[2] Als ik hier niet jullie gast, maar jullie de mijne zouden zijn, dan zouden we reeds lang op de plaats van bestemming zijn; maar ik moet hier jullie onzekerheid en besluiteloosheid met jullie delen om ze in goede banen te leiden. Daarom gaat de tocht ook wat langzamer. Dat doet echter geen afbreuk aan de zaak, want we weten met de genade van de Heer, onze wat aarzelende voortgang heel goed te benutten.
[3] Bovendien is het ook heel aangenaam om op deze groenblauwe fluwelen grond te lopen en daarom kunnen we ons deze wat langer durende tocht best laten welgevallen. Ook komt tenminste ruim de helft van het merkwaardige hoofdgebouw in het midden van deze ringmuur steeds dichterbij en daarom hebben onze ogen voortdurend heel wat te doen. Zoals jullie zien, hebben we de rij piramiden reeds bereikt en er is nog steeds geen andere hindernis te ontdekken, behalve dan de ringmuur die, doordat we er dichterbij komen, steeds hoger wordt. Naar het mij nu lijkt, loopt deze helemaal niet gelijkmatig door, maar bestaat hij uit louter zuilengangen die een buitengewoon prachtvolle aanblik beginnen te bieden.
[4] O, kijk eens, er zijn drie zuilengalerijen boven elkaar, maar de zuilen staan, zoals het tenminste nu lijkt, toch tamelijk dicht tegen elkaar gerangschikt. Dus maar vlug eropaf en de moed niet laten zinken! Ik denk dat we weldra geen reden meer zullen hebben om dit enorm groot lijkende obstakel nog als een hindernis te beschouwen, want zoals ik zie, worden de afstanden tussen de zuilen naarmate we dichterbij komen steeds beter waarneembaar. En kijk, voor de zuilen is een brede trap aangebracht waarover men vanuit alle richtingen veilig de onderste galerij kan bereiken.
[5] Ja, kijk maar, de zuilen staan tamelijk ver uit elkaar zodat we er zeker in het gelid tussendoor kunnen lopen. Ja, ja, mijn beste vrienden en broeders, zo is het. Elke goede arbeid is zijn loon waard. We zijn er moedig op afgegaan en waar we de grootste hindernis dachten te vinden, vonden we er juist helemaal geen. We hebben deze eindeloos mooie trap bereikt; hij is naar mijn idee uit louter rood doorzichtig goud vervaardigd en voor de voetgangers bovendien tussen de zuilen heel prachtvol en sierlijk bekleed met een materiaal dat ik tot nu toe op dit hemellichaam nog niet ben tegengekomen.
[6] Het zijn maar twaalf treden; we zullen er heel gemakkelijk tegenop lopen. Dus maar naar boven! We zijn in de galerij. Bekijk toch eens het plaveisel van deze galerij. Lijkt het niet op een zich ver uitstrekkende, rondlopende vlakte van de allerfijnst geslepen diamant ter breedte van tien klafter, volgens jullie aardse maateenheid? Bekijk het eens nauwkeurig. Er zijn nergens voegen te ontdekken, dus zijn het geen tegels, maar volkomen één geheel. Bekijk ook eens de zuilen die aan de binnenkant staan ofwel de binnenste rij vormen. Om elke zuil loopt een wenteltrap van het allerprachtigste robijn. De trap is voorzien van een leuning met sierlijke spijlen van wit goud en bovenop elk van de vele spijlen van de leuning is een lichtblauwe, stralende bol geplaatst, waarvan een wonderbaarlijk, liefelijk licht uitgaat.
[7] Jullie zouden graag willen weten, waartoe deze wenteltrappen dienen en waarom ze bij elke zuil dezelfde vorm hebben. De eerste reden is kennelijk om op de tweede galerij te komen, maar daartoe hoeft toch niet elke zuil van zo'n wenteltrap te worden voorzien.
[8] Het ligt in de wijsheid van deze mensen besloten, dat zij overal naar boven kunnen gaan zonder dat de een de ander ook maar in het minst van de wijs zou kunnen brengen, want deze zuilen stellen de leraren of leiders voor. Omdat echter een leider of leraar niet zo geaard mag zijn dat men door zijn leiding niet omhoog zou kunnen komen, mag er ook bij geen enkele overeenstemmende zuil de omhooggaande wenteltrap ontbreken.
[9] Jullie vragen nu evenwel waarom dan om dezelfde reden de buitenste rij niet van trappen is voorzien? Kijk, dat ligt weer in de wijsheid van deze mensen besloten; de buitenste zuilenrij stelt ook wel leraren voor, maar dan leraren voor natuurlijke, en dus uiterlijke zaken. Deze leraren kunnen echter met hun leervakken niemand verheffen, daarom hebben deze buitenste zuilen dan ook geen trappen.
