[2] Het bij jullie zon behorende planetenstelsel is echter het eerste waarin onze geesten verder zullen werken. Op de eerste plaats komt de maan. Hierop wordt door de geesten echter eerder op een bestraffende dan op een vrije manier onderricht. Zo zijn de geesten hier enigszins te vergelijken met de onderwijzers van de basisschool bij jullie, alleen hebben zij naast hun leerboek ook de tuchtroede bij de hand.
[3] Waarom dat hier nodig is, weten jullie heel goed. Jullie weten ook hoe het er op de maan uitziet, hoe het met zijn bewoners gesteld is en ook hoe ze onderwezen worden. Daarom is er verder niets meer over te zeggen.
[4] Van daaruit gaan deze leraren met hun leerlingen nog niet rechtstreeks naar de hemel, maar zij begeven zich in de geestelijke sfeer van de planeet Mercurius, waar reeds hogere leraren aanwezig zijn. Van Mercurius gaan ze dan naar Venus en dan voor een grotere verdeemoediging van Venus naar Mars. Voor degenen die zich op Mars nog niet de juiste graad van verdeemoediging hebben eigen gemaakt, wordt er dan nog een kort uitstapje langs de vier door jullie zo genoemde kleine planeten gemaakt. (Planetoïden, de voornaamste (Ceres, Pallas, Juno en Vesta) in de zgn. planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter) Zij die zich op Mars al een hoge graad van deemoed hebben eigen gemaakt, worden dadelijk in de hogere sfeer van Jupiter geplaatst. Eerst vanuit Jupiter gaat men over naar de buitengewoon heerlijke Saturnus, van daaruit naar Uranus en tenslotte naar de jullie reeds bekende laatste planeet met de naam Miron (Neptunus), maar vanzelfsprekend, overal alleen maar in de geestelijke sfeer van deze planeten.
[5] Nu zou iemand kunnen vragen: is dit dan de gebruikelijke weg waarlangs alle geesten moeten worden geleid om tenslotte eens in de hemel te komen?
[6] O nee, zeg ik, alleen de mensen die hier zeer natuurlijk en louter zinnelijk waren, doorlopen deze weg onder leiding van de ons bekende geesten. Deze mensen moeten langs de wel wat moeizamere wetenschappelijke weg naar de liefde en wijsheid van de Heer worden geleid, en wel omdat de natuurlijke zinnelijkheid van de mens een gevolg is van het opnemen van een werking die men bij de mens de planetaire noemt.
[7] Geen mens is weliswaar zondermeer genoodzaakt deze planetaire werking in zich op te nemen, maar wanneer hij zich met de verlokking van het vlees en andere, de zinnelijkheid prikkelende genoegens bezighoudt, neemt hij zulke invloeden dan ook deels passief en deels actief in zich op. Aangezien deze invloeden meestal van zinnelijke aard zijn, zijn ze ook slecht, en de mens wiens geest daarmee nog behept is, kan het rijk der hemelen niet binnengaan zolang hij niet al deze ondeugden heeft afgelegd.
[8] Zo is bijvoorbeeld een overdreven liefde voor het reizen en de handel de invloed van Mercurius, zoals die bij de oeroude wijzen reeds bekend was. Van Venus komt de esthetisch geaarde liefde, zoals die eveneens al bij de oude wijzen bekend was; van Mars de strijdlust en heerszucht, zoals de oude wijzen ook wisten; van Jupiter een overdreven pedante eerzucht als gevolg van grote geleerdheid; van Saturnus de lichtontvlambare hartstochten; van Uranus de grote liefde voor pracht en praal en van Miron een overdreven liefde voor allerlei kunstvormen zoals muziek, poëzie, schilderkunst, mechanica, allerlei industriële vormen en dergelijke.
[9] Dat wil niet zeggen dat de aardse mens dit vanuit de planeten krijgt; de mens heeft dat allemaal van oorsprong in juiste mate in zich en kan het dus ook in zichzelf opwekken en op de juiste manier gebruiken. Wanneer echter de mens zich te fanatiek op een of ander gebied werpt, dan overschrijdt hij de mate van invloed van zo'n planeet omdat hij de invloedssfeer van de planeet die hij in zich draagt, teveel laat overheersen en zich geheel daaraan overgeeft. Juist door het opwekken van zijn bijzondere passie maakt hij ongehinderd de weg vrij voor de wisselwerking tussen de beide polariteiten, hetgeen niet moeilijk te begrijpen is voor degene die van mijn eerste uitleg over de oorzaak van het zien heeft onthouden dat niemand kan zien wat niet in hemzelf aanwezig is. Om juist die reden moeten zulke geesten de reis door de planeten maken en in zekere zin langs de wetenschappelijke ervaringsweg het vreemdsoortige weer daar deponeren, waar zij het vandaan hebben gehaald.
[10] Als ze daarmee klaar zijn, gaan zij naar de zon, waarop ze eveneens eerst al diezelfde planetaire eigenschappen tot op de bodem moeten ondervinden. Eerst na het beëindigen van zo'n school worden ze dan de geringste oppassers van de kleine kinderen.
[11] De leiders echter worden hier hoofdonderwijzers. En hebben zij een school met goed gevolg doorlopen, dan pas worden zij als burgers van de heilige stad Jeruzalem opgenomen, waar ze echter wel eerst verreweg de allergeringsten moeten zijn. Zij moeten zich daar door de voornaamste burgers laten leiden bij allerlei grootse hemelse opdrachten, die bij elkaar opgeteld een wereld vol boeken niet zou kunnen bevatten! Want zo oneindig als de scheppingen van de Heer zijn, zo oneindig veelzijdig zijn ook de bezigheden van de engelen van de bovenste hemel.
[12] Nu kennen jullie de gehele gang van zaken en de uiteindelijke bestemming van de kindergeesten-engelen en dus ook de geestelijke inrichting van de zon. En dus is ook mijn leraarsambt voor jullie ten einde. Keren jullie daarom weer terug naar de plaats waar de Heer Zelf op jullie wacht!
«« 122 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.