[2] (De oudste) Luister naar mij, jullie uitermate mysterieuze wezens! Ik heb volgens onze wijze manier van handelen onze van oudsher altijd efficiënt werkende afweermiddelen aangewend, maar ze hielpen niet. Jullie zijn geesten, want dat ontdekte ik na de slag met de staaf, en jullie moeten zelfs buitengewoon machtige geesten zijn omdat al mijn afweermiddelen jullie niet konden verdrijven. Vertel me toch wie jullie zijn en waar jullie vandaan komen, zodat ik mij met mijn vele huisgenoten kan voorbereiden om jullie waardig te ontvangen.
[3] Het is ons in onze diepste wijsheid wel bekend dat God de Heer, de almachtige Schepper van alle dingen van onze grote wereld en van andere werelden en van alle hoge geesten, eens op een of andere wereld is nedergedaald en de kinderen van die wereld tot de Zijne heeft gemaakt. En deze kinderen, als kinderen van de oneindige God, zouden een onbegrensde volmacht en kracht hebben en dat in ieder opzicht, zowel wat de werkzame kracht betreft alsook de daartoe vereiste wijsheid.
[4] Zeg mij eens, komen jullie daar misschien vandaan? Als dat zo is dan wee ons, arme bewoners van deze wereld! Wij weten namelijk uit onze diepste wijsheid dat de geesten van zulke godskinderen niet slechts een wereld als de onze, maar hele legers van werelden met één zachte ademtocht kunnen vernietigen.
[5] Zijn jullie dus geesten van dat soort en zijn wij voor jullie grove zondaars, vraag dan offers ter verzoening, maar vernietig onze wereld alsjeblieft niet!
[6] Nu zeg ik: luister, wijze oudste van deze plaats! Wij zijn inderdaad wat jij veronderstelde. Wij zijn echter helemaal niet hier om jullie wereld en jullie te vernietigen. Er zal jullie zelfs geen haar gekrenkt worden en we verlangen niet het geringste offer van jullie, want dat betaamt alleen God de Heer, onze allerliefdevolste Vader die leeft, schept en regeert van eeuwigheid tot eeuwigheid!
[7] Wij zouden jullie echter graag willen vragen of jullie ons voor een korte tijd met dezelfde liefde zouden willen opnemen als waarmee wij naar jullie zijn toegekomen, namelijk met Gods liefde in jullie harten.
[8] Het doel waarmee wij hier echter zijn verschenen is, volgens de wil van de Heer een leerzame blik op jullie wereld te werpen en jullie bij deze gelegenheid ook de grote, oneindige liefde en erbarming van God voor al Zijn geestelijk levende schepselen te verkondigen!
[9] Wees daarom niet bevreesd voor ons, maar wees vrolijk en vol goede moed, want God onze Heer en Vader heeft al Zijn schepselen alleen voor vreugde en zaligheid geschapen, maar nooit voor verschrikking, droefheid, kwalen en pijn.
[10] Nu zegt de oudste: een buitengewoon grote eer en een evenzo groot lof zij de heilige Schepper van alle dingen voor het genadige bezoek dat Hij ons bracht door middel van Zijn eindeloos machtige kinderen. We zijn er nu van overtuigd dat jullie niet voor onze ondergang, maar alleen ter vergroting van ons welzijn hiernaartoe zijn gekomen. Wij heten jullie daarom dan ook als niets anders en als geen ander schepsel op deze wereld met de grootst mogelijke liefde in onze harten welkom!
[11] Nu wendt de oudste zich tot zijn kinderen en zegt tot hen: kijk hierheen, jullie allen, kinderen van mijn huis. De grote God heeft ons heel liefdevol bezocht om ons de nietigheid onze wijsheid en de zwakte van onze liefde te tonen. Kijk, zij, die onoverwinnelijk, hoogst bescheiden en eenvoudig voor ons staan, zonder pracht en praal, zijn waarachtige kinderen van de eeuwige almachtige grote God. Wat is al onze pracht en praal ten opzichte van de onbegrijpelijke verhevenheid van zo'n nederige eenvoud, die echter desondanks vervuld is van alle rijkdom aan goddelijke kracht!? Kniel neer en loof en aanbid onze grote God die ons door deze verschijning een oneindig grote genade en erbarming heeft betoond!
[12] Zie, al enkele malen brandde het hout op het altaar en geen van ons had de moed om zijn handen erop te leggen om daardoor op die wereld te komen die God de Heer voor Zijn kinderen heeft geschapen en juist daarop, hetzij in een nieuw lichaam of in de functie van beschermgeest, ook het kindschap Gods te verkrijgen. Maar nu hebben we de gelegenheid om de voorwaarden die daarvoor nodig zijn, grondig te leren kennen. Tot nu toe wisten we weliswaar uit de tekens in de vlam, wat de grote God allemaal verlangt van hen die tot Zijn kindschap willen overgaan. De tekens waren zeker juist, maar ons inzicht en ons geloof niet. Zij hier zullen ons zeggen wat men nu eigenlijk precies moet doen om zo'n eindeloze genade te verkrijgen. Let dus op, want de hoge geest in het midden heeft mij begrepen en hij zal ons meedelen wat de zuivere wil van God is en wat we moeten doen om Gods welgevallen te verwerven.
