[2] Kijk maar eens tussen deze twee van wenteltrappen voorziene binnenste zuilen door naar buiten en zeg me, wat jullie zien.
[3] Jullie zeggen: lieve vriend en broeder, wij vinden geen woorden om te beschrijven wat zich daar allemaal op wonderbaarlijke wijze voor onze armzalige ogen ontvouwt! Wij zien een vlakte vol golvende glans en vanuit elke golf sproeien miljoenen stralen over elkaar heen, allemaal in verschillende kleuren. De stralen grijpen in elkaar en er ontstaan vormen die ook weer oplossen. De vormen gaan hier en daar in elkaar over, waardoor er weer nieuwe vormen ontstaan.
[4] Verderop, meer naar het hoofdgebouw in het midden toe, zien we hoe deze stralengolven in bonte cirkels ronddraaien, welke zich vaak kegelvormig vanaf de grond omhoog bewegen. Deze kegels glinsteren in een wisselend licht, waarvan de betoverende pracht niet in woorden is uit te drukken. Tenslotte zien we voorbij deze lichtcirkels de onderste zuilenrij van het grote middenpaleis.
[5] De zuilen lijken op naar boven wervelende vlammen van een helderrode kleur en achter deze merkwaardige zuilen straalt een lichtblauwe wand die tussen de zuilen is voorzien van toegangspoorten, waaruit een wondermooi groenachtig-wit licht straalt. Dat is alles wat we tot nu toe kunnen waarnemen.
[6] Wanneer we naar de golvende beweging van dit oppervlak kijken, komt het ons voor alsof het uit een of ander water bestaat, waar men niet overheen kan lopen. Het enige echter waarmee we dit kunnen weerleggen, is een terugblik op de versiering van de laatste laan, waar we eveneens zo'n golvend oppervlak aantroffen, dat echter ook allesbehalve vloeibaar was. Daarom is het dus mogelijk dat de lichtgolving van dit oppervlak voor ons eveneens slechts gezichtsbedrog is.
[7] Ja, lieve vrienden en broeders, zo is het ook in dit geval. Alles wat jullie hier in beweging zien, is slechts een spel van het licht, dat op de centrale zonnen bijzonder sterk aanwezig is en wel des te sterker naarmate een plek dichter bij de evenaar van zo'n centrale zon ligt. Daarom bestaat er hier een materiaal met een bijzonder vaste structuur dat een glans aanneemt, sterker dan het fijnste diamant bij jullie. Wanneer zo'n groot oppervlak dan behoorlijk gepolitoerd is, neemt het ook des te begeriger de krachtige lichtstralen op uit de lichtether die zo'n zon omgeeft, en werpt dan als het oververzadigd is, deze stralen weer terug. En zo ontstaat er uit het heen en weer stralen zo'n golvende werking, die zich van dichtbij gezien tot allerlei lichtvormen en door elkaar bewegende golven ontwikkelt, van veraf gezien echter tot cirkels. Waarom wel? Omdat in de verte alle bewegingen en alle vormen steeds meer vervlakken, iets dat jullie op jullie aarde al uit verschillende verschijnselen kunnen opmaken.
[8] Gaan jullie bijvoorbeeld op een aanzienlijke hoogte staan en jullie kijken van daar af naar de verre horizon, die op zich heel oneffen is, dan zullen jullie deze toch als een vlakke lijn waarnemen. Dat komt omdat de kleine oneffenheden tegen de verre, wijde horizon zo goed als helemaal verdwijnen.
[9] Bekijken jullie een meerzijdige zuil vanaf een zekere afstand, dan zien jullie geen zijden meer maar lijkt ze rond.
[10] Ga ook nog eens naar een brede rivier en kijk naar het stromen van het water vanaf de dichtbij gelegen oever tot aan de tegenoverliggende; daar zal zich dit verschijnsel het duidelijkst laten vaststellen. Aan de meest nabij gelegen oever zullen jullie het stromende water bont door elkaar zien golven, maar bij de oever aan de overkant zullen jullie bij wat langer toekijken louter ineengestrengelde kringen zien, waarin de stroom van de rivier langzaam lijkt verder te wervelen.
[11] Hoe oneffen de hemellichamen aan hun oppervlak zijn, kunnen jullie bij jullie aarde voldoende zien, maar vanaf grote afstand bekeken zijn ze volkomen rond, dat wil zeggen ook al zijn ze niet helemaal zo rond als een cirkel, de lijn van hun omtrek toch volkomen gelijkmatig verloopt.
