem daar alles te laten vinden wat hij ook maar in de loop van zijn gehele aardse leven in zich heeft opgenomen, en wel eerst het meer grovere en daarna het fijnere.
[6] Menigeen, in het bijzonder de rooms gelovige, zal dat niet erg rechtvaardig vinden, want ten eerste wil hij van de gebiechte zonden niets meer weten en ten tweede gelooft hij in een speciaal oordeel, dat de Heer onmiddellijk na de dood, over iedere overledene afzonderlijk uitspreekt.
[7] Hij zal niet zo gemakkelijk aannemen dat de Heer nooit iemand oordeelt, en allerminst in de geestenwereld. Op de materiële aarde zou men dat nog eerder kunnen aannemen, als men de veelvuldige tuchtigingen van godvergeten mensen als een oordeel wil beschouwen, maar in de geestenwereld houdt dat allemaal op. De geest is volkomen vrij en kan doen wat hij wil. Zijn eigen daden zijn vervolgens zijn rechter, want zoals zijn liefde is, zo zijn zijn daden en zo is ook zijn leven.
[8] Het enige dat door de Heer van eeuwigheid is vastgelegd, is dat ieder leven zijn bepaalde wegen heeft waaraan het zich eeuwig niet kan onttrekken. Deze wegen zijn echter zo intiem met de natuur van het leven vervlochten, dat ze juist met het leven zelf het leven bepalen. Zou men iemand die weg afsnijden, dan zou men hem zijn vrijheid en dus ook zijn leven afsnijden. Een dergelijk afsnijden zou dan eigenlijk een oordeel zijn, hetgeen voor iedere geest de dood zou betekenen.
[9] Bovendien zou de Heer Zelf niet meer volkomen vrij zijn als Hij ook maar één enkele geest de volle vrijheid zou ontnemen, zoals ook een aardse rechter al niet meer vrij is en zichzelf heeft geoordeeld zodra hij ook maar één mens tot gevangenisstraf heeft veroordeeld. Al is hij verder ook in zijn werkzaamheden vrij, toch wordt hij al door deze ene veroordeelde beperkt, want evengoed als deze in de gevangenis smacht, smacht ook het oordeel van de rechter mee en dat mag niet eerder uit de gevangenis als de gevangene zelf. Op de materiële aarde lijkt zo'n gevangenschap weliswaar niet erg duidelijk, maar des te duidelijker en doeltreffender wordt zij in de geestelijke wereld.
[10] Wel heeft de Heer aan ieder fundamenteel oerleven ten gevolge van Zijn oneindige liefde en ontferming een volkomen overeenstemmend doel gesteld, en dit doel is nu juist geen oordeel, maar slechts een verzamelplaats waar iedere geest zijn verstrooide leven en de uitwerking daarvan volledig moet terugvinden. Dat doel kan zowel de hel als de hemel zijn, en het is dus de voornaamste taak van onze bekende engelgeesten in het middenrijk, de geesten in hun volle vrijheid naar het ene of andere doel te leiden.
[11] Hoe deze leiding zich voltrekt, hebben we reeds gezien en wat er daarna met deze geleide geesten gebeurt, weten we ook. Zo rest ons alleen nog te ervaren welke taak onze leidinggevende geesten na deze arbeid te wachten staat.
«« 121 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.