[2] Kijk, om te beginnen gaat deze globe precies in het midden, van pool tot pool in twee delen uit elkaar. Er is maar één duwtje voor nodig om de gehele inwendige bouw van de aarde van pool tot pool zichtbaar te maken. De structuur en de bouw zijn nauwkeurig weergegeven volgens de werkelijke aarde; ja, zelfs het mineraal, zoals het hier te zien is, is volkomen hetzelfde. Als jullie nu de in tweeën gedeelde bol bekijken, zullen jullie zien dat er zich in die aarde in zekere zin nog een aarde van kleinere afmeting bevindt, die echter toch door middel van stevige organische banden met de buitenste aarde een samenhangend geheel vormt.
[3] In deze kleinere aarde zien jullie meer naar de noordpool toe nog een, natuurlijk ook in tweeën gedeelde, meer ovale bol die binnenin vol zit met aders en kanalen. Precies onder de equator zien jullie een grote holle ruimte, die schijnbaar met een op vuur gelijkende massa is opgevuld. Vanuit deze vuurmassa zien jullie via talloze organen het vuur naar het oppervlak van de aarde opstijgen en van deze inwendige vuurholte zien jullie ook vooral naar de zuidpool toe verscheidene grote spiraalvormige buizen, waardoor jullie een grote hoeveelheid brandende dampen zien stromen. Deze dampen worden door het binnenstromende water vanaf het oppervlak van de aarde in deze vuurholte, voortdurend gevormd, terwijl door het krachtige naar buiten stromen daarvan in de richting van de zuidpool, de dagelijkse omwenteling van de aarde wordt bewerkstelligd.
[4] Het is nu niet het moment om jullie het hele wezen van de aarde uit te leggen, maar ik wil jullie alleen laten zien op welke manier onze meer gevorderde geestelijke leerlingen hier het innerlijke wezen van de aarde leren kennen. Ik ben van mening dat we dit verder kunnen laten rusten, omdat toch ieder van jullie op het eerste gezicht kan zien dat de geologie of de bouw van het gehele wezen van de aarde niet verstandiger en zinvoller onderwezen en door de leerlingen begrepen zou kunnen worden, dan juist op deze manier.
[5] Tevens wordt hier echter naast de materiële geologie ook nog uitgelegd hoe de gehele materie en de uit haar gevormde organen in wezen niets anders zijn dan geestelijk overeenstemmende vormen, waarin een gevangen geestelijk leven op zijn verlossing wordt voorbereid. Er wordt hun ook de trapsgewijze vooruitgang getoond, volgens welke het gevangen leven van het centrum van de aarde uitgaat en via talloze trappen opstijgt en zich dan op de oppervlakte van de aarde weer in talloze nieuwe vormen manifesteert en verder ontwikkelt. Kijk, dat alles leren de leerlingen in deze zaal.
[6] Jullie vragen nu: voor zoveel geestelijke leerlingen zal één zo'n globe toch niet voldoende zijn? O, kijk maar eens wat rond in deze zaal, dan zullen jullie nog een heel groot aantal van dergelijke apparaten zien, deels in even grote vorm en deels in kleinere vormen. En al deze globes zijn zo gemaakt, dat ze in alle mogelijke delen uiteengenomen kunnen worden. Nadat we ook dit hebben gezien, kunnen we ons weer naar een volgende zaal begeven.
[7] We bevinden ons in de tweede aangrenzende zaal. Kijk, deze heeft de vorm van een buitengewoon ruime en hoge ronde hal, die rondom is ingedeeld in duizend aanzienlijk grote en tamelijk diepe, door zuilen gevormde nissen ofwel een soort kapellen. Jullie zien hier in het midden van deze hal niets anders dan vluchtige witte en lichtgrijze wolken boven een grote tafel.
[8] Wat betekent dat? Kijk maar eens in alle richtingen naar de ronde ramen. Elk raam van elke kapel werpt zijn licht precies op deze tafel.
[9] Door het samenvallen van de stralen ontstaat nu juist deze ogenschijnlijke wolk. Wat kunnen de leerlingen daaruit echter leren? Niets anders dan het systematisch ontstaan van een wereld. Hoe volgens de wil van de Heer uit zo'n stralenconflict een wereld moet ontstaan, is te zien in deze duizend rondom aangebrachte kapellen.
[10] In de eerste kapel zien we op iets kleinere schaal hetzelfde fenomeen, dat we in het midden van de zaal al hebben gezien. In de volgende kapel heeft de eerder nog ongeordende wolk al een meer ovale vorm, die echter nog buitengewoon onvast is.
[11] In elke daarop volgende kapel wordt deze vorm steeds bestendiger en in zekere zin ook solider. Zo doorlopen we honderd kapellen. Na de honderdste zien we door de licht doorzichtige nevelbol heen al een kristalheldere waterdruppel zweven. Als we dan weer een paar honderd kapellen zijn doorlopen, zien we, dat in elke volgende kapel de waterbol groter is, totdat hij uiteindelijk de omvang van de vroegere nevelbol krijgt.
[12] Vanaf dat moment ontdekken we in het midden van de waterbol kleine doorzichtige kristalletjes, die een beetje lijken op de glad gevormde sneeuwvlokken, welke bij een flinke kou vaak als kleine diamanten plaatjes rondvliegen.