[12] Men zou nog veel van zulke voorbeelden kunnen aanhalen, maar ik denk dat dit voldoende is om het voor ons liggende, al tamelijk sterk op een wonder lijkende verschijnsel te begrijpen; dat wil zeggen als verschijnsel op zich, zonder de innerlijke, geestelijk overeenstemmende betekenis, waarop we bij een passende gelegenheid terug zullen komen.
[13] Voorlopig hoeven we niets anders te weten dan dat de voor ons liggende grond volkomen vast is, en daarom kunnen we er dan ook dadelijk rechtstreeks overheen beginnen te lopen. Laten we dus welgemoed naar buiten gaan.
[14] We zijn buiten de galerij op de grond en kijk, hij is vast en waar we staan is het golvenspel van licht niet meer te zien. We kunnen ons nu dus naar het hoofdgebouw begeven. Kijk toch eens naar het gebouw, dat nu al in volle glorie voor ons staat.
[15] Wat zeggen jullie van dit bouwwerk? Jullie zeggen wat ik eigenlijk ook zeg: hier is men bij zo'n groots en verheven schouwspel sprakeloos en met stomheid geslagen! Wanneer men zich een tot in het oneindige veredelde en verfraaide toren van Babel zou voorstellen, dan zou men er ongeveer nog het beste beeld van hebben. Men zou alleen de spiraalvormig omhooglopende gangen van de toren van Babel moeten wegdenken en hem in tien verdiepingen indelen, waarbij iedere verdieping telkens iets kleiner van omvang is. Dat zou echter slechts een kale vorm zonder licht zijn. Maar hier is de meest fantastische en edele vorm overgoten met een onbeschrijfelijke pracht en glorie van licht. Wat blijft de vorm die we ons hadden voorgesteld dan ver achter bij deze onbeschrijflijke, alle begrippen te boven gaande heerlijkheid.
[16] Laten we maar eens dichterbij gaan; het geheel zal zich steeds meer in haar oneindige pracht ontwikkelen. Jullie zien van hieraf de onderste rij zodanig, als bestond ze uit afzonderlijke grote zuilen, die elk dertig klafter hoog zijn. De hoogte hebben jullie wel goed geschat maar de zuilen zelf niet. Als jullie goed kijken, zien jullie dat elke zuil eruitziet alsof ze met ronde staven is bedekt. Maar nu zijn we al wat dichterbij en men kan nu heel goed zien dat zo'n geheel, dat op enige afstand één enkele zuil leek te zijn, van dichtbij gezien een hele kring van zuilen is, hetgeen we eerder voor afzonderlijke staven op een grote zuil aanzagen.
[17] Kijk nu eens, gelukkig zijn we al bij het grote bordes van het centrale gebouw aangekomen en zien dat elk van die hoofdzuilen uit dertig in een kring geplaatste zuilen bestaat. Deze zuilen staan zover van elkaar af dat we heel gemakkelijk zo'n zuilenrondeel kunnen binnengaan en ons ervan overtuigen dat er nog voldoende ruimte voor zo'n duizend mensen is.
[18] Maar bekijk eveneens deze prachtige inrichting: langs de binnenzijde van de zuilenkring wentelt zich een buitengewoon prachtige trap, voorzien van een schitterende leuning, die licht stijgend omhoog naar de volgende verdieping leidt. En kijk, elke zuil of beter gezegd, elke zuilenkring die we van hieruit zien, is op dezelfde wijze ingericht.
[19] De vloer in zo'n zuilenrondeel is lichtgroen en de galerijen die door de omhooglopende trap worden verbonden, zien eruit als vlammend goud; en kijk daar eens, de vloer van deze eerste grote gelijkvloerse galerij heeft de kleur van een allermooiste amethist, waarin allerlei diamanten als in een mozaïek zijn verwerkt. Wat zeggen jullie van deze waarlijk ongehoorde pracht?
[20] Ik zie dat het jullie hier weer net zo vergaat als mij; men vindt er letterlijk geen woorden voor. Laten we maar eens zo'n trap opgaan en de tweede verdieping in ogenschouw nemen. Daar krijgen we pas dingen te zien die alles wat we tot nu toe gezien hebben, in de schaduw zullen stellen. Volg me dus de trap op.
«« 33 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.