[10] Ja, jullie kunnen hier bekijken wat je maar wilt, toch zullen jullie overal de meest volmaakte en nauwe overeenstemming met de uiterlijke en innerlijke toestanden van de mens aantreffen. Zo is ons de weg vanaf onze laatste laan heel eentonig voorgekomen. Er was niets anders dan de mooie bodem en een rij, uit een spaarzaam aantal bestaande, niet bepaald aanzienlijke piramiden, gevolgd door de verheugende verandering van de, eerder door ons als hinderlijk ervaren, ringmuur in een ruime zuilengalerij, waarboven in het midden het halve hoofdgebouw zichtbaar was. Dat was dan ook alles wat we op onze reis door de open vlakte tegenkwamen.
[11] Jullie denken dat er achter deze hoogst eenvoudige verschijning toch niet al te veel belangrijks kan schuilen met betrekking tot de overeenstemming. Maar ik zeg jullie: juist in deze wat saaie reis ligt iets heel buitengewoon diepzinnigs verborgen. Wat we daar tegenkomen is weliswaar weinig, maar evenals bij jullie gezegde, dat de wijze met weinig genoegen neemt en in dat weinige grote dingen ontdekt, is het ook met dit weinige zo gesteld dat het voor ons volkomen voldoende is, als we het maar met een enigszins wijze blik beschouwen. Opdat jullie je daarover een beetje een idee kunnen vormen, zal ik jullie om te beginnen nog enkele heel kleine duwtjes geven, waarna jullie zonder veel moeite het meer diepzinnige zelf kunnen vinden.
[12] Van de drie lanen, dus van de drie graden van deemoed, die van lichaam, ziel en geest, zijn we opeens in de vrije ruimte, overeenstemmend met de innerlijke vrijheid van de geest, beland en wel door de middelen die de Heer Zelf ons heeft voorgeschreven. En deze middelen zijn de uiterlijke wijsheid van de leer van de Heer, die de mens eerst letterlijk in acht moet nemen totdat hij het innerlijke, geestelijk vrije bewustzijn heeft bereikt.
[13] Heerlijk is de grond waarop men wandelt, overal vrij en zonder hindernis, en blauw is zijn kleur, vol zachte glans; zo is ook het vrije bewustzijn van de geest dat zich in een onveranderlijke standvastigheid openbaart. Maar in het midden van de vrije ruimte zijn piramiden geplaatst. Dat zijn grafmonumenten; maar wat hebben die te betekenen? Jullie zouden willen zeggen: misschien het gehele afsterven voor de wereld. Dat, mijn lieve broeders en vrienden, gebeurt reeds tijdens de reis door de drie lanen.
[14] Deze piramiden geven hier alleen maar aan dat de uiterlijke wijsheid zich hier ter ruste legt en dat men in deze sfeer geen hindernis meer heeft te verwachten, ofwel in overeenstemmende zin, dat men zich van de mogelijkheid om ooit nog voor God te kunnen zondigen, heeft bevrijd. Want elke geest aan wie niets uiterlijks meer kleeft, kan niet meer zondigen en is om die reden ook rein.
[15] Waarom dan? Omdat hij volkomen één met de Heer is geworden! Meer hoef ik jullie hierover niet te zeggen, want iemand die doet wat de Heer wil en doet, die zal daardoor toch zeker niet zondigen.
[16] Toen we de laatste laan nog maar net verlaten hadden, leken die heerlijke zuilengalerijen nog op een vlakke ondoordringbare ringmuur, dus op een huiveringwekkende hindernis en er was nauwelijks zicht om er overheen te komen. Maar toen we de piramidenrij achter ons hadden gelaten, begon de muur zich op te lossen in afzonderlijke zuilen en na een heel korte reisduur werden zij voor ons een grootse pracht en van een hindernis, waarvoor we eerst geruime tijd bevreesd waren, was geen sprake meer.
[17] Wat zou dat wel betekenen? Beschouw eens de dood van jullie lichaam. Dat is toch zeker voor elke nog uiterlijk levende mens het meest gevreesde moment, dus een buitengewoon sterk obstakel op zijn levensweg. Dat is het ook zeker voor iedereen, zolang hij de rij piramiden nog niet achter zich heeft gelaten.
[18] Heeft iemand echter na het afleggen van alle uiterlijke schijnwijsheid in zijn geest de Heer volkomen aangetrokken, dan krijgt dit gevreesde obstakel een buitengewoon prachtig aanzien en eenieder zal toch zeker de vurigste wens koesteren om zo vlug mogelijk over de twaalf treden in de onderste galerij te komen.
[19] Waar komen dan de twaalf treden vandaan? Deze stellen symbolisch de tien geboden van Mozes en bovendien nog de twee liefdesgeboden uit de mond van de Heer voor. Zo stellen de drie boven elkaar gelegen galerijen voor: het natuurlijke in het geestelijke, het geestelijke in het geestelijke en het hemelse in het geestelijke. Ik denk dat jullie na dit duwtje de verschijnselen tijdens onze tocht over de open ruimte nu aardig goed begrijpen, behalve dan de aanblik van het halve middengebouw, welke de genade van de Heer aanduidt en voorlopig alleen zichtbaar is, totdat aan de andere kant van de galerijen ook de hoofdoorzaak zichtbaar wordt, die de liefde van de Heer is, ofwel de Heer Zelf in Zijn persoonlijkheid. Daar we dit nu weten, trekken we weer verder.
«« 32 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.