[13] In de daarop volgende kapellen ontdekken we steeds meer van zulke kristallen, waaromheen zich naar het centrum toe een soort blauwachtig vlechtwerk begint te wikkelen, waardoor de voorheen losse kristalletjes met elkaar verbonden worden.
[14] Bij het voortgaan door deze kapellen ontdekken we in het midden van de waterbol al geleidelijk aan een grijsachtige, ondoorzichtige klomp, waaromheen zich, zoals in een koude winter rondom een boomtak, weer nieuwe, heldere kristallen vastzetten, die als diamanten door de waterbol heen glinsteren.
[15] Gaan we verder, dan zien we ook dat deze nieuwgevormde kristallen alweer door een nieuw, blauwachtig weefsel zogezegd vastgebonden zijn, en ook dat er vanuit de steeds donker wordende klomp naar alle kanten nog een heleboel luchtbelletjes opstijgen, waardoor er zich boven de waterbol reeds een soort atmosferische lucht begint te ontwikkelen. En jullie zien dat deze ontwikkeling, naarmate we verder gaan, steeds groter en duidelijker wordt.
[16] Nadat we bij deze langzaam voortgaande ontwikkeling weer een paar honderd kapellen hebben doorlopen, wordt hier in de eerstvolgende al een geweldig bruisende klomp in het midden van een tamelijk grote waterbol zichtbaar. Flinke bellen stijgen er voortdurend uit omhoog en zijn hier al dragers van een soort nevelige substantie, die zich boven het oppervlak van de waterbol bij het uit elkaar spatten van de opstijgende bellen, als lichte nevel boven het wateroppervlak verspreidt. En kijk, deze activiteiten worden van kapel tot kapel heviger. Bij de honderdste kapel zien we hier en daar al door de sterk gekristalliseerde waterbol heen gloeiende plaatsen van waaruit voortdurend, net als bij kokend water, dampen opstijgen in de vorm van ontelbaar veel bellen en belletjes.
[17] Verderop zien we al aanzienlijke kristallen pieken boven het wateroppervlak uitsteken en de waterbol is slechts hier en daar nog vrij van de boven hem zwevende dampen.
[18] Nog verderop zien we reeds aanzienlijke vuurstralen die van binnenuit het wateroppervlak uiteenscheuren, waardoor geweldig golven ontstaan; door dit golven spoelen nieuwgevormde kleine kristalletjes in de binnenste gleuven en op deze manier wordt de binnenste, ondoorzichtige bol steeds steviger en ook ronder zoals het oppervlak van het water.
[19] Weer verder van kapel tot kapel voortgaand, komen we al bliksemschichten tegen die, uiteraard op kleine schaal, ontstaan in de dampen, welke de eigenlijke bol al zozeer bedekken dat men deze nog slechts met moeite kan waarnemen.
[20] Tegen het einde van dit museum voor wereldvorming zien we heel geweldige, vurige erupties, die de binnenste, vaste substantie boven het oppervlak uittillen en daardoor bergen en ander, droog vasteland vormen. Bij het voortgaan ontdekken we dat het kale, vaste gesteente hier en daar reeds met mos bedekt is en in de dieper gelegen streken zien we wekere grond, die zich uit de moslaag op de gesteenten en het door de invloed van het vuur uiteengevallen gesteente ontwikkeld heeft.
[21] In het verdere verloop ontdekken we dat het water al vol zit met infusiediertjes en dat de vorming van het vegetatieve aardrijk vlotter verloopt. Bij een volgende kapel zien we al een soort gewormte in het water. Weer verderop wordt de vorming van dierlijk leven in het water steeds sterker en overvloediger; en zo zien jullie door het voortschrijden van kapel tot kapel, dat de aarde zich tenslotte heeft ontwikkeld tot de toestand waarin de schepping van de mens begint. Dat is echter niet meer hier, maar in een volgende zaal te zien.
[22] Hoever echter zouden deze kapellen in de tijd gezien wel uit elkaar liggen? Ik zeg jullie: hoewel deze tijdruimten niet helemaal gelijk zijn, zullen jullie er niet ver naast zitten wanneer jullie aannemen dat zij van kapel tot kapel wel miljoenen jaren duren. Want als jullie de grootte van de aarde beschouwen, zullen jullie ook kunnen begrijpen welke tijdsfactoren ervoor nodig zijn om uit de volkomen nietige lichtether een dauwdruppel te winnen, deze daarna door gestadige en steeds verder toenemende groei tot de tegenwoordige omvang van de aarde te zien uitdijen en tenslotte vaste vorm te zien aannemen. Meer hoef ik jullie nauwelijks te zeggen.
[23] Dat de leerlingen op deze manier het ontstaan van een wereld en hier met name van de aarde, zo praktisch mogelijk leren langs de weg van dit leerzame aanschouwen, spreekt vanzelf. Zo kunnen we dus verdergaan naar de volgende zaal, waar de schepping van de mens wordt uitgebeeld en waarmee dus ook de historische en geestelijke ontwikkeling van de aarde begint.
«« 70 / 127 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.