[13] Nu zeg ik: luister, geachte oudste van dit huis, jullie ceremonie, het duiden van de tekens in de vlammen, is voor het bereiken van het door jullie beoogde doel geheel overbodig. Deze ceremonie is uiterlijk nauwelijks een afspiegeling van hetgeen jullie innerlijk zouden moeten doen. Ik wil jullie echter, en voornamelijk jou, in het belang van allen in volle waarheid tonen wat de enig juiste weg is; en daarom vraag ik jou mij te willen aanhoren:
[14] Weet je wat de liefde voor God inhoudt? Wil je een kind van de Heer zijn, dan moet je niet de eerste en de voornaamste willen zijn, maar je moet zijn als de minste knecht onder al degenen die je leidt. Je moet hun niet de wijsheid op zich leren, maar de pure deemoed en liefde; dan zullen jij en jouw huisgenoten pas de ware wijsheid verkrijgen, waarin de basis van alle werkende krachten ligt. De hele regel luidt dus als volgt:
[15] Wees van ganser harte deemoedig! Heb God lief boven alles met al jouw levenskrachten en voldoe aan Zijn wil door jouw broeders en zusters meer lief te hebben en hoger te achten dan jezelf! Wanneer je dat doet, ben je een godskind en hoef je jouw hand niet meer op het altaar te leggen, want het verschil tussen kinderen en andere verstandelijk wijze schepselen van God, is dat de kinderen hun hart, maar de schepselen slechts hun hand op het altaar leggen. God kijkt echter nooit naar de werken en tekens van de hand, maar enkel en alleen naar de werken en tekens van het hart.
[16] Wat baat het jou als je met de aangeleerde wijsheid en kracht van jouw kinderen nog grotere werken liet uitvoeren dan dit gebouw dat ons draagt? Kijk, dat kan de Heer door een allersubtielste gedachte en ook Zijn kinderen kunnen dat door Zijn kracht in hen. Ja, zij zijn in staat om niet alleen dergelijke werken in een oogwenk, maar hele scheppingen door één enkele gedachte in het leven te roepen. Als je daarentegen de werken beschouwt die jouw kinderen eigenhandig en moeizaam moesten uitvoeren, zeg mij eens, wat zijn die dan daarmee vergeleken? Niets dan ijdele moeite voor datgene wat op deze manier onbereikbaar is.
[17] Neem daarom in acht wat ik jou heb aangetoond, en dan zal er bij jullie allen een ander levenslicht opgaan. Want wezens zoals jullie zijn door de oneindige liefde van God niet voor het knechtschap, maar voor de eeuwige vrijheid geschapen! Deze vrijheid kunnen jullie echter nooit door jullie wijsheid verkrijgen, maar alleen door deemoed en liefde voor God. Je vraagt mij wat men moet doen om God boven alles lief te hebben.
[18] Ik zeg je: precies hetzelfde wat je doet als jouw hart voor een of ander groot werk dat je wilt uitvoeren in vuur en vlam staat. Dan is het net alsof al het overige voor jou niet meer bestaat en je alleen nog voor je werk leeft. Keer de zaken om. Beschouw alles van jouw wereld als waardeloos en plaats de Heer in je hart boven alles; dan heb je God lief boven alles en in deze liefde zal Gods geest zijn intrek nemen in jouw hart en je zult vanaf dat ogenblik een waarachtig godskind zijn! Nu weet je alles.
[19] Wil je ernaar handelen, dan zul je ook verkrijgen wat je zou willen verkrijgen. Want kijk, God de Heer, de goede Vader van al Zijn kinderen, schept geen vreugde in pracht en praal. Daarom zijn ook wij, Zijn kinderen, heel eenvoudig en bescheiden, en Hijzelf als Vader is onder Zijn kinderen de meest eenvoudige en meest bescheidende!
[20] Daarom zul je Hem met al deze grote pracht nimmer imponeren, want Hij is in staat om met één gedachte soortgelijke dingen te scheppen, zoals Hij deze enorm grote wereld en nog talloze andere evenzo grote en nog grotere werelden heeft geschapen.
[21] Maar met een zuiver, liefdevol hart zul je Hem bekoren en Hij zal jou in één ogenblik meer geven dan jij met al jouw wijsheid zelfs na onvoorstelbaar lange tijden en nog eens tijden zou kunnen bereiken.
[22] Nu weet je ook, hoe het met God de Heer is gesteld en hoe men Hem moet liefhebben. Daarom kun je ernaar handelen en dan zal het voor jou niet nodig zijn om je naar een andere wereld te verplaatsen.
[23] Overdenk dit nu, vat mijn woorden samen en deel me dan mee hoe je deze hebt begrepen, en dan zal ik je nog begrijpelijker maken wat je moet doen om tot waarachtige liefde voor God te komen.
[24] Kijk, onze oudste legt zijn handen op zijn borst en begint na te denken. Wij zullen afwachten en dan vernemen met welke resultaten hij tevoorschijn zal komen.
«« 59